De cameramarkt mag dan over zijn hoogtepunt heen zijn, maar 2018 is nu al een legendarisch jaar. Niet alleen stapten Canon en Nikon recentelijk in de fullframe-systeemcameramarkt, wat min of meer gezien kan worden als een nieuw tijdperk, ook Panasonic voegt zich nu plots aan het rijtje toe. En dat is opvallend, want Panasonic was in 2008 - toen ook tijdens de Photokina - de eerste die met een systeemcamera op de proppen kwam.
Maar toen koos Panasonic, samen met Olympus, voor een fourthirds-sensor: een kleinere sensor dan aps-c-formaat in een 4:3-verhouding. Die sensor gebruikten beide merken ook al in hun dslr's. Het relatief kleine formaat had als voordeel dat de lenzen ook klein en compact konden worden, maar het had als nadeel dat de camera's wat beeldkwaliteit en scherptediepte betreft nooit op konden boksen tegen aps-c- en fullframesensoren. Dat is niet voor iedereen even belangrijk, maar vooral in de hogere regionen van de markt was daardoor sprake van een niet in te halen achterstand. En dat terwijl zowel Olympus als Panasonic verder uitstekende camera's maakten.
Juist nu de focus van de markt aan het verschuiven is richting grote fullframesensoren, gaat het nadeel van een relatief kleine sensor steeds zwaarder wegen. De Panasonic GH5 is bijvoorbeeld zeer populair onder filmers en de G9 onder fotografen, maar beide camera's kunnen - hoe goed ze ook zijn - nooit tippen aan de scherptediepte, de resolutie en het dynamisch bereik van fullframecamera's. Dan kun je dus vasthouden aan het oorspronkelijke concept of overstag gaan en meedoen met de trend waar het heengaat: fullframe.
Dat is exact wat Panasonic nu doet met de Lumix S1 en S1R. Op de Photokina betrof het nog alleen een aankondiging. De camera's worden pas in de eerste helft van 2019 verwacht, vermoedelijk zo rond de lente. Op de beurs waren dan ook alleen mock-ups te zien; niet-werkende camera's achter glas die er verder wel als echt uitzien. We hebben daardoor dus wel een idee over het ontwerp en de omvang, maar aangezien er geen mogelijkheid was de camera's en lenzen in de hand te houden, kunnen we verder geen concreet oordeel over de grip en bediening vormen. Volgens Panasonic zelf zit het daarmee wel snor. Net als Nikon en Canon lijkt Panasonic voor een wat grotere grip dan Sony te hebben gekozen en ook de knoppen en draaiwielen zijn niet klein. Aan de bovenkant van beide camera's is een monochrome lcd gemonteerd.
Twee camera's
Hoewel we dus nogal wat concrete informatie missen, weten we in ieder geval dat er twee camera's zullen verschijnen, waarvan we op de Photokina dus al een glimp konden opvangen. We weten dat de S1 een sensor krijgt van 24 megapixel en dat de S1R een exemplaar met 47 miljoen pixels krijgt. Voor nu lijkt dat het voornaamste onderscheid en daarmee lijkt Panasonic een beetje de strategie van Nikon te volgen: twee identieke bodies met min of meer dezelfde specs - waarbij bij het goedkopere model dus niet beknibbeld wordt op specs - maar met verschillende sensoren.
Volgens eigen zeggen is de S1R vooral bedoeld voor professionele fotografie en slechts beperkt voor video, terwijl de S1 wat meer allround inzetbaar is. Panasonic heeft voor de S1 een doelgroep voor ogen die zeventig procent met fotografie bezig is en dertig procent met video. Dat klinkt alsof video een minder groot speerpunt zal zijn dan bij de GH5, maar we hopen juist dat deze camera GH5-achtige specificaties meekrijgt.
