Nederlandse jongeren zitten relatief veel minder op sociale netwerken dan leeftijdsgenoten uit andere landen. Slechts 55 procent post op netwerksites als Facebook of Twitter. In andere Europese landen ligt dat percentage veel hoger.
Gemiddeld zit tachtig procent van de Europese jongeren die toegang heeft tot internet geregeld op een sociaal netwerk, blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van Eurostat, het statistiekenbureau van de Europese Commissie. In Polen ligt het percentage op 94 procent en in België doet 70 procent van de jongeren 'sociaal' op netwerksites. Eurostat rekent het posten op chatsites, blogs of sociale netwerken mee bij de statistieken.
Ook volwassen Nederlanders doen minder met sociale mogelijkheden van internet dan Europese leeftijdsgenoten. Slechts 26 procent van de 25-54-jarigen en 13 procent van de 55+-ers met toegang tot internet post op sociale sites. Daarmee bungelen alle leeftijdsgroepen uit Nederland onderaan in het lijstje van 27 Europese landen waarvan Eurostat de online gewoonten in kaart heeft gebracht.
Eurostat, dat onder meer ook economische cijfers als de inflatie en werkloosheid binnen de EU bijhoudt, baseert zich op vragenlijsten die zijn ingevuld door in totaal meer dan 200.000 Europeanen uit 150.000 huishoudens in 27 Europese landen. Uit die cijfers blijkt overigens wel dat Nederlanders relatief vaak toegang hebben tot breedband-internet. Ook stelt het onderzoek dat 74 procent van de internettende Nederlanders afgelopen jaar online aankopen heeft gedaan. Alleen in het Verenigd Koninkrijk en Denemarken ligt dat percentage hoger.
Update 23/12: De cijfers van Eurostat bleken niet te kloppen.