Je hebt techliefhebbers die van tech hun identiteit maken en je hebt er van wie je niets weet van hun techliefde, tenzij je ernaar vraagt. Dat laatste is wat we doen in deze rubriek; we vragen bekende Nederlanders naar hun tech. In deze tweede editie spreken we met QMusic-dj Domien Verschuuren over internetradio maken, thuisstudio's bouwen en de iconische Nokia N95.
Domien Verschuuren werd in 1988 in Tilburg geboren. Velen zullen hem kennen van zijn middagshow op QMusic, van een decennium radio maken bij 3FM of van de succesvolle podcast Man man man, waarin hij met vrienden Bas en Chris op zoek gaat naar wat mannelijkheid voor hen betekent. Toen Verschuuren nog een klein Domientje was, was hij al bezig met radio maken. In 2002 ontdekte hij internetradio en begon hij zijn eigen programma. Het is de eerste keer dat hij zijn radiowerk kon laten horen aan andere luisteraars dan zijn moeder. Hij maakte diverse programma's op verschillende internetradiostations voordat hij in 2006 werd gescout door 3FM. Daar was hij twaalf jaar lang te horen, eerst 's nachts, dan in het weekend en later elke doordeweekse dag. Ook dook hij meer dan eens het Glazen Huis in. Vanaf 2018 is Verschuuren dagelijks te horen in de Q-middagshow en vrijdag in het programma De Nederlandse Top 40.
Waarmee begon jouw liefde voor radio maken; kun je je dat nog herinneren?
:strip_exif()/i/2004895950.jpeg?f=imagemedium)
"Ik zeg altijd dat dat begon met een My First Sony-bandrecorder met microfoon voor kinderen, die ik had toen ik zes was, maar volgens mijn moeder begon het al eerder. Ik kan me ook nog herinneren dat ik een klein Casio-keyboardje had met daarop een demo van Wake Me Up Before You Go Go van Wham. Daar liep ik al mee te sjouwen toen ik twee was. Ik noemde dat ding mijn demo en als ik stout was geweest, was dat het speelgoed dat me afgepakt werd. Later kwam die My First Sony. Dat was echt geweldig. Ik kon ermee opnemen en afspelen en hij had een microfoon. Dan ging ik mijn ouders interviewen en dat terugluisteren.
Op mijn slaapkamer had ik als kind ook heel lang een studio. Nou ja, studio, het begon met een oud cassettedeck van mijn vader en een cd-speler. Later kwamen daar een computer met Windows 3.1 en een dikke crt-monitor bij. Ik weet nog heel goed dat ik een grote tweedehands versterker kreeg waarmee ik van kanalen kon wisselen tussen het tapedeck en de cd-speler. Daar speelde ik mee tot ik mijn eerste mengtafeltje kreeg met microfoon, je weet wel, zo'n omroepsysteem voor in de supermarkt. Verschrikkelijk geluid natuurlijk, maar het was voor het eerst dat ik kon schuiven en eigen kanalen kon bepalen. Daar kon ik vier dingen op aansluiten: twee tapedecks en twee afgedankte cd-spelers. Ik had een babyfoon op mijn bureau staan met een ontvanger in de keuken. Die babyfoon moest altijd aanstaan en dan maakte ik vanuit mijn kamer een radioprogramma. Het geluid was slechter dan AM-geluid en mijn enige luisteraar was mijn moeder, maar dat maakte me niet uit."
Dus je maakte radio, maar zond dat niet echt uit?
"Nee, ik was geen etherpiraat, zoals anderen in die tijd. Ik kon niet van die bakjes met FM-zenders in elkaar zetten. Ik ben echt atechnisch. Ik kan nog net een stekker in een stopcontact steken en een router veilig inregelen. Ik was echt niet bezig met zenders. Ik denk dat mijn generatie daar sowieso niet zo mee bezig was. Ik ben een kind van internet; de generatie daarvoor was bezig met illegale zenders.
Tegelijkertijd hadden we heel lang geen internet thuis. We hebben nooit inbelinternet gehad en we hadden geen ISDN. Dus ik maakte mijn programma's in feite voor niemand behalve mezelf, want ik kon ze niet uitzenden. Ik maakte draaiboeken van mijn programma op een computer, later op Windows 95 in Word. Ik bouwde offline websites voor mijn zelfverzonnen radiostations in Word, met biografieën van al mijn dj's. Uren werk zat daarin en niemand die dat ooit heeft gezien of gehoord. Het was zo erg dat ik naar beneden rende tijdens een liedje, op Teletekst keek waar files stonden en vervolgens naar boven rende om precies op het halve uur de file-informatie door te geven op de radio."
Wanneer veranderde dat?
