Bij het Ministerie van Justitie is een persbericht verschenen waarin beschreven staat dat de verspreiding van virtuele kinderporno vanaf nu ook een strafbaar feit is geworden. Tot nog toe was pornografie met kinderen pas strafbaar als deze ook daadwerkelijk fysiek waren misbruikt, maar de gemaakte wijzigingen in de zedelijkheidswetgeving maken het mogelijk om voortaan ook personen aan te pakken die via een fotobewerkingsprogramma beelden hebben gemaakt waarop het slechts lijkt dat er iets gebeurd is. De maximumstraf hiervoor is vastgesteld op vier jaar, met een uitbreiding tot zes jaar voor personen die hier hun beroep of gewoonte van hebben gemaakt:
In de bestaande strafbepaling is die betrokkenheid voorwaarde voor strafbaarheid. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno met name op het Internet, moet het echter ook mogelijk zijn om op te treden tegen schijnbaar echte kinderporno. Het doel van de zedelijkheidswetgeving blijft de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik, maar de wetswijziging beoogt kinderen ook te beschermen tegen het gebruik van hun afbeeldingen waarbij seksueel misbruik wordt gesuggereerd.