Met zo'n beetje iedere high-end smartphone kun je tegenwoordig wel foto's in raw schieten. Dat geldt ook voor alle toestellen in deze test, met de meegeleverde camera-app. Enkel de iPhone 12 Pro Max kon het bij lancering nog niet met de meegeleverde app, maar wel met andere camera-apps. Met iOS 14.3, dat medio december uitkwam, heeft Apple voor het eerst ook een raw toggle in de normale camera-interface toegevoegd.
Zoals je kunt lezen in het gelinkte achtergrondartikel geeft het schieten in raw beduidend meer flexibiliteit in de nabewerking dan het gebruikelijke jpg-bestandsformaat waarin foto's normaal worden opgeslagen. Om een jpg-bestand met een resolutie van tientallen tot honderden megapixels niet al te veel ruimte te laten innemen, wordt het sterk gecomprimeerd vanaf de originele ruwe data, waarbij de kleurdiepte (het aantal verschillende kleuren) omlaaggaat. Je zult dat misschien niet merken als je het eindresultaat simpelweg bekijkt. Het wordt echter wel relevant als je de foto nog wilt bewerken. Highlights die in een jpg-foto helemaal wit uitslaan kun je nooit meer terugwinnen door in de bewerking de belichting terug te schroeven. Bij het bewerken van een raw bestand kan dat nog prima lukken, omdat de details in die gebieden tijdens het maken van het bestand niet zijn weggegooid. Hetzelfde geldt voor schaduwen die veel te donker zijn geworden, of een verkeerde witbalans. Met raw heb je alle mogelijkheden om dit in de nabewerking aan te passen.
Foto uit het gelinkte artikel over raw fotografie: eerst het origineel, vervolgens de bewerkte jpeg en de bewerkte raw
De voordelen van schieten in raw zijn dus duidelijk, voor wie het maximale uit een toestel wil halen, maar zonder nadelen is het formaat niet. Een raw bestand kan om te beginnen veel groter zijn dan een gewone jpg. Hoeveel groter loopt opvallend sterk uiteen tussen de toestellen in deze test. Raw bestanden van de Google Pixel 5 nemen over het algemeen maar een megabyte of 10 in, alsnog ongeveer twee tot drie keer zoveel als de gemiddelde jpg. Bij de meeste andere modellen moet je rekening houden met 20 tot 25MB per raw foto. De Huawei P40 Pro+ alloceert voor ieder raw bestand liefst 96MB. Het is dus maar goed dat ons testmodel is voorzien van 512GB opslag. Een tweede potentieel nadeel van raw bestanden is dat je ze minder breed kunt gebruiken dan standaard jpg-bestanden die je met iedere app die iets met foto's doet wel kunt openen, bewerken en verzenden. Dat geldt lang niet altijd voor het dng-formaat waarin raw bestanden worden opgeslagen. Het is daarom handig als het toestel van iedere foto gelijktijdig zowel een jpg- als raw bestand opslaat. Dat doen alle modellen, met uitzondering van de iPhone 12 Pro Max.
Niet altijd optimaal
Tijdens onze praktijktest blijkt bovendien dat de mogelijkheden voor raw fotografie niet altijd optimaal worden geïmplementeerd, tenminste in de meegeleverde camera-app. Zo kun je met de Huawei P40 Pro+, Galaxy Note20 Ultra en OnePlus 8 Pro enkel in raw schieten wanneer je de Pro-stand gebruikt. Daardoor pakt schieten in raw op deze modellen in de praktijk eerder nadelig uit voor de beeldkwaliteit. Zoals eerder opgemerkt passen toestellen allerlei trucs toe om meer data te verzamelen bij het nemen van een foto, bijvoorbeeld het opdelen van de sensor in meerdere gebieden, het maken van meerdere foto's met andere belichting, of het terugrekenen van meerdere sensorpixels tot één exemplaar in de uiteindelijke foto. In de Pro-modus lijken veel van deze stappen te worden overgeslagen. Hoewel de data in het raw bestand wel veel meer nuances bevat dan een jpg, heb je in de nabewerking daardoor soms toch het nakijken. Er is op het moment dat de foto werd genomen immers veel minder data verzameld.
raw fotografie met de Samsung Galaxy Note20 Ultra: links de onbewerkte raw, vervolgens de raw met nabewerking en rechts een jpg genomen met de automatische stand. Hoewel de iso-waade volgens de exif-data bijna gelijk is, zijn er in de raw meer ruis en gekleurde artefacten in de schaduwen zichtbaar, waarbij de lucht in het midden tussen de reling van het viaduct compleet wit blijft.
Zoals je hierboven ziet, levert een raw opname die je achteraf nabewerkt niet altijd betere resultaten op dan wanneer je simpelweg de automatische stand gebruikt. Wanneer een toestel zelf een hdr-opname aan elkaar rekent, kan er voor donkere gebieden bijvoorbeeld een opname met langere sluitertijd en lagere iso-waarde worden gemaakt, die vervolgens met de rest van de foto wordt samengevoegd. Voor de lucht kan de belichting juist worden teruggeschroefd. Een raw foto is bij het genoemde drietal echter 'ouderwets' één foto. Bij nachtfotografie is het verschil al helemaal enorm. De informatie in het raw bestand laat zich haast met geen mogelijkheid nog nabewerken tot een resultaat dat beter is dan wat het toestel in de nachtmodus aan elkaar rekent. Je kunt tijdens het maken van de foto in de Pro-modus natuurlijk spelen met de belichtingsduur of andere instellingen, waarmee je toch een beter resultaat zou kunnen verkrijgen. Voor deze foto's hebben we het toestel laten kiezen, net als in de rest van de test. Punt is alleen dat je in de Pro-modus niet, zoals in de nachtstand, een zeer lange belichting kunt kiezen zonder dat dat een bewogen foto oplevert.
