Het Nationaal Cyber Security Centrum meldt onbekende kwetsbaarheden die het krijgt aangereikt van ethische hackers of andere partijen, bij de betreffende softwarefabrikant, meldt minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, maar er zijn uitzonderingen.
Als uitzondering noemt de minister de situatie dat het belang van de nationale veiligheid eraan in de weg staat om de zerodaykwetsbaarheid te melden bij de maker. Daarnaast wijst hij erop dat zo'n melding ook niet hoeft te volgen 'als de maker kwade intenties heeft'. Verder zegt hij dat het NCSC in goed overleg met de melder zal handelen. Het gaat om zerodays die worden gemeld. Inlichtingendiensten en de politie mogen onbekende kwetsbaarheden wel verzwijgen als die onderdeel zijn van bijvoorbeeld gekochte hacktools die ze gebruiken.
Grapperhaus reageert hiermee op vragen van de leden van de PvdA- en de SP-fracties, die een bevestiging wilden dat informatie over onbekende kwetsbaarheden die door onderzoekers, ethische hackers of anderen aan het NCSC wordt gemeld, altijd wordt doorgegeven aan de maker van de software waarin de onbekende kwetsbaarheid is gevonden.
De vragen zijn onderdeel van de Memorie van Antwoord bij het voorstel Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, voorheen de Cybersecuritywet, die de minister naar de Eerste Kamer stuurt. De Tweede Kamer ging eind mei akkoord met het voorstel.
Met de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen implementeert de overheid de Netwerk- en Informatiebeveiligingsrichtlijn, oftewel de NIB-richtlijn van de Europese Unie. Die richtlijn moet ervoor zorgen dat lidstaten hun kritieke infrastructuur beter beveiligen en samenwerken op het gebied van ict-beveiliging. De richtlijn moest eigenlijk al uiterlijk op 9 mei 2018 geïmplementeerd zijn.
De Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen verplicht dat aanbieders van essentiële diensten en digitaledienstverleners hun beveiliging op orde houden en ernstige ict-incidenten melden bij de autoriteiten. Zo moeten onlinemarktplaatsen, zoekmachines en clouddiensten dergelijke incidenten melden bij de minister van Economische Zaken. De regering ziet zorgaanbieders vooralsnog niet als aanbieder van essentiële diensten, maar in de toekomst kan dit volgens Grapperhaus veranderen. Drinkwaterbedrijven, banken en beheerders van gas- en elektriciteitsleidingen vallen er wel onder.