Roeren in de oersoep
Spore is uit en dat is groot nieuws. Het is de eerste echt nieuwe game van Will Wright sinds The Sims, en bovendien zijn de verwachtingen hooggespannen, omdat Spore als erg vernieuwend wordt gezien.
Volgens de eerste berichten zou Spore een godgame zijn die op het gebied van goddelijke aspiraties Sid Meier's Civilization zou doen verbleken. Vreemd genoeg begint het spel echter met een zuiver wetenschappelijke verklaring van het begin van het leven, op de planeet die de eerste helft van het spel je thuisbasis zal vormen en later als uitvalsbasis dient voor je intergalactische uitbreidingen. In de introfilm dondert een brok steen uit de ruimte op je naamloze planeet. De steenklomp valt uiteen, komt in zee terecht en uit de brokstukken ontstaat het eerste leven - daar komt geen god aan te pas. Er ontstaan kleine eencellige organismen, die zich nog in alle richtingen kunnen ontwikkelen. Bij dat laatste heb je als speler de sturende hand, je bepaalt hoe het eencellige wezen dat je onder je hoede krijgt evolueert tot een ruimtevarend volk. Je hebt uiteraard de nodige invloed op dat proces. Met de inmiddels befaamde en gratis verkrijgbare Creature Editor kun je volledig bepalen hoe je wezentje eruit ziet, en later in de evolutie kun je op dezelfde manier het uiterlijk bepalen van je volk, hun huisvesting en hun voertuigen. Het zijn echter niet alleen die uiterlijke kenmerken die bepalen hoe de andere levensvormen in het heelal tegen je aankijken. Spore legt nauwkeurig vast hoe je je gedraagt en andere levensvormen zullen hun gedrag daarop aanpassen.

Nederlands
Je begint het spel dus in de Celfase. Fase en niet Phase, want Spore is volledig vertaald naar het Nederlands, zoals gebruikelijk bij de games van Elecronic Arts. De Creature Editor heet daarom bij ons de Wezenschepper. Je begint het spel met de Oerwezenschepper, waarin je in eerste instantie niet veel meer kunt dan de kleur van je oersoepzwemmer bepalen. Daar komt echter snel verandering in. De eerste keuze die je krijgt voorgelegd in de Oerwezenschepper, is of je je beest vlees wil laten eten of groenvoer. In de oersoep waarin je rondzwemt, zweven groene en rode brokjes en je voorkeur bepaalt welke je creatie kan consumeren. Door brokken te eten, groeit hij. Zo nu en dan zit er een brokje dna verborgen in het eten en dat kun je gebruiken om je beestje te laten evolueren. Welke dna-onderdelen je oppikt is geheel willekeurig. Je kunt drie verschillende kaken oppikken en geen vinnen, maar al snel heb je van alles wat. De verschillen zijn direct merkbaar.

De eerste evolutionaire stapjes
De besturing van je wezentje lijkt heel stroef te verlopen, tot een staart en vinnen zijn opgepikt. Vooral voor een carnivoor is deze keuze belangrijk, want wat verder in de Celfase beland je in een waar kat-en-muis-spel. In de oersoep zwemmen ook grotere wezens, en het is eten of gegeten worden. Wat extra snelheid kan dus geen kwaad. Vegetarische wezens zijn daarbij vooral gediend van snelheid, om te ontsnappen aan de vleeseters. Carnivore wezens hebben meer aan wendbaarheid, zodat ze hun stekel op de vijand kunnen richten. Je kunt je wezen ook uitrusten met een gifspuit en hem elektrische schokken uit laten delen. Met wat mazzel pik je het onderdeel op dat je wezen tot een omnivoor maakt, wat het vooral in de volgende twee fases eenvoudiger maakt om aan eten te komen. De Celfase is een soort veredelde Pac-Man, met als bonus de stukken dna waarmee je je wezen op kunt leuken. Het is wel wat minder spannend dan Pac-Man, maar je bent er met een half uur ook wel klaar mee - te kort om je te vervelen, vooral omdat het wel erg leuk is om met de uitrusting van je wezentje te experimenteren. Na een aantal keer in omvang te zijn verdubbeld, zul je een stukje dna oppikken dat je een voorzichtig begin van intelligentie geeft. Dan is het tijd om het water te verlaten en over te gaan naar de Wezenfase.
Putten uit de online Sporepedia
Eenmaal aan land krijg je eerst de Wezenschepper voorgeschoteld. Daarin kun je je beest omvormen tot landwezen, wat wil zeggen dat je er poten op kunt plakken. Vanaf dan kun je ook het lichaam van je beest flink onder handen nemen en er de raarste vormen van maken. Ook hier zijn in het begin de mogelijkheden vrij beperkt, je zult onderdelen moeten verzamelen om het aantal opties te vergroten. In de Wezenfase krijg je voor het eerst soortgenoten. Er zijn opeens meer wezens zoals jij en die luisteren naar je. Hoewel, je hebt een nest en de rest van de groep blijft daar op je wachten, tot je de mogelijkheid krijgt om er één mee op pad te nemen die je volgt en keurig herhaalt wat jij doet. Uiteindelijk kun je zo drie groepsleden achter je aan krijgen. In de Wezenfase ben je omringd door andere groepjes beesten, ieder rond hun eigen nest. Spore plant daar willekeurige wezens van vergelijkbare sterkte.

