De Nederlandse politie heeft zijn hackbevoegdheid ingezet om een verdachte aan te houden in een grote zaak rondom kindermisbruikmateriaal. Het Digital Intrusion Team hackte verschillende apparaten van een 46-jarige verdachte.
Het onderzoek naar de 46-jarige Zaandammer begon eind 2021 na een tip van de Amerikaanse politie. De Landelijke Eenheid kreeg een tip over een man die ervan werd verdacht 'een vooraanstaande functie te vervullen binnen een georganiseerde groep' die een online chatplatform voor kindermisbruikmateriaal zou uitbaten. Ook zou de groep websites beheren met zulk materiaal erop.
Het Digital Intrusion Team van de Dienst Speciale Operaties zette de hackbevoegdheid in die de politie sinds de Wet computercriminaliteit III heeft, schrijft de politie. Dat gebeurde na toestemming van de rechter-commissaris. Volgens de politie was het nodig die bevoegdheid in te zetten omdat de man 'zijn handelen zeer goed voor de buitenwereld afschermde en digitaal zwaar beveiligde'.
De politie hackte 'diverse devices' van de verdachte. Daarmee kon het team 'een uitgebreid beeld krijgen van de omvang van het crimineel handelen van de verdachte'. Het is niet bekend op welke wijze de hack plaatsvond. Na de hack bleek ook dat de man meerdere maatregelen had genomen waarmee hij probeerde te voorkomen dat de politie materiaal zou kunnen bemachtigen, maar welke maatregelen dat zijn, is niet bekend.
De Wet computercriminaliteit III trad in maart 2019 in werking. De wet was controversieel; het gaf de politie toestemming om in sommige gevallen apparaten zoals computers of smartphones van een afstand te hacken. Ook kreeg de politie de mogelijkheid om hacktools te kopen. Die bevoegdheid wordt niet vaak ingezet. In het jaarverslag over de wet van 2021 is te zien hoe de politie in een jaar tijd 28 keer gebruikmaakte van de bevoegdheid, maar in sommige onderzoeken moesten meerdere toestemmingen worden gegeven voor één zaak.