Het kabinet gaat vaker publiekelijk landen aanwijzen als daders van cyberaanvallen. Dat is onderdeel van een aanpak tegen 'statelijke dreigingen' van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.
Een van de maatregelen uit de gepubliceerde richtlijn is dat het kabinet en instituten als de AIVD of de NCTB vaker aanvallen toeschrijven aan andere landen. Dat moet een afschrikwekkend effect hebben. Het gaat dan onder andere om bedrijfsspionage, maar ook om desinformatiecampagnes of sabotage. "Bij aanvallen van zakelijke actoren kan worden gekozen om tot publieke attributie over te gaan", schrijft de minister.
De aanpak is bedoeld om 'de open samenleving en open economie te beschermen'. Het plan combineert bestaande aanpakken met nieuwe plannen. Naast meer attributie letten meer instanties in de toekomst meer op veiligheidsrisico's bij buitenlandse overnames en investeringen. De bedoeling is dat de publieke en private sector daarbij samenwerken. Ook komt er meer toezicht op studenten en onderzoekers uit bepaalde 'risicolanden'. Dat zou voorkomen dat gevoelige technologie of informatie wordt gestolen.
Als voorbeeld van de juiste aanpak wijst de minister op de spionageoperatie op de OPCW van vorig jaar. De Nederlandse militaire inlichtingendienst MIVD verstoorde toen een missie van de Russische militaire inlichtingendienst. Informatie daarover werd publiekelijk en gedetailleerd openbaar gemaakt.