Inleiding
Toen Apple vorig jaar rond deze tijd twee nieuwe iPads aankondigde, viel er genoeg nieuws te melden. De klassieke iPad was in vergelijking met de concurrentie een dikkerdje geworden en kon wel een afslankkuur gebruiken. Die kreeg hij ook, en het ging om zo'n groot verschil dat Apple de naam wijzigde naar iPad Air. De iPad mini daarentegen was al dun en licht, maar was op het gebied van hardware en schermkwaliteit duidelijk de mindere van de twee. Ook dat probleem werd door Apple aangepakt.
De vraag was wat Apple dan dit jaar zou doen. Die vraag stelde topman Tim Cook dan ook letterlijk tijdens de presentatie: "What do you do when you make the best tablet in the world? How do you make it better?". Het antwoord, volgens Apple, is het verbeteren van de sterke punten. Zo krijgt de iPad Air een snellere soc, is hij nóg dunner en is het scherm minder reflectief. Daarnaast heeft hij nu een Touch ID-vingerafdrukscanner en een verbeterde camera. De iPad Mini 3 moet het doen met slechts een extra kleurtje en diezelfde Touch ID-scanner, verder is daar niets veranderd.
/i/2000554718.jpeg?f=imagenormal)
Dat lijken op papier slechts minimale wijzigingen. Maar we weten dat het geheel soms meer dan de som der delen is. Daarom togen we meteen na de aankondiging naar de door Apple opgestelde demonstratieruimte om beide nieuwe iPads onder de loep te nemen. Zijn het slechts minimale upgrades, of hebben de nieuwe iPads meer om het lijf?
De iPad Air 2: kleine stapjes
Het grootste wapenfeit van de iPad Air 2 is volgens Apple de geringe dikte van slechts 6,1mm, waarmee het de dunste tablet ter wereld zou zijn. We hebben de iPad Air 2 tegelijk met zijn voorganger vastgehouden en het verschil is in zo'n directe vergelijking inderdaad op te merken. In het dagelijks gebruik maakt het echter geen fluit uit. Ook de 32 gram reductie in het gewicht is niet iets waar mensen veel van zullen merken. Begrijp ons niet verkeerd, de iPad Air 2 is een prachtig staaltje ontwerp en het is knap dat ze alles in zo'n dunne behuizing hebben gestopt, maar het is geen groot verschil met de iPad Air. Dikte en gewicht waren sowieso geen zwakke punten van de Air, dus wat ons betreft hadden ze eerder in dezelfde behuizing een grotere accu mogen stoppen.
/i/2000554724.jpeg?f=imagenormal)
iPad Air 2 (links) versus iPad Air
Eén van de andere grote vernieuwingen is de toevoeging van de TouchID-vingerafdrukscanner, die we al kennen van de iPhone 5s, iPhone 6 en 6 Plus. Toen Apple vorig jaar de Air aankondigde waren sommige mensen teleurgesteld dat de kersverse scanner niet op de iPad aanwezig was en het is fijn om te zien dat hij nu wel zijn opwachting maakt. Hij werkt precies zoals op de iPhones en je kun hem dus gebruiken om de tablet te ontgrendelen en om betalingen te doen. Hoewel we het zeker een goede zaak vinden dat hij nu op de iPad zit, is hij op een tablet wel minder noodzakelijk dan op een telefoon. Die laatste zal je gedurende de dag een stuk vaker ontgrendelen waardoor de tijdswinst van TouchID versus een pincode fors is. Voor de iPad geldt dat minder.
Het scherm zou volgens Apple dankzij een speciale coating minder reflecteren, en daarnaast is het nu gelamineerd, wat ook helpt bij het tegengaan van reflecties. Dat lijkt meer te zijn dan puur een marketingpraatje: het scherm leek inderdaad minder van de omgeving te reflecteren dan dat van zijn voorganger. Hoeveel beter het echt is gaan we zeker bekijken als we het nieuwe model op de redactie hebben.
/i/2000554717.jpeg?f=imagenormal)
Apple besteedde tijdens de presentatie ook veel aandacht aan de vernieuwde iSight-camera, die qua beeldkwaliteit nu dichter in de buurt van de iPhone-camera zou moeten komen. De resolutie is verhoogd van 5 naar 8 megapixels en de panorama- en slowmo-features die we kennen van de iPhone zijn nu ook beschikbaar op de iPad. De voorbeeldfoto's die Apple liet zien - en die volgens het bedrijf ongeretoucheerd waren - zagen er inderdaad erg indrukwekkend uit, maar we hebben nog steeds onze twijfels bij een tablet als serieuze camera.
Onder de motorkap is misschien nog wel het meest gebeurd. Bij de iPad van de derde en vierde generatie gebruikte Apple niet dezelfde chip als in de iPhone, maar een aangepaste versie, met een krachtigere gpu en meer geheugenbandbreedte. Dat was nodig omdat de resolutie van de iPad zoveel hoger was dan die van de iPhone. Bij de iPad Air en iPad mini Retina deed Apple dat niet, toen werd gewoon de A7-soc gebruikt die ook in de iPhone 5s zat. Die had duidelijk genoeg grafische kracht in petto.