Online database
Het mooie is dat het spel daarbij put uit een gigantische database. De makers hebben al een enorme variatie aan wezens gemaakt, maar het spel zal ook automatisch uit de online Sporepedia putten, waar spelers hun wezens naar kunnen uploaden. Je speelt niet tegen andere spelers, het spel zal alleen putten uit wat andere spelers hebben gemaakt en die creaties gebruiken om jouw planeet te bevolken. De voorraad en variatie is enorm, vooral bij de door spelers gemaakte wezens. Volgens Maxis, de makers van het spel, zijn er nu al meer diersoorten in de Sporepedia opgenomen dan er op Aarde rondscharrelen. In de Wezenfase dien je de dominante groep in de omgeving te worden. Dat doe je door andere groepen uit te roeien of door er vriendjes mee te worden. Het eerste is leuker dan het laatste. Vechten doe je zo'n beetje zoals in een massive-multiplayer onlinegame. Je hebt een bar onderin beeld, met knoppen die corresponderen met de cijfertoetsen op je toetsenbord.

Mmo
Elke vaardigheid die aan een knop is gekoppeld heeft een timer en je kunt hem pas na een aantal seconden weer gebruiken. Bij de krachtiger opties duurt het uiteraard langer voor je ze weer kunt toepassen. Extra opties speel je vrij door opnieuw brokken dna te verzamelen. Daar zijn er tientallen van, verdeeld in handen, voeten, armen, benen, wapens en wat ongedefinieerd spul. Elk onderdeel vertegenwoordigt een bepaalde waarde, dus het zorgt ervoor dat je iets sneller rent of iets harder slaat, of het geeft je een extra optie, zoals het bestormen of met gif bestoken van je tegenstanders. Gedurende je trektocht langs de andere nesten, vind je voorwerpen die je vaardigheden verder opschroeven, bijvoorbeeld '+4 rennen'.

De brokken dna liggen verspreid over het strand waar deze fase zich afspeelt, en de meeste brokken liggen rond de nesten van andere groepjes. Wil je carrière maken, dan zul je de andere groepen op moeten zoeken. Je krijgt ook missies waarbij je op de andere groepen wordt afgestuurd, hoewel je daar een eigen draai aan kunt geven. Als het spel je vraagt om vriendjes te worden met vier leden van groep X, staat niets je in de weg om ze af te slachten - en andersom. Het doel is duidelijk, je moet de dominante groep worden. Als je wat onderdelen hebt verzameld en met de omliggende groepjes klaar bent, krijg je er wat intelligentie bij en dirigeert het spel je naar een nieuw nest, omringd met sterkere groepen.
Intellectuele beperkingen
Dat gaat zo een paar keer door, totdat je brein klaar is voor het gebruik van gereedschap. Het vechten is prima uitgewerkt en de mmo-achtige bediening werkt goed, al zit het voortbewegen van je wezen wat klungelig in elkaar. Het toevoegen van groepsleden is erg handig. Met een groep van vier veeg je de meeste nesten in je omgeving zo schoon. Minder geslaagd vind ik het sociale aspect. Je kunt proberen andere wezens voor je te winnen door ze te charmeren. Dat is een na-aapspelletje. Je legt op vriendelijke wijze contact met een ander beest, dat vervolgens zal gaan dansen, zingen, charmeren of stoer poseren. Dat moet je vervolgens nadoen, dus als het wezen gaat dansen, moet je zo snel mogelijk ook gaan dansen en als het wezen vervolgens gaat zingen, moet je weer zo snel mogelijk reageren door ook te gaan zingen.

