Een databeschermingscommissie uit Hamburg, de Hamburgische Beauftragte für Datenschutz und Informationsfreiheit, vindt dat de Hamburgse politie moet stoppen met het toepassen en gebruiken van gezichtsherkenningssoftware.
- De Duitse professor Johannes Caspar, een functionaris van de Hamburgse toezichthouder, heeft officieel bezwaar gemaakt tegen het gebruik van gezichtsherkenningssoftware. Volgens hem ontbreekt een wettelijke basis voor de identificatietechniek. De politiek heeft nu vier weken de tijd om te reageren en aan de eisen te voldoen, anders mondt het waarschijnlijk uit in een rechtszaak.
Het gaat om de software Videmo 360. Dit is gezichtsherkenningssoftware die de Hamburgse politie heeft ingezet tijdens de G20-top uit 2017. De politie voegde 17TB aan foto's en video's samen in een database. Deze gegevens waren afkomstig uit meerdere bronnen: video-opnames van verschillende treinstations, eigen foto's van de politie, door particulieren geüpload materiaal en foto's uit verschillende media. De software van het bedrijf Videmo verwerkt de biometrische kenmerken, waarbij sjablonen van de gezichten worden gemaakt.
Volgens de toezichthouder wordt deze database door de politie gebruikt als er aanwijzingen zijn dat iemand een overtreding heeft begaan. Caspar vindt dat hiermee een nieuwe dimensie ontstaat in de vorm van uitgebreide controlemogelijkheden voor de autoriteiten. Hij stelt dat overal waar beeldmateriaal uit de openbare ruimte beschikbaar is, door Videmo 360 een uitgebreide profilering van mensen kan plaatsvinden. Hij vindt dat het verzamelen van gegevens voor de duur van enkele dagen en het bewaren voor onbepaalde tijd een speciale, nu ontbrekende wettelijke voorziening vergt.
De politie lijkt voorlopig niet van plan te zijn te stoppen met het gebruik van de gezichtsherkenningssoftware. Tegenover de website Taz zegt een woordvoerder van de Hamburgse politie dat het Duitse Wetboek van Strafvordering de wettelijke basis vormt voor het evalueren van het beeldmateriaal. Dit is volgens de woordvoerder te beschouwen als een algemene opsporingshandeling, waarbij de software slechts een hulpmiddel is.