Voor de iPad Air 2 stapt Apple weer over op zijn oude tactiek en heeft het een losse chip ontwikkeld: de A8X. Deze is gebaseerd op dezelfde 64bits-architectuur als de A8 uit de nieuwe iPhones, maar is wezenlijk anders. Zo is de A8X volgens Apple 40 procent sneller dan de A7 bij reguliere berekeningen en meer dan tweeënhalf keer zo snel bij grafische taken. Dat wijst erop dat er een nieuwe gpu aanwezig is, een andere dan bij de A8-soc, en wellicht meer geheugenbandbreedte. Die aanname wordt ondersteund door het aantal transistors waaruit de chip opgebouwd is: waar de A8 er twee miljard heeft bestaat de A8X uit drie miljard transistors.
Maar waar heb je al die rekenkracht voor nodig? De iPad Air is immers al een erg snelle en vloeiende tablet. Apple had het tijdens zijn keynote vooral over taken die je normaal op een laptop of desktop zou doen, zoals intensieve foto- of videobewerkingen. Daarnaast zouden games natuurlijk ook sneller moeten werken. Daarmee is de iPad Air 2 vooral interessant voor mensen die hun iPad echt als laptopvervanger willen inzetten; voor algemeen gebruik lijkt de A8X-soc een beetje overkill.
Een minpunt dat we in de review van de iPad Air noemde kunnen we bij de Air 2 wegstrepen. Hij is namelijk uitgerust met ondersteuning voor 802.11ac, met een mimo-antenne-opstelling voor extra snel wifi.
Het andere minpunt uit die review blijft helaas staan want ook bij de Air 2 is het basismodel van 499 euro uitgerust met slechts 16GB aan opslagcapaciteit. Met de marges die Apple maakt vinden we het echt niet teveel gevraagd om de iPad anno 2014 met 32GB aan opslag uit te rusten. Zeker als je ziet hoe Apple denkt dat mensen druk aan de slag gaan met foto's en video's bewerken op hoge kwaliteit; die bestanden nemen simpelweg veel ruimte in.
De iPad Mini 3: vrijwel hetzelfde
Nadat Apple een uitgebreide uiteenzetting had gegeven van de Air 2 en zijn nieuwe features, volgde welgeteld één slide met daarop de iPad mini 3. Ten opzichte van de huidige mini is er zo weinig veranderd dat we eerst even moesten controleren of we niet stiekem iets gemist hadden. Apple schrijft zelf op zijn website het volgende: "With advancements like Touch ID and iOS 8, and a new gold finish, there’s even more about iPad mini to love". iOS 8 kunnen we wegstrepen, want dat krijgt de tweede generatie mini ook, dus dan blijven over de Touch ID-scanner en een extra kleur om uit te kiezen.
/i/2000554720.jpeg?f=imagenormal)
Meer nieuws is er niet te melden. De nieuwe mini heeft dus dezelfde A7-soc, hetzelfde scherm en dezelfde behuizing. Hij krijgt dus in tegenstelling tot de Air 2 geen 802.11ac, geen betere camera's en ook geen A8X-chip. Daarmee is de mini 3 zo op eerste gezicht een extreem magere upgrade, waar je wel gewoon 399 euro voor zal moeten neerleggen, twee tientjes meer dan de iPad mini Retina bij introductie kostte. Mocht je nou echt een hele grote fan zijn van Touch ID, dan is dat wellicht te rechtvaardigen, maar het gros van de mensen kan beter voor de 'oude' iPad mini gaan, want daarvan gaat de prijs omlaag naar 299 euro.
Tot slot
De twee nieuwe iPads die Apple heeft laten zien, zullen weinig mensen omver blazen. Het zijn in essentie erg conservatieve en voorspelbare upgrades, waarbij je de iPad mini 3 nauwelijks een upgrade kan noemen. Hoewel we Touch ID zeker kunnen waarderen kun je moeilijk zeggen dat het de meerprijs van 100 euro ten opzichte van het huidige model waard is.
Ook de iPad Air 2 is niet het toppunt van innovatie, maar dit model bevat wel genoeg vernieuwingen om echt van een nieuw product te spreken. De A8X lijkt zo op papier een beest van een chip, de ondersteuning voor 802.11ac is erg welkom, net als Touch ID, de dunnere behuizing is een knap staaltje vakmankunst en het scherm lijkt inderdaad minder te reflecteren.
Het zijn echter verbeteringen waar mensen niet per se om stonden te springen. Niemand heeft ooit geklaagd dat de Air te dik was, het scherm niet mooi genoeg, of de processor niet snel genoeg. Apple heeft vooral de sterke punten nog verder verbeterd, maar mogelijkheden voor verdere ontwikkeling laten liggen.
Als Apple echt voor ogen heeft dat mensen de Air 2 soms als laptopvervanger inzetten, dan had meer opslag bijvoorbeeld niet misstaan, of meer desktop-achtige features in iOS. Maar ook dat is niet het geval: iOS 8.1, de versie waar deze nieuwe iPads mee in de markt worden gezet, bevat maar een paar algemene wijzigingen ten opzichte van 8.0. En 8.1 kun je natuurlijk ook op eerdere iPads installeren.
Dat alles gezegd hebbende is de iPad Air 2 duidelijk beter dan zijn voorganger, en dat was al een van de beste tablets die je kunt kopen. Wie dit najaar dus op zoek is naar een nieuwe tablet moet hem zeker overwegen. Dat kunnen we van de iPad mini 3 moeilijk zeggen.
De meest interessante opties zijn dit najaar misschien nog wel de huidige modellen. Zowel de iPad Air als iPad mini Retina worden namelijk in prijs verlaagd waardoor ze respectievelijk 399 en 299 euro gaan kosten, en dat is voor beide tablets een hele goede deal.