Samengevat
Met de Silent Base 802, als verbeterde versie van voorganger 801, biedt be quiet nog altijd een zeer stille behuizing die ondanks zijn lage geluidsniveau prima koelt. Wil je meer airflow, dan kun je de gesloten, stille voor- en bovenpanelen vervangen door versies met roosters. Dat levert iets meer geluid op, maar ook betere koelprestaties. Je betaalt voor de verwisselbare panelen wel een aardige meerprijs.
Twee jaar geleden introduceerde het Duitse be quiet zijn Silent Base 801-behuizing. Een flinke toren die, zoals de naam aangeeft, je systeem lekker stil moet houden en toch prima koelt. De 801 werd voor het eerst getoond tijdens Computex 2018 en kwam in oktober dat jaar op de markt voor een introductieprijs van 140 euro zonder en 150 euro met glazen zijpaneel. Dankzij drie 140mm-ventilators en geluiddempend materiaal combineerde de behuizing flinke airflow en koeling met een lage geluidsproductie. Toch blijft er altijd wat te wensen over, reden voor be quiet om een nieuwe versie uit te brengen: de Silent Base 802.
We ontvingen de witte versie met glazen venster; die is 20 euro duurder geworden, met een adviesprijs van 170 euro. De uitvoering zonder raampje kost 160 euro en de behuizing is in zwart en wit verkrijgbaar.
Voor 20 euro meer mag je ook wel wat meer verwachten. Aangezien de 802 desondanks sterk lijkt op de eerder uitgebrachte 801-behuizing, houden we de review summier. We vergelijken de Silent Base 802 primair met zijn voorganger en in de grafieken met prestaties nemen we ons rijtje eATX-behuizingen van rond de 150 euro mee. We hebben de 802 zowel in zijn 'dichte' configuratie als in de 'open' configuratie getest.
:strip_exif()/i/2003996806.jpeg?f=imagenormal)
Uiterlijk lijkt er niet veel veranderd. In beide gevallen gaat het om een midtower voor moederborden in de eATX-formfactor of kleiner. Beide behuizingen zijn exact even groot: 281mm breed, 539mm diep en 553mm hoog. Aan de voor- en bovenkant is wel het een en ander veranderd en kun je bovendien zelf nog het nodige aanpassen. De 802 wordt namelijk geleverd met een soort ModuVent-systeem dat we nog kennen van Fractal. Het bovenpaneel heeft twee afneembare afdekkingen, zodat je kunt regelen hoeveel warme lucht, en geluid, via de bovenkant kan ontsnappen. De grootste afdekplaat is gesloten en beslaat pakweg 29 centimeter van de bovenkant, en de kleinere plaat van bijna 15 centimeter heeft zes sleuven voor koeling.
Je kunt beide platen echter vervangen door een afdekplaat die geheel voorzien is van een rooster, zodat je van je Silent Base een kast met flinke airflow maakt. In combinatie met die bovenplaat kun je ook de voorkant, die standaard uit een gesloten plaat met geluiddempend foam bestaat, vervangen door een voorplaat met rooster. Bij de 801 was de bovenkant onderdeel van het chassis en zaten er zes luchtsleuven aan de achterkant, terwijl de voorkant geheel gesloten was. Met de 802 heb je dus een stuk meer opties om extra koeling mogelijk te maken.
De zijpanelen zijn, net als bij de 801, vergrendeld met een mechanisme waarmee je de panelen via knoppen op de achterkant losmaakt. De 'messing en groef' waarmee de platen aan de onderkant op hun plaats worden gehouden, is van plastic, maar had wel van metaal gemaakt mogen zijn. Het is niet ondenkbaar dat flink opzij buigen van de panelen dat plastic laat breken.
In 2018 had het eigenlijk al gemogen, maar be quiet heeft het in de 2020-uitvoering gelukkig doorgevoerd: USB 3 type C-connectors voor het frontpaneel. Nou ja, connector, want er is één type C-connector naast twee gewone USB 3.1-aansluitingen.
Ook aan het binnenwerk lijkt weinig veranderd. De klepjes voor boven op de psu-shroud en de klepjes die de bevestigingspunten voor drivesledes afdekken, zijn hetzelfde, net als de rubberen grommets voor de kabels. De opdruk op de moederbordplaat, de ssd-bevestigingsbeugels: alles is dezelfde tooling als in het origineel. Daar is niets mis mee; de 801 was een goed doordachte behuizing. Zo is ook de optie om het moederbord op een andere positie te monteren, dankzij een uitneembare moederbordplaat, nog aanwezig. Navraag bij be quiet bevestigt dat de tooling voor de behuizing, afgezien van de boven- en frontpanelen en de frontpaneelconnectors, niet is aangepast.
