Apple iPad 1

Behuizing en hardware

De iPad meet 243x190x13,44mm en weegt - afhankelijk van de uitvoering - tussen 680 en 730 gram. Het ips-scherm heeft een diagonaal van 9,7” met een beeldverhouding van 4:3 en een resolutie van 1024x768 pixels. Net als bij de iPhone is er onderaan het scherm een fysieke Home-knop aanwezig; de rest van de bediening verloopt via de touchinterface. Naast de aan-uitknop en de volumeknoppen is er nog een knop aanwezig om de rotatiemogelijkheid te vergrendelen. De iPad beschikt niet over een camera.

Het apparaat wordt aangedreven door een door Apple zelf ontworpen chip met de naam Apple A4. Deze is gebaseerd op het Cortex A8-ontwerp van chipontwerper ARM en heeft een kloksnelheid van 1GHz. De grafische taken worden afgehandeld door een PowerVR SGX535-gpu van Imagination Technologies en in totaal was 256MB werkgeheugen aanwezig. De A4-chip is vrijwel gelijk aan de Hummingbird-chip die Samsung in zijn eerste Galaxy S-smartphone gebruikte.

De iPad werd geleverd in een uitvoering met enkel wifi-ondersteuning en een variant met zowel wifi als 3g. Beide varianten waren leverbaar met 16GB, 32GB of 64GB opslaggeheugen waarmee het totaal aantal iPad-modellen op zes uitkwam.

Software

De iPad draaide bij zijn introductie op versie 3.2 van Apples iOS-software, hetzelfde besturingssysteem dat eerder samen met de iPhone geïntroduceerd werd. De tablet kon overweg met alle apps die voor de iPhone geschreven waren. Deze konden op ware grootte in het midden van het scherm weergegeven worden of opgeblazen worden naar twee keer hun normale afmetingen. In het laatste geval ging de beeldkwaliteit wel achteruit.

In het begin waren er maar weinig apps die specifiek voor de iPad gemaakt waren, maar sinds de introductie is het aantal iPad apps sterk gegroeid. Vandaag de dag zijn er volgens Apple meer dan 200.000 beschikbaar. Het grote aantal apps die specifiek voor de tablet gemaakt zijn wordt vaak genoemd als een groot voordeel van de iPad boven tablets met het Android-besturingssysteem.

Net als bij de iPhone kunnen apps alleen maar via de App Store geïnstalleerd worden. Gebruikers die ook applicaties willen gebruiken die daar niet in staan, dienen hun apparaat eerst van zijn beveiling te ontdoen; een proces dat bekendstaat als ‘jailbreaken’. Apple staat dit officieel niet toe en probeert zijn software hier tegen te beveiligen.

De iPad werkte samen met het softwarepakket iTunes, dat ook gebruikt werd om iPhones mee te beheren. Met deze software, die beschikbaar is voor Mac en Windows, is het mogelijk om muziek, foto’s, video’s te synchroniseren met de tablet.

Succes

De iPad ging op 3 April in Amerika de verkoop in en Apple verkocht op de eerste dag 300.000 stuks. Binnen een maand was het aantal verkochte iPads opgelopen tot meer dan een miljoen. Het apparaat kreeg twee opvolgers en hoewel er concurrentie is van tablets met het Android-besturingssysteem is de iPad veruit marktleider. Tot aan het derde kwartaal van 2012 waren er in totaal van alle verschillende soorten iPads bij elkaar meer dan 80 miljoen exemplaren verkocht.