Als gebruikers vooraf toestemming moeten geven voor het indexeren van wifi-toegangspunten, heeft locatiebepaling weinig zin. Dat blijkt uit de woorden van Googles hoogste privacybaas. Het bedrijf kiest daarom voor opt-out.
Vorige week bleek dat Tweede Kamerleden niet tevreden waren met een opt-out-mogelijkheid voor mensen die wilden voorkomen dat hun router werd opgenomen in een database met locatiegegevens. In plaats daarvan pleitte de Tweede Kamer voor opt-in, waarbij gebruikers bewust toestemming moeten geven voordat ze worden opgenomen. Locatiebepaling via wifi-toegangspunten wordt gebruikt om mobiele telefoons sneller en betrouwbaarder hun locatie te laten opzoeken.
Volgens de privacy commissioner van Google, Alma Whitten, heeft opt-in echter tot gevolg dat locatiebepaling via wifi weinig zin meer heeft, omdat er dan onvermijdelijk veel minder wifi-toegangspunten worden opgenomen. "Locatiebepaling leunt op de aanname dat het is toegestaan om wifi-toegangspunten te scannen", zei Whitten op een bijeenkomst in Amsterdam. "Net zoals zoekmachines leunen op de aanname dat het is toegestaan om websites te indexeren." Locatiebepaling via gps en zendmasten is minder geschikt, stelt Whitten: gps heeft een zware belasting op de accu, terwijl triangulatie via zendmasten minder betrouwbaar is.
In beide gevallen is het mogelijk om aan te geven dat je daar bezwaar tegen hebt, aldus Whitten. "Bij zoekmachines kan dat via het robots.txt-bestand en bij locatiebepaling nu dus door je ssid aan te passen." Whitten hoopt dat andere bedrijven die netwerken scannen, zoals Skyhook Wireless en Microsoft, de methode van Google overnemen. Ook zouden routermakers de opt-out eenvoudiger kunnen maken, bijvoorbeeld door een aan/uit-knop in te bouwen.
De opt-out-optie werd ingevoerd nadat het College bescherming persoonsgegevens van Google eiste dat het een dergelijke optie zou aanbieden; als het dat niet zou doen, zou het bedrijf een boete krijgen. Google gaf daaraan gehoor en voerde de opt-out wereldwijd in; uitschrijven kan nu door '_nomap' aan de netwerknaam, het ssid, toe te voegen.