De temperaturen van de open configuratie van de Silent Base 802 komen in de meeste tests net een paar graden lager uit dan die van de gesloten versie van de 802. Beide varianten van de 802 scoren in de regel iets beter dan de Silent Base 801. Beide dichte configuraties hebben echter, zoals verwacht, een vergelijkbare score.
- Temperatuur behuizing 50 watt 7 volt
- Temperatuur processor 50 watt 7 volt
- Temperatuur behuizing 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur videokaart 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur processor 50+50 watt 7 volt
- Temperatuur behuizing 100 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100 watt 12 volt
- Temperatuur behuizing 100+100 watt 12 volt
- Temperatuur videokaart 100+100 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100+100 watt 12 volt
Scores voor de 801 ontbreken in deze test; we voerden de test met de 200W-videokaart nog niet uit ten tijde van het uitkomen van de Silent Base 801.
- Temperatuur behuizing 100+200 watt 12 volt
- Temperatuur videokaart 100+200 watt 12 volt
- Temperatuur processor 100+200 watt 12 volt
We testen de 802 uiteraard ook op geluidsontwikkeling. De metingen vinden plaats in een geluidarme box, waar we een omgevingsgeluid van 16dB(A) meten.
De 'oude' Silent Base 801 is met enkel de harde schijf ingebouwd iets stiller dan zijn opvolger, maar dat kan door kleine variaties in de montage van de schijf komen. Als we de casefans op 12V aanzetten, zijn beide gesloten behuizingen even stil en de open variant is maar net iets luider. Op 7V zijn de verschillen erg klein.
Met het testsysteem ingebouwd en de ventilators op 7V en 12V aangestuurd zijn beide varianten van de 802 iets stiller dan de 801. Heel veel maakt het niet uit en bovendien kunnen we concluderen dat de Silent Base zijn naam eer aan doet; be quiet kan zich uitstekend meten met de beide Fractal Design-behuizingen.
Om een indicatie te geven van de geluidsniveaus die we hier optekenen: een erg stille kamer heeft een geluidsdruk van 20 tot 30dB(A). Een normaal gesprek zit tussen 40 en 50dB(A). We meten vanaf 16dB(A) in onze geluiddichte box; dat is een nauwelijks hoorbaar geluidsniveau.
- Geluid - Case fans 7V
- Geluid - Case fans 12V
- Geluid - Case fans + ITX setup 7V
- Geluid - Case fans + ITX setup 12V
Conclusie
De Silent Base 801 was een uitstekende behuizing die lekker stil is en prima koelt. Met de upgrade naar de Silent Base 802 heeft be quiet een van de weinige zwakke punten van de behuizing aangepakt; de airflow is bij de 801 in sommige gevallen niet toereikend. Dat is inherent aan een behuizing die stil moet zijn; grote luchtopeningen lekken nu eenmaal meer geluid. In plaats van te proberen om twee tegenstrijdige eisenpakketten in te willigen, levert be quiet bij de 802 een tweede frontje en tweede bovenkant mee. Zo kun je kiezen tussen een voor stilte geoptimaliseerde behuizing en een behuizing die meer op airflow is ingericht.
Die 'open' configuratie werkt prima; de temperatuur is in de regel aanzienlijk lager dan in de 'dichte' of gesloten configuratie. De geluidsproductie lijdt er niet bijzonder onder. De gesloten uitvoering is weliswaar stiller dan de open variant, maar zelfs de open variant is niet veel luider dan de gesloten 801.
Die extra panelen en de verplichte update naar een USB 3.1-poort hebben wel een keerzijde. De aanschafprijs van de 802 is aanzienlijk hoger dan die van de 801; je betaalt twee tientjes meer voor de extra panelen. Prima als je regelmatig denkt te wisselen tussen de twee configuraties, maar als je gewoon een stille behuizing wil, kun je ook met de 801 toe. Upgraden van een 801 naar een 802 is weinig zinvol, tenzij je airflowproblemen hebt. Als dat het geval is, raden we aan even te wachten: be quiet zou van plan zijn begin volgend jaar een upgradekit voor de 801 uit te brengen om het frontpanel te vervangen.