Vriendschap is lastig
Het probleem hierbij is dat elke groep zo zijn eigen voorkeur heeft. De ene houdt erg van muziek en de andere doet graag stoer. Of het wil lukken om vriendjes te worden hangt erg af van je uitrusting. Als je beest is uitgerust met onderdelen die het dansen bevorderen maar niet het zingen, maak je weinig kans bij een wezen dat uit een muzikaal nest komt. Toch moet je je wel specialiseren, want met middelmatige waarden op alle vier de charmeeronderdelen red je het ook niet. Bij je wapenuitrusting speelt dat veel minder. Vijanden zijn gevoelig voor alle soorten wapens, of het nu gif is of brute kracht. Het maakt dus minder uit wat voor wapens je kiest, als ze maar pijn doen als je op het juiste moment op de juiste knoppen drukt. Gelukkig ben je ook met de Wezenfase geen uren bezig en blijft het erg leuk om geconfronteerd te worden met de bizarre wezens die andere spelers hebben gemaakt. Toch is het jammer dat vriendjes worden wat minder goed is uitgewerkt, want je speelstijl heeft invloed op het vervolg in Spore. Wie agressief speelt, zal agressievere tegenstanders voorgeschoteld krijgen in de rest van het spel.
Baby's
Als je brein eenmaal kan bevatten wat een werktuig is, ben je toe aan de Stamfase. Dat is een kleinschalige strategiegame die je leert om verschillende dingen tegelijk te doen. Je groep groeit eerst tot zes en later zelfs tot twaalf stamgenoten, die je allemaal opdrachten kunt laten uitvoeren. Die opdrachten zijn heel simpel. Je kunt kiezen uit 'haal eten', 'eet' en 'val aan'. Er zijn ook vriendelijkere opties, maar die zijn voorbehouden aan de groepsleider. Doel van de fase is om de dominante stam te worden en dat kan weer goedschiks of kwaadschiks. Als de fase begint, ben je de enige groep die zich tot stam heeft geëvolueerd, maar er komen er snel zes bij, die je allemaal de baas moet zien te worden.
Eten is ook meteen de enige grondstof die er is. Je nest is uitgegroeid tot een kleine nederzetting, je basis, waar al een hut staat en waar je gebouwen aan kunt toevoegen door bouwstenen van andere stammen te krijgen, of ze te roven. Je stamleden hebben een balk die aangeeft of ze gezond zijn en of ze honger hebben. De honger maakt dat ze niet te lang bij hun basis vandaan kunnen blijven en genezen doen ze ook binnen de grenzen van de basis. Je kunt dus alleen korte exercities maken. Mocht je een stamlid verliezen in de strijd, dan kun je in de hut in je basis heel simpel een baby tevoorschijn toveren, die na een minuutje is uitgegroeid tot volwaardig stamlid. Het maken van een baby kost eten, dat wel.
Multitasking
Als gezegd, in de Stamfase gaat het om multitasking. Heel ingewikkeld is het allemaal niet. Erg uitdagend ook niet, hoewel de andere stammen behoorlijk agressief kunnen zijn. Mocht je ras uitgeroeid worden, dan start je opnieuw aan het begin van de Stamfase. De vriendelijke aanpak is hier een stuk eenvoudiger. Je kunt je stamleider, liefst aangevuld met een kleine afvaardiging van je stam, op bezoek sturen bij een andere stam en daar via de welbekende dans en zang proberen vriendjes te maken, in ruil voor de bouwstenen voor de hutten in je basis. Die gebouwen geven je stamleden meer mogelijkheden, zoals het dragen van speren of het eenvoudiger verzamelen van eten. Het is hier 'of' en niet 'en', dus wie kiest voor de militaire bonus, moet het doen met een beperkte voedselvoorraad.

