Zweedse onderzoekers melden dat bij webwinkels bestelde spullen die weer geretourneerd worden, relatief vaak op de schroothoop belanden. De waarde van het textiel en elektronica dat in 2022 in de EU is teruggestuurd en vernietigd, zou op zo'n 22 miljard euro uitkomen.
Volgens de onderzoekers komt de totale waarde van geretourneerde kleding en elektronische producten die vorig jaar in de EU zijn teruggestuurd uit op 21,74 miljard euro op basis van sommige berekeningen, maar sommigen denken dat de werkelijke kosten nog hoger zijn. Uit het onderzoek komt niet naar voren hoe hoog dat cijfer was in eerdere jaren.
Volgens Carl Dalhammar van de Lund-universiteit is er een botte realiteit: het weggooien van spullen is vanuit financieel opzicht de mindere van tweede kwaden. Dat is met name het geval bij goederen die goedkoop zijn ten opzichte van de kosten van het onderzoeken, herverpakken en weer in de verkoop brengen. De onderzoekers stellen dat bedrijven meestal teruggestuurde producten weggooien.
Het onderzoek stipt ook aan dat internetaankopen steeds gewoner zijn geworden en dat brengt ook meer retourzendingen met zich mee. Data vanuit de industrie suggereert dat het terugsturen van items vaker gebeurt, iets dat bijvoorbeeld verklaard kan worden door het feit dat het retourneren nogal eens gratis is.
Gesprekken met textielindustrie
De onderzoekers van de Zweedse Lund-universiteit hebben voor hun bevindingen gesproken met leden van de textiel- en elektronica-industrie in Europa, om naar eigen zeggen beter zicht te krijgen op dit probleem waar volgens hen nog weinig onderzoek naar is gedaan. Het vernietigen van teruggestuurde producten is wijdverspreid binnen de textiel- en elektronica-industrie, mede omdat het in beide sectoren om een groot aantal verschillende producten gaat en er ook genoeg goedkope spullen worden verkocht.
Volgens de onderzoekers is een ban op het weggooien van geretourneerde items niet per se de oplossing; een dergelijk verbod bestaat bijvoorbeeld in Frankrijk. Ze denken dat het aanbieden van de teruggestuurde bijna-nieuwe producten aan liefdadigheidsinstellingen of tweedehandswinkels gevolgen heeft voor de waarde van de reguliere productlijnen van de bedrijven en soms gaat het om breekbare spullen of producten die relatief snel kapot kunnen gaan en daar zouden tweedehandswinkels geen behoefte aan hebben.
Het onderzoek suggereert dat een verplicht terugstuurtarief een eerste goede stap zou kunnen zijn, al valt het nut daarvan ook te betwijfelen. Als het terugsturen van goedkope spullen relatief duur of duurder wordt, zouden de consumenten ze alsnog sneller weggooien. De onderzoekers stellen dat ten aanzien van de textielsector het vooral zou helpen als er minder massaproductie plaatsvindt van goedkope goederen die slechts een enkel seizoen meegaan. Bij dat businessmodel is ook sprake van een uitputting van natuurlijke bronnen en het is erg afhankelijk van arbeidskrachten in arme landen.