Heel simpel: Hubble/een sateliet kan veel scherpere plaatjes maken, want deze heeft geen last van de atmosfeer. Scherp betekent in dit geval vooral: hoge resolutie. Een nadeel hiervan is dat je dus met een hele kleine pixel werkt (bijv. ACS op Hubble heeft een resolutie van 0.01 boogseconde; dat is echt heel erg goed, want onder de atmosfeer haal je momenteel op z'n best 0.1 in het optische bereik; op radiogolflengten is het mogelijk om resoluties van 1e-6 boogseconden of zo te halen). Dit nadeel is er alleen bij niet-puntbronnen, zoals melkwegstelsels, nevels, etc. Het probleem hier is, dat je dus maar een klein stukje van zo'n nevel ziet en dus komen er ook weinig fotonen op je pixel en moet je dus nog steeds lang waarnemen. Voor sterren (puntbronnen) is dit geen probleem. Een nadeel van de hoge resolutie is dus ook dat je niet zo'n groot field-of-view kunt hebben.
Een gigatelescoop op Aarde heeft dus als voordeel dat je heel veel licht op kunt vangen. Je krijgt voor een 10x zo grote telescoop 100x zo veel fotonen binnen (let wel dat je ruis dan ook een factor 10x omhoog gaat, dus effectief is de telescoop maar 10x "beter"). Het nadeel is de atmosfeer. De resolutie is daardoor lager. Gelukkig kunnen we, zoals anderen al genoemd hebben, daar redelijk goed voor corrigeren. Alleen nog steeds niet zo goed als een telescoop in de ruimte, maar dat is technisch niet het makkelijkste, zeker niet bij een telescoop waarbij de spiegel uit meerdere segmenten bestaat. Je kunt ook wat makkelijker meerdere instrumenten aan een telescoop op Aarde hangen, of deze zelfs compleet vervangen en/of verbeteren. Door de lagere resolutie kan je dus nevels met een lagere oppervlaktehelderheid wel waarnemen (t.o.v. de ruimte), terwijl een satelliet in de ruimte dit niet kan als deze dezelfde grootte qua spiegel zou hebben, maar wel de betere resolutie.
Adaptive optics kan, maar je moet er wel vaak een heldere ster voor in je field-of-view hebben. En dat limiteert je dus, want niet overal aan de hemel staan sterren die helder genoeg zijn, m.a.w. je kan niet de gehele hemel waarnemen en corrigeren voor de atmosfeer. Ja, je kan lasers gebruiken, maar dat is heel duur en (nog) niet zo goed als correcties m.b.v. sterren.
Naast het resolutieverlagende effect, heeft de atmosfeer ook als probleem dat deze het licht roder maakt (bijv. zonsondergang anyone?). Je kunt daar voor corrigeren, maar het blijft vervelend.
En niet te vergeten: lichtvervuiling... Menselijk, maar ook natuurlijk (voorbeeld: gravitywaves, niet te verwarren met gravitational waves!!)
Let wel dat bovenstaand verhaal opgaat voor optisch en (nabij)infrarood geldt. Voor Far-UV (FUV) is ruimte beter, omdat daar geen ozon-laag zit (ozonlaag kapt alles blauwer dan 300 nm of zo af; anders doet glas dat wel zo rond de 330nm, maar je kan ook duurder glas kopen dat dit probleem niet heeft). Röntgen kan alleen maar in de ruimte en radio heeft op andere manieren weer mogelijk last van de atmosfeer, maar daar is het minder nuttig om het in de ruimte te sturen (ondanks plannen/ideeën voor een radiotelescoop op de maan).
Dus ja, het is een heel mooi iets, maar heel erg duur. En iedere sterrenkundige zal met deze nieuwe telescoop willen waarnemen. Gelukkig bouwen ze op Hawai'i ook zo'n "bakbeest", maar wel van de zelfde ordegrootte, nl. 30-40 m.
[Reactie gewijzigd door PrinsEdje80 op 25 juli 2024 12:37]