Godzilla
Er is in de Stamfase wel een editor waar je mee aan de slag kunt, maar eigenlijk is die niet zo interessant. Je kunt er alleen wat uiterlijke verfraaiingen mee bij je stamleden aanbrengen, als hoofddeksels, beenbeschermers en borstplaten. De nieuwe uitrusting geeft wat passieve extra's, zoals verbeterde sociale vaardigheden, maar geen nieuwe mogelijkheden. Al met al is de Stamfase vermakelijk, maar niet meer dan dat. Net als in de Wezenfase kun je wel geconfronteerd worden met wat nog komen gaat. Zo nu en dan loopt er opeens een monster van Godzilla-formaat rond, dat her en der wat stamleden oppeuzelt. Er is ook kans dat de omgeving wordt aangedaan door een ruimteschip dat - beam me up, Scotty - een lid van je stam ontvoert. Verder is de Stamfase vooral de opmaat naar de Beschavingsfase, want je speelstijl komt terug in het type stad dat je daar gaat bouwen. Afhankelijk van je speelstijl word je een militaire beschaving als je agressief hebt gespeeld, een religieuze beschaving als je juist vreedzaam hebt gespeeld of een economische beschaving als je van beide een beetje hebt gedaan - wat nog niet meevalt. Je type beschaving komt tot uiting in de gebouwen en voertuigen die je in je stad kunt bouwen.
Stedelijke bebouwing
Nu je de dominante soort bent op de planeet, blijken er in de Beschavingsfase geen andere soorten meer over te zijn. Je eigen volk is echter versplinterd en verspreid over een stuk of acht steden, die opnieuw strijden om hegemonie. Je vecht dus tegen soortgenoten, die opeens vijanden zijn geworden. Je bent er op die manier echter wel zeker van dat ze dezelfde middelen hebben. In de Beschavingsfase krijg je een aantal editors voorgeschoteld, te beginnen met de Gebouwenschepper, waarmee je eerst een stadhuis dient te maken. De editors zijn in deze fase wat uitgebreider dan in de voorgaande, je hebt meteen vanaf het begin veel meer keuzemogelijkheden. Er zijn veel meer onderdelen om je gebouw mee samen te stellen, die bovendien stuk voor stuk vervormd, verschoven, in- en uit elkaar getrokken en gekanteld kunnen worden.

Speelstijl
Er zijn allerlei onderdelen, van daken, balkonnetjes, deuren en ramen, tot rare ornamenten om het geheel mee te versieren. En als het stadhuis staat, wachten een woonhuis, een fabriek en een amusementscentrum om de bevolking van je stad onder te brengen, voor je te laten werken en een beetje tevreden te houden. Het brood-en-spelen-principe dus. Later in de Beschavingsfase maak je ook nog een voertuig en naarmate je meer vijandige steden onder je hoede hebt gekregen, kun je ook nog een boot en een vliegtuig ontwerpen. Uiteraard zijn er onderdelen beschikbaar die je speelstijl weergeven. Voor wie vredelievend is en een religieuze stad heeft, zijn er allerlei onderdelen te koop die zijn gericht op propaganda, het wapen der gelovigen.
De economie
Jammer is wel dat je in deze fase vastzit aan die speelstijl. In de voorgaande twee fases en ook in de opvolgende Ruimtefase kun je eigenlijk bij elke confrontatie kiezen of je de vredelievende aanpak wilt kiezen of de strijdlustige. In de Beschavingsfase niet. Als je in de voorgaande fases voornamelijk agressief hebt gespeeld, zit je hier vast aan een militaire stad met dito voertuigen en middelen. Daar kun je niet mee handelen en ook geen propaganda mee bedrijven. Verder is de Beschavingsfase vooral een strijd om grondstoffen. Buiten de steden liggen hier en daar bronnen, ongeveer twee keer zoveel als er steden zijn. Die bronnen spugen een soort gas uit dat kan worden gewonnen en dat de economie voedt. Wie een bron claimt, kan het gas winnen en afvoeren naar zijn stad, om de economie draaiende te houden. Geen gas betekent geen inkomsten en geen inkomsten betekent geen voertuigen.

Terug naar de bron
Uiteraard kunnen de bronnen worden veroverd en wie de meeste heeft, krijgt de meeste voertuigen, waar de al dan niet vredelievende strijd mee wordt gestreden. Het leukste onderdeel van de Beschavingsfase is het inrichten van je stad en van de steden die je later onder je hoede krijgt. Er zijn in elke stad maar een paar plekken, hooguit een stuk of tien, waar je een gebouw neer kunt zetten en je kunt kiezen of daar een fabriek, een huis of het entertainmentcentrum moet komen. Op die manier heb je invloed op de productie van je steden. Als je meer steden onder je controle krijgt, win je ook wat superwapens. Als je de militaire weg kiest, krijg je bijvoorbeeld de Gadgetbom, waarmee je in één keer een vijandige stad onder de knie krijgt, hoe groot de weerstand daar ook is. De Gadgetbom heeft uiteraard een lange afkoelingstijd en er zit een belangrijk nadeel aan het gebruik. Gebouwen in de stad raken zo zwaar beschadigd dat ze niet meer kunnen worden opgebouwd, en ook niet meer kunnen worden vervangen door nieuwe gebouwen. De veroverde stad zal dus niets voor je produceren. De omvang van de steden die je in je bezit hebt, bepaalt ook hoeveel voertuigen, boten en vliegtuigen je kunt maken.