"Toen we op een gegeven moment breedbandinternet kregen, ging er een wereld voor me open. Ik moet daarbij echt een shout-out geven naar 538 Webstation. Dat was een programma dat in 2001 door Radio 538 was bedacht en dat ontwikkeld was door een Nederlandse softwareontwikkelaar. Je kreeg een cd-rom met daarop een consumentenversie van radiosoftware Dalet. Daarmee kon je je eigen programma in elkaar hangen, jingles importeren en het geheel uploaden naar 538webstation.com. Michiel Veenstra was daarvoor verantwoordelijk en er zaten filmpjes in van een jonge Erik de Zwart en Edwin Evers, die uitleggen hoe radio werkt.
Ik ben uren bezig geweest met dat programma; dat was echt magisch. Binnenkijken in een professionele radiostudio, zo voelde het. Ook al kon mijn Pentium 2 dat programma eigenlijk niet aan en ook al had ik geen muziek en een tijd lang geen internet. Toen ik dat wel had, ging ik ook mijn programma's uploaden en zo kwam ik uiteindelijk bij internetradio terecht. 538 Webstation was een soort brug tussen kloten op cassettebandjes en de internetradio die daarna kwam."
Had je toen meteen veel luisteraars?
"Nee helemaal niet. Als ik een piek van 12 luisteraars had, had ik een weekrecord. Ik begon met Sundance Radio en Live 365. Daar kon je je gratis aanmelden; dan kreeg je serverruimte en kon je vrij uitzenden wat je wilde. Dat kon natuurlijk helemaal niet, want je zond muziek uit waar je de rechten niet voor had. Dat werd in 2002 aan banden gelegd. Ik heb toen nog wel Shoutcast-servertjes opgezet in de hoop dat de Buma of Sena niet achter me aan zou komen, maar toen had ik ook amper luisteraars.
Daarna kreeg je Nederlandse aanbieders die hetzelfde deden en bijvoorbeeld een radiostation voor je hostten tot 100 luisteraars voor 50 euro per maand. Dat werd al snel te duur. Toen ben ik lokaal radio gaan maken in Eindhoven en helemaal afgestapt van internetradio. Totdat ik een uitzending zag van TweeVandaag, waarin de toen nog onbekende Luuk Ikink mocht vertellen over podcasten. Dat was in 2005. Twee weken later stond de eerste aflevering van Koelcast online. Die podcast werd op een gegeven moment best wel populair. Als ik dat nu terugluister, kan ik er wel om lachen. Ik herken mezelf niet in die afleveringen. Ik hoor iemand die aan het puberen was. Ik dacht dat ik een mening had, maar ik was alleen maar aan het trappen. Ik was echt onuitstaanbaar. Daarnaast: toen ik in 2005 met podcasten begon, begreep niemand wat ik aan het doen was. We hadden het vooral over andere Nederlandse podcasters en we kenden elkaar deels van het Radioforum, waar ik ook heel actief was."

Intussen was je geloof ik ook best veel met tech bezig, vooral met telefoons op je blog. Je hebt verschillende artikelen gewijd aan de Nokia N95. Hoe zat dat?
"Ja, de Nokia N95, dat was echt de beste telefoon die op dat moment op de markt was. Wat een topding, supergoeie camera, supergoed scherm, je kon erop twitteren, je had groeps-sms'en: dat was echt een knaller. De N96 was overigens dramatisch: helemaal mislukt die telefoon. Ik schreef over telefoons op een blog, omdat ik dacht dat ik dat ook nog wel kon naast radio maken. Samen met Michiel Veenstra had ik een deal geregeld bij een of andere telefoonwinkel. Dan kregen hij en ik om en om telefoons om te testen. Ik heb de MDA Vario gehad, daarna verschillende BlackBerry's, een van de eerste Androidtelefoons en toen de iPhone 3GS. Ik weet nog dat ik me heel lang heb verzet tegen de iPhone, tegen Apple, maar toen ik die in bruikleen kreeg, was ik verkocht.
:fill(white):strip_exif()/i/1243945968.jpeg?f=imagemedium)
Die fascinatie met telefoons is trouwens helemaal weg tegenwoordig. Ik ben compleet voor het Apple-ecosysteem gevallen. Ik heb ook minder interesse in computers; ik heb het idee dat de echt vette innovaties niet meer in telefonie en computers zitten. Het gaat veel meer over wat de auto gaat doen en hoe je je huis slimmer maakt; dat is veel interessanter. Jarenlang moest ik alles hebben wat een stekker had. Nu ben ik 34 en denk ik: ik heb alles wat ik nodig heb. Ik kijk nog steeds wel op Tweakers als ik iets nodig heb, naar reviews en de Pricewatch en zo, maar ik hou niet meer alle technieuws bij. Mijn Tweakers-account is zelfs laatst geanonimiseerd omdat ik al vijf jaar niet meer ingelogd was.
