Het Hanson Lab van de TU Delft claimt het ongelijk van natuurwetenschapper Albert Einstein te hebben bewezen door de lokaliteits-loophole te dichten. Dat gebeurde op de campus, waar elektronen met een tussenliggende afstand van 1,3 kilometer werden verstrengeld.
De paper kwam eind augustus al naar buiten, maar de universiteit wilde er toen niet over spreken, omdat het onderzoek nog geen peer-review had gehad. Dat is inmiddels wel gebeurd, wat de technische universiteit als aanleiding ziet om naar buiten te treden met de onderzoeksresultaten.
De onderzoekers hebben met de test laten zien dat de vreemdste eigenschap van de kwantumtheorie bestaat, namelijk dat de spin van verstrengelde elektronen met een tussenliggende afstand daadwerkelijk instantaan en zonder tussenkomst, veranderd kan worden. Omdat deze eigenschappen ingaan tegen het idee dat niets sneller dan het licht kan reizen, vermoedde Einstein dat er nog verborgen variabelen moesten bestaan. Die lijken nu echt niet te bestaan. Het gaat hier dus níet om het teleporteren van fysieke objecten, maar informatie.
Wat vooral belangrijk is aan deze paper is dat het bewijs geleverd wordt dat het mogelijk is kwantuminformatie te teleporteren, in dit geval 'spin', zonder dat daar 'loopholes' in zitten. In het geval van dit experiment zijn zowel de lokaliteits-loophole als de detectie-loophole gedicht. Daarmee is de zogenaamde Bell Test geslaagd.
Het experiment van de Delftenaren bewijst onomstotelijk dat de 'spookachtige invloed' waar Einstein het over had, helemaal is uitgesloten. Bij de 'locality loophole' zou het bijvoorbeeld kunnen zijn dat de deeltjes doordat ze te dicht bij elkaar zijn, toch informatie overhevelden, zonder teleportatie, waardoor de waargenomen correlaties met een lokaal model verklaard kunnen worden. De andere loophole, de detectie-loophole, werd ook geslecht. Bij deze loophole kan een meting net niet representatief zijn voor alle verstrengelde paren omdat maar een klein deel van de verstrengelde paren gemeten kon worden. Het bewijs voor de mogelijkheid om zonder loopholes te kunnen teleporteren is daarom voor kwantumfysici van groot belang.
De ideeën achter het experiment zijn gebaseerd op het feit dat een deeltje in verschillende staten kan bestaan: een superpositie. De qubit, de bit voor kwantumcomputers, kan op een enkel moment zowel nul als één zijn. Een deeltje kan naar twee kanten tegelijk spinnen. Het lastige van het verrichten van metingen bij kwantumfysische experimenten, is dat het meten alleen al een directe invloed uitoefent op het te meten deeltje. De coherente superpositie verdwijnt bij waarneming.
Omdat er geen transport van informatie tussen de deeltjes plaatsvindt, is teleportatie de gedroomde toekomst voor het veilig creëren van beveiligingssleutels tussen twee punten, juist omdat er niets verstuurd wordt. Er kan niets onderschept worden, want er is niets te onderscheppen. De eigenschap werd al wel eerder aangetoond, maar er was nog steeds twijfel of er geen achterdeurtjes bestonden.