Een adder onder het gras
Hier zit een adder onder het gras, want de wereld is verdeeld in een aantal eilanden en voertuigen kunnen niet oversteken. Je kunt ze niet aan boord van een boot of vliegtuig naar de overkant brengen. Als je dus veel voertuigen op een eiland hebt, zijn je mogelijkheden op een volgend eiland beperkt. Je kunt de voertuigen niet overvaren en ook niet omruilen, daardoor kun je op het tweede eiland slechts een beperkt leger inzetten. Nu is de strijd verder niet al te spannend, dus deze beperking vormt eigenlijk wel een aangename uitdaging. De religieuze strijd lijkt verdacht veel op de militaire, waarbij je in plaats van kogels en bommen een regen aan propaganda op je tegenstander afvuurt, in de hoop de bevolking te overtuigen.

De economische kant is misschien wel het lastigste onderdeel. Met deze kaart leg je handelsroutes aan tussen jouw stad en de andere, en je kunt bondgenootschappen sluiten met bepaalde steden. Geld is daarbij het voornaamste wapen. Wie genoeg geld heeft, kan uiteindelijk de andere steden gewoon opkopen. In het echte zakenleven bestaan per slot van rekening ook 'vijandige overnames'. Net als bij de Stamfase is het aantal tegenstanders zeer beperkt. Zeker in de Beschavingsfase hadden dat er best wat meer mogen zijn, om de uitdaging wat groter te maken.
Ruimtehandel
Als het je eenmaal gelukt is om alle steden aan je gezag te onderwerpen, is er op je planeet geen uitdaging meer en moet je het letterlijk hogerop zoeken. Ontwikkelaar Maxis doet nu een beroep op je wijsvinger en het wieltje van je muis en daarmee krijg je de mooiste optie van Spore voorgeschoteld: uitzoomen. Met een draai aan het wiel stijg je op tot hoog boven het oppervlak van je planeet. Met nog een draai zit je boven de dampkring en ben je in de ruimte. Een volgende draai brengt je boven je eigen zonnestelsel uit, zodat je neerkijkt op de zon, met je planeet in een groene baan eromheen - dit om aan te geven dat het een vruchtbare planeet is. Je kunt nog verder uitzoomen en dan zie je de zonnestelsels in de buurt en met nog een draai zoom je nog verder uit, al is die laatste stap niet direct beschikbaar. Voordat je op kunt stijgen, dien je echter eerst een ruimteschip te ontwerpen, in de Ruimteschipschepper.

Je ruimteschip
Die is gelijk aan de editor voor voertuig, boot en vliegtuig, aangevuld met wat motoren die je nodig hebt voor je interstellaire reizen. Er zijn ook wat wapens aan het arsenaal toegevoegd en die zul je hard nodig hebben, want de strijd wordt in de Ruimtefase een stuk grimmiger. De overgang is vrij groot zelfs, misschien wel te groot. Je staat er in de Ruimtefase bovendien alleen voor en je beschikt alleen over dat ene ruimteschip. Gelukkig begint de Ruimtefase met een vrij uitgebreide tutorial, die je leert hoe je moet vliegen en hoe je de andere mogelijkheden van je ruimteschip onder de knie krijgt. De belangrijkste zijn de radar, de scanner en de tractor beam. Dat is echter lang niet alles en je zult moeten experimenteren om te overleven in deze fase. De Ruimtefase heeft als doel, en dat is meteen het einddoel van het spel, om het centrum van het heelal te bereiken. Dat doe je door steeds meer delen van het heelal te verkennen, wat mogelijk wordt als je Badges verdient. Dat zijn een soort achievements, die je verdient door missies te volbrengen of andersoortige doelen te halen. Door badges te verdienen kun je betere motoren voor je schip krijgen, waarmee het je verder in het heelal brengt.