We weten in ieder geval dat beide modellen 4k met 60fps ondersteunen, wat de nieuwe videostandaard aan het worden is. Momenteel is de GH5s een van de weinige camera's die dat ondersteunt. Sony komt vermoedelijk binnenkort met de A7S III die het ook zal kunnen, maar bij de onlangs aangekondigde Canon en Nikon systeemcamera's ontbreekt het. Vooral voor de vermoedelijk goedkopere Lumix S1 zou 4k60 een interessant pluspunt zijn. Over de verdere videospecificaties is maar weinig vrijgegeven, dus dat moeten we nog even afwachten.
Verder is het opvallend dat Panasonic inzet op een combinatie van stabilisatie in de lens en de body, met dus een gestabiliseerde sensor, maar ook bewegende lenselementen in de objectieven. Dat is de methode die Panasonic momenteel gebruikt in zijn systeemcamera's en ook Sony doet hetzelfde met zijn E-mountcamera's, maar verder zijn er weinig fabrikanten met dezelfde strategie. Canon kiest voor zijn EOS R voor stabilisatie in zijn objectieven en Nikon juist voor ibis.
Wat autofocus betreft leunt Panasonic opnieuw op zijn DFD-techniek - wat staat voor depth-by-defocus. Dat concept heeft zich bewezen, maar het gebruikt contrastdetectie als basis in plaats van een combinatie van contrast- én fasedetectie-autofocus. Hoe dat uitpakt, moeten we nog zien, maar de huidige Leica SL - die Panasonic-techniek gebruikt - is waarschijnlijk een goede referentie. Wat tracking betreft is fasedetectie doorgaans wat vlotter en trefzekerder, al is dat zeker iets om in 2019, als de camera's op de markt komen, te testen. Of de camera ook oogautofocus ondersteunt, is nog onduidelijk. Panasonic noemde overigens ook dat het autofocussysteem gebruik zou maken van 'deep learning' artificial intelligence, maar hoe dit werkt, moet nog blijken.
/i/2002219957.jpeg?f=imagearticlefull)
Andere opvallende eigenschappen
Wij waren benieuwd of de lcd van de camera's, net als bij de GH5 en G9, naast kantelbaar ook uitklapbaar is. Daar konden we geen uitsluitsel over krijgen en doordat de camera's achter glas opgesteld waren, konden we het ook niet zelf uitproberen. Hoewel Panasonic spreekt van een drieassige, kantelbare lcd, hebben we op de prototypes geen scharnier gezien waarmee hij naar de zijkant uit te klappen is. Canon biedt dit wel op zijn EOS R en dat is onder andere interessant voor vloggers die zichzelf graag met de beperkte scherptediepte van fullframe willen filmen. Vooralsnog lijkt er dus geen sprake te zijn van een naar de zijkant uitklapbaar scherm - de derde as wordt waarschijnlijk gebruikt om het scherm omhoog en omlaag te kantelen bij verticaal gebruik van de camera.
Volgens Panasonic krijgen de S1 en S1R een elektronische zoeker die een zeer hoge mate van detail biedt. Of dat hoger is dan die van de high-end camera's van dit moment, moet nog blijken, want het werd verder niet gestaafd met cijfers, maar de zoeker zou volgens eigen zeggen in de buurt komen van wat het menselijk oog kan waarnemen.
Verder beschikken beide camera's over twee geheugenkaartslots, net als recente Sony-camera's. Dat is een pluspunt ten opzichte van Canon en Nikon, die dat in hun eerste fullframesysteemcamera's achterwege hebben gelaten. Panasonic biedt ruimte voor een sd-kaartslot én het robuustere XQD.
Tot slot zouden beide camera's afdichtingen tegen stof en water hebben en dus helemaal weerbestendig zijn. Ook zouden ze geen moeite hebben met temperaturen onder nul.
/i/2002219959.jpeg?f=imagenormal)
Lenzen
Panasonic heeft de ontwikkeling van drie toekomstige lenzen aangekondigd, die tegelijk met de S1 en S1R beschikbaar moeten komen. Het gaat om een 50mm f/1.4, 24-105mm en 70-200mm. Van die laatste twee is geen lensopening opgegeven, maar het prototype van de 24-105mm leek te wijzen op een f/4-variant en dat zou ook het meest logisch zijn. Voor de 70-200mm zou f/2.8 een wenselijke waarde zijn. Drie lenzen is natuurlijk allesbehalve veel, maar is als startpunt vergelijkbaar met dat van Canon en Nikon.