Ik ben nog steeds geïnteresseerd in technologie, maar veel meer in wat we met technologie gaan doen, in plaats van wat ik met technologie kan doen. Dus ik ben meer geïnteresseerd in wat er gebeurt op het gebied van privacybeleid, duurzame technologie en wat big tech doet."
Heb je dan ook geen thuisstudio meer, zoals in die tijd?
:strip_exif()/i/2004895956.jpeg?f=imagemedium)
"Nee, die heb ik inderdaad al een paar jaar niet meer. Ik heb heel lang een studio gehad toen ik in Hilversum woonde. Toen ik ging verhuizen, heb ik besloten: ik doe het niet meer. Ik heb wel een keer een studiobouwer op bezoek gehad. Toen hij er was, dacht ik: hoe vaak ga ik het nou eigenlijk gebruiken? Ik heb geen projecten of podcast waar ik een studio voor nodig heb en ik doe thuis geen inspreekwerk, dat gebeurt op locatie.
Daar komt bij dat ik misschien ook verwend ben geraakt door een professionele studio. Thuis had ik geen processing, het geluid klonk nergens naar, de levels waren niet goed, maar ik vond het fantastisch. Als ik nu een studio ga bouwen, moet de kwaliteit grenzen aan wat ik bij Q heb. Ik was laatst bij Coen Swijnenberg. Die heeft echt een killer-studio thuis, met alles erop en eraan. Dan ben ik daar en denk ik: als ik iets ga maken, dan wil ik dit.
Maar als je zo'n studio bouwt, is het bijna geen hobby meer. Dan is het professioneel. Ik ben bang dat hobbyisme en de kinderlijke onschuld van vroeger te verliezen als ik er nu weer aan begin. Maar ja, dan praat ik met jou erover en gaat het toch weer kriebelen."
Je eigen podcast Man man man neem je daarentegen niet op in een professionele studio.
:strip_exif()/i/2004895958.jpeg?f=imagemedium)
"Nee, daarvoor gebruiken we een Zoom H6, gewoon aan de keukentafel, zonder koptelefoon op. Dat was een heel bewuste keuze. We zijn allemaal radiomakers en als we een koptelefoon opzetten, gaan we gelijk weer radio zitten maken. Dat gaat in tegen het hele idee van de podcast. Het blijft een keukentafelgesprek.
We hebben het wel geprobeerd hoor. Voor onderweg kochten we een tijdje terug een Rodecaster, maar die gebruikten we in de praktijk niet. We hebben een kantoor geprobeerd, met camera's en ledverlichting, maar dat werkt gewoon niet voor ons. Iemand wordt dan toch weer de dj; je bent met zoveel randzaken bezig. We wilden gewoon aan de keukentafel een biertje drinken en een podcast maken. Dus waren we weer snel terug bij de H6."
Als je terugkijkt naar podcasten in 2005 en podcasten nu: wat is er in die tijd veranderd?
"Podcasten is sowieso veel makkelijker geworden. Het kan tegenwoordig makkelijk en gratis, hosting is goedkoper geworden. Iedereen met een goed idee kan een podcast maken. Podcasten is daarnaast een massamedium geworden met een veel groter publiek, met Spotify, Google, Apple, partijen als Dag en Nacht Media, waar wij bij zitten, en de NPO. En ook belangrijk: er kan geld mee verdiend worden, of je nu een bekende naam bent of een onbekende journalist.
Daar staat tegenover dat je maar één kans hebt. Het geluid moet dus wel goed zijn. Er zijn zoveel podcasts waarbij ik gestopt ben met luisteren omdat het geluid niet goed was. Als Man man man met slecht geluid was gemaakt, was er niemand geweest die was blijven luisteren en hadden we nooit zeven seizoenen kunnen maken. Ik zit nog te wachten op de eerste Videoland-achtige blockbuster, een podcast waar heel Nederland het over heeft, een Spotify-exclusive met tien goede verhalen ofzo. Ik had dat eigenlijk afgelopen jaar wel verwacht."
Is er iets dat je beginnende podcastmakers of radiomakers wil meegeven?
"Ga het gewoon doen; begin ergens. Mensen die radio willen maken, zou ik willen zeggen: verdiep je in wat mogelijk is. Begin met een goedkope microfoon en ga ontdekken wat je nodig hebt. Als je je hobby wil ontdekken, kloot lekker aan. Maar ook: durf te investeren; elke hobby kost geld. Je hoeft niet gelijk het beste van het beste te hebben. Ik begon bijvoorbeeld met een microfoon van de Wibra. Als je gewoon ergens begint, ontdek je wel wat je wil gaan doen.
Voor mensen met een goed idee, die vooral willen vertellen en niet echt bezig zijn met de hobby van het muziek maken: verdiep je een klein beetje in wat goed geluid geeft, een goede USB-microfoon bijvoorbeeld. Je hebt maar één shot, dus zorg dat het goed klinkt."