Je kunt nog wel iets aanvangen met deze nachtelijke raw opname van de Galaxy Note20 Ultra (links het origineel, rechts de bewerkte versie). Verwacht echter niet hetzelfde resultaat als een foto met nachtmodus, als het gaat om ruis en dynamisch bereik.
Bij de Galaxy Note20 Ultra en OnePlus 8 Pro kun je in de Pro-modus bovendien niet alle camera's gebruiken. Dat betekent dat je voor raw fotografie een deel van het camerasysteem moet missen bij het gebruik van de standaard camera-app. Bij de OnePlus 8 Pro en P40 Pro+ hebben we tot slot een probleem ervaren met de witbalans in de gemaakte raw bestanden, althans met de programma's waarmee wij de raw bestanden op de pc hebben geopend en nabewerkt. Zelfs met de Tint-slider op zijn maximale positie in Lightroom CC vertonen foto's van deze toestellen vaak nog een vreemde kleurtint, waarbij de complete foto groen of paars uitslaat wanneer de slider op een neutrale positie wordt gezet.
Beter voor de pro
Gelukkig zijn er ook toestellen waarmee fotograferen in raw wel goed werkt: de iPhone 12 Pro Max, Google Pixel 5 en Sony Xperia 1 II. Bij de eerste twee kun je raw fotografie inschakelen in de normale camerastand en de nachtmodus. Zo kun je dezelfde data die het toestel tot zijn beschikking heeft, gebruiken voor je eigen nabewerkingen. De Google Pixel 5 slaat standaard zowel een jpg- als raw bestand op. Hieronder zie je een vergelijking tussen een jpg van het toestel, en een raw opname die we naar eigen inzicht hebben nabewerkt. Enorm veel beter wordt het resultaat niet altijd, omdat Googles eigen nabewerking al behoorlijk geavanceerd is, maar het is leuk om vanaf daar verder te kunnen finetunen.
Google Pixel 5: links de jpg, rechts een bewerking op basis van het raw bestand
In het raw bestand worden standaard by design niet dezelfde nabewerkingstrucs toegepast als het toestel zelf doet, zoals lokale tone mapping (het helderder of donkerder maken van bepaalde delen van de scène), ruisonderdrukking of verscherping. Misschien vind je sommige nabewerkingen die het toestel van zichzelf toepast eigenlijk wel prima, en wil je bijvoorbeeld alleen de belichting nog wat verbeteren.
:strip_exif()/i/2004079220.jpeg?f=imagenormal)
Daar heeft Apple iets op bedacht in de vorm van ProRAW, waarover de iPhone 12 Pro Max beschikt. Zoals te lezen in deze lezenswaardige blogpost over het formaat, afkomstig van de makers van de bekende camera-app Halide, wordt een deel van de bewerkingen die het toestel normaal gesproken toevoegt aan de foto, in een Proraw foto non-destructief aan het raw bestand toegevoegd door middel van metadata. Dat zie je mooi in het onderstaande voorbeeld. In de jpg zit de tonemapping van het toestel al verwerkt, in het kale raw bestand zie je het echter niet, omdat het programma waarin we het raw bestand hebben geopend nog geen ondersteuning biedt voor Apples nieuwe metadata. Misschien is dat ook de reden waarom de iPhone 12 Pro Max standaard geen jpg opslaat wanneer je in raw fotografeert. Totdat programma's en apps brede ondersteuning hebben voor raw bestanden en Proraw metadata, was dat echter wel handig geweest.
iPhone 12 Pro Max: links een jpg, midden een onbewerkt raw bestand (zonder toegepaste metadata) en rechts de nabewerkte raw
De Sony Xperia 1 II, tot slot, kwam op de voorgaande pagina's niet zo best uit de verf, maar komt eindelijk in zijn element wanneer je ermee in raw gaat schieten. We gebruikten daarvoor de aparte Photo Pro-app die Sony meelevert, want de gewone camera-app ondersteunt geen raw opnamen. Je kunt ook in deze app hdr-opnamen maken en ook lijkt het toestel soms zijn net-niet-nachtmodus te gebruiken. De Xperia 1 II is van zichzelf misschien niet goed in het combineren van al die data tot een fraai jpg-bestand, maar als je in raw schiet heb je daar weinig last van. Dan is te merken dat het camerasysteem qua hardware prima in elkaar zit. Met een beetje extra werk in de nabewerking valt er van de foto's best iets moois te maken, zonder de fletse contrasten, rode tint en matige detail/ruisverhouding waar de standaardfoto's vaker door geplaagd worden. Aan de matige lens valt allicht weinig te doen. Bovendien produceert de concurrentie in de vorm van de iPhone 12 Pro Max en Pixel 5 niet alleen prima raws, maar ook veel betere foto's direct van de camera.