Het voordeel van de samenwerking van Leica en het gebruik van diens L-vatting is dat alle zes - in 2019 acht - Leica-lenzen ook per direct op de nieuwe camera's te gebruiken zijn. We missen bijvoorbeeld nog een supergroothoek, maar de Leica 16-35mm f/3.5-4.5 is daarvoor - los van de prijs - een geschikte kandidaat. Verder heeft Leica nog een flink aantal primes, en de 24-90mm- en 90-280mm-zoomlenzen. Medio 2019 komt het totaal daardoor uit op elf stuks en dat is een mooi begin. Daar komt nog bij dat Panasonic heeft aangegeven dat het binnen een jaar na de introductie zelf tien L-mount-lenzen gereed wil hebben.
/i/2002219961.jpeg?f=imagenormal)
De zwijgende derde is Sigma, dat ook onderdeel is van de Panasonic-Leica-alliantie. Sigma heeft aangegeven ook lenzen te zullen ontwikkelen, maar tijdens de officiële aankondiging had het nog geen enkel model op de roadmap staan. Dat is opvallend, want Sigma heeft een enorm assortiment fullframelenzen. Het leek er een beetje of dat Sigma wat later aan de tafel is aangeschoven en daardoor nog geen plannen voor de korte termijn heeft. Het bedrijf gaf wel aan om ergens in 2019 met native L-mountlenzen te gaan komen, maar het is dus nog gissen welke. Verder bevestigde Sigma dat het zelf ook een fullframecamera gaat ontwikkelen - met Foveon-sensor! - en dat het werkt aan adapters voor Canon EF en zijn eigen SA-vatting. Ook komt er een ombouwmogelijkheid voor SA-lenzen.
Wat betekent dit voor microfourthirds en de samenwerking met Olympus?
Olympus heeft zich niet aangesloten bij de L-mountalliantie. Het bedrijf stelde op de Photokina dat het vasthoudt aan microfourthirds, voornamelijk vanwege de mogelijkheid om daarvoor compacte camera's en lenzen te ontwikkelen. Er zijn dus geen plannen voor een fullframecamera.
Ook Panasonic benadrukte dat het niet van plan is te stoppen met microfourthirds en kondigde direct ook de ontwikkeling van een Leica 10-25mm f/1.7 aan om dat te benadrukken. Canon en Nikon hadden dezelfde boodschap tijdens de introductie van hun fullframesysteemcamera's, door ook lenzen voor bestaande systemen aan te kondigen. Toch kan het op termijn anders uitpakken, maar dat blijft gissen.
Sensors van klein naar groot. Uiterst links die van een smartphone en standaard compactcamera, in het geel de mft-sensor die Panasonic momenteel gebruikt, en uiterst rechts een grote, fullframesensor.
Wat betekent dit voor de fullframecameramarkt?
Daarbij voegt zich nu nog een concurrent. Een maand geleden was Sony alleenheerser in de fullframe-systeemcameramarkt. Weliswaar deed Leica ook mee met zijn SL Typ 601 uit 2015, maar het marktaandeel daarvan was in absolute zin verwaarloosbaar. Eind augustus kondigde Nikon de Z6 en Z7 aan en begin september stapte ook Canon in de markt met de spiegelloze EOS R. Als het daarbij was gebleven, was dat al een aardverschuiving, maar nu hebben Panasonic en Sigma dus aangegeven om in 2019 het nieuwe strijdtoneel te betrekken. Het aantal spelers dat fullframe-systeemcamera's maakt, staat nu ineens op zes! Dat is een ongekend grote ontwikkeling voor de fotografiewereld, vooral omdat het hoogtepunt alweer enige tijd achter ons ligt.
Het nieuwe strