De FCC werkt aan een nieuwe regelgeving die ervoor moet zorgen dat Amerikaanse low-earth-orbit-satellieten maximaal vijf jaar na de beëindiging van hun missie in de dampkring moeten opbranden. Op die manier wil de FCC het aantal satellieten in de low-earth-orbit beperken.
De regelgeving zou enkel van toepassing zijn op satellieten die in de low-earth-orbit vliegen, op minder dan 2000 kilometer hoogte. Alle Amerikaanse satellietbedrijven zouden zich eraan moeten houden maar de regel zou ook opgaan voor buitenlandse bedrijven die de Amerikaanse markt willen betreden. Er komt een overgangsperiode van twee jaar voor satellietbedrijven om aan de regel te kunnen voldoen en er zouden volgens de FCC uitzonderingen op de regel aangevraagd kunnen worden voor satellieten met wetenschappelijke doeleinden.
Momenteel wordt er verondersteld dat satellieten 25 jaar na de beëindiging van hun missie naar de dampkring van de aarde zweven om daar vervolgens in te verbranden. Deze richtlijn werd in 1990 door NASA opgesteld, maar is in geen geval bindend en dat wil de FCC veranderen. “We vinden het niet langer duurzaam dergelijke satellieten decennialang in de low-earth-orbit te houden’, klinkt het dan ook bij de FCC die op 29 september over de nieuwe regelgeving zal stemmen.
Low-earth-orbit-satellieten vliegen in een baan om de aarde op een hoogte van maximaal 2000 kilometer. Volgens NASA moet zo’n satelliet minstens 7,8 kilometer per seconde afleggen als het in zijn baan om de aarde wil blijven. Als de satelliet trager gaat vliegen, valt die terug naar de aarde waar het in dampkring terechtkomt en in sommige gevallen volledig opbrandt.