Met de regelmaat van de klok verschijnen er invoerapparaten op de markt die hogere snelheden of meer gebruiksgemak dan toetsenborden met de 132 jaar oude qwerty-layout moeten bieden. Zo heeft Ars Technica een uitgebreide review van de AlphaGrip AG-5 online gezet. De AG-5 mag er dan uitzien als een controller van PS2 of Xbox, maar dankzij die vormgeving biedt het apparaat serieuze voordelen, zo schrijft de site. Het belangrijkste voordeel is dat er geen ondergrond voor het gadget nodig is, waarmee dit het eerste toetsen-'bord' is dat ook comfortabel in de luie stoel of zelfs in bed gebruikt kan worden. Helaas is de AG-5 niet draadloos, maar aan een wireless opvolger wordt gewerkt. Vooralsnog is er een usb-draadje nodig om de toetsenbord-en-muis-vervanger aan het werk te krijgen. Het apparaat werkt in elk geval probleemloos met Windows, Linux, OS X en zou daarnaast bedoeld zijn om met handhelds gebruikt te worden.
Het grootste nadeel is de hoeveelheid tijd die het kost om met het apparaat te leren omgaan. Voor snelheden tot driehonderd aanslagen per minuut heeft een nieuwe gebruiker volgens de fabrikant dertig tot zestig uur nodig. Volgens de reviewer bedraagt de lestijd 'enkele weken': na de eerste week van 'semi-incidenteel gebruik' behaalde hij een snelheid van 225apm, terwijl zijn 'normale' typesnelheid zo'n 100apm hoger ligt. Wie al blind op een qwerty-toetsenbord kan typen, zal die vaardigheid echter niet verleren, zoals dat wel bij het aanleren van bijvoorbeeld de dvorak-layout het geval is. Er zijn nog wel wat minpuntjes te noteren: de trackball reageert wat sloompjes en is zo te zien niet optisch, er is geen scrollwieltje en de caps lock-toets heeft geen scan code - maar dat laatste 'is alleen belangrijk voor obsessieve toetsenremappers die Linux gebruiken', aldus de reviewer, die volgens eigen zeggen in die categorie valt. Verder is alleen de versie voor 'kleine tot middelgrote handen' leverbaar, grotere modellen komen er volgens de fabrikant te zijner tijd aan.
Het zal weinig verbazing wekken dat de AG-5 ook voor het spelen van spelletjes geschikt is, al zal er wel het een en ander aan toetsenbordshortcuts geprogrammeerd moeten worden en is er weer even tijd nodig om aan de nieuwe opzet te wennen. Bij een FPS als Unreal Tournament wordt de WASD-layout toch wel gemist door de plaatsing van de toetsen, waarbij de bewegingsrichting in het spelletje net niet overeenkomt met de oriëntatie van de vingers. Niet alle hardcore FPS-gamers zullen positief over de AG-5 zijn, maar het is op z'n minst een 'interessante belevenis', lezen we. De slotconclusie is dat er nog zeker ruimte voor verbetering is, maar dat het innovatieve en veelbelovende concept staat als een huis.