Terraformen
De Ruimtefase is volledig op handel gericht en er is maar één soort handelswaar: specerijen. Daar zijn echter verschillende soorten van en je zult snel merken dat de prijzen van deze soorten enorm kunnen verschillen. Je haalt de specerijen van de verschillende kolonies die je kunt stichten op andere planeten. Dat stichten is niet eenvoudig, het kost erg veel geld om de benodigde spullen aan te schaffen, en dan ben je er nog niet. Een kolonie is niet direct productief. Je zult de planeet eerst geschikt moeten maken, je zult hem moeten 'terraformen' door met je tractor beam beesten en planten van andere planeten te kapen en ze neer te laten in je kolonie. En dan maar hopen dat ze het uithouden in de atmosfeer en overleven. Alleen als er een gezond ecosysteem is zal de kolonie specerijen voor je produceren. Als de productie op gang is gebracht, kun je op pad om je waar te slijten. Je zult merken dat op bepaalde planeten veel meer wordt geboden voor een van jouw specerijen dan op andere planeten, het is dus verstandig om naar de beste deal te zoeken.
De som en de delen
Voorkeuren veranderen helaas, dus je zult moeten blijven zoeken en iedere keer van planeet naar planeet moeten trekken. Het inzoomen van ver in de ruimte naar het oppervlak werkt snel en vlekkeloos en blijft fascinerend, maar gezien de frequentie waarmee je het zult moeten herhalen is dat maar goed ook. Handel is echter niet alles, want er is ook een militaire kant. De wapens aan boord van je ruimteschip zijn super. Je veegt er moeiteloos steden op andere planeten mee van de kaart. Er zijn echter meer ruimteschepen en die doen niet onder voor dat van jou. Er zijn vriendschappelijke beschavingen in het heelal, maar ook ronduit vijandige. Bovendien zijn er piraten, die elk ruimteschip dat in de buurt komt aanvallen. Dan ontstaat er een heuse dogfight tussen jouw schip en de belagers, die doorgaans twee of drie schepen hebben. Het leven in de ruimte is hard. Je kunt zomaar een beschaving tegenkomen die agressief is en bovendien over veel sterkere wapens blijkt te bezitten. De Ruimtefase is daarmee een veel uitdagender deel dan de voorgaande fases. Tegelijk is het daarmee ook de enige fase die de moeite waard is om echt lang te blijven spelen.

Conclusie
Spore is een behoorlijk ambitieus project. Een echte godgame is het niet, eerder een godengame, waarin je het steeds opneemt tegen creaties van andere scheppers. Het is ook een verzameling van kleinschalige games. Deze games 'minigames' noemen zou te weinig eer geven, maar snel en eenvoudig zijn de Cel-, Wezen-, Stam- en Beschavingsfase zeker. Elke fase is een uitgeklede versie van een bestaand spelconcept. Dat uitkleden is door Will Wright en zijn collega's overigens netjes gedaan. In elke fase is het concept gemakkelijk onder de knie te krijgen. Het is voor de ervaren gamer niet altijd even uitdagend, maar dat is ook nooit de bedoeling geweest van de makers. Het gaat bij Spore niet om de delen maar om de som daarvan, en die som is absoluut meer waard dan de losse delen. Het gemak waarmee je een eencellig wezen laat evolueren naar een ruimtevarend volk is indrukwekkend en hoewel de delen misschien niet allemaal even uitdagend zijn, zul je onderweg genoeg indrukwekkende momenten meemaken. Het constant aan je eigen creatie schaven in de diverse editors is daarbij cruciaal. Dat maakt dat je niet met zomaar een wezen, volk of ruimteschip op pad bent, maar met iets waar je een band mee hebt, en dat is misschien wel de grootste prestatie van het spel. Daarmee is het Will Wright gelukt om een spel te maken dat je ergens om laat geven, en dat is geen eenvoudige opgave.

Pluspunten:
+ De diverse editors en uploadmogelijkheden
+ Creaties van andere spelers tegenkomen
+ Som is meer dan de delen
+ Gemakkelijk te leren
+ Band met eigen creaties
Minpunten:
- Ruimtefase opeens veel moeilijker
- Eerste fases niet voor herhaling vatbaar
Cijfer: 8,5
Titel | Spore |  |
Platform | pc |
Ontwikkelaar | Maxis |
Uitgever | Electronic Arts |
Releasedatum | 4 september 2008 |
:fill(white)/i/1220563826.jpg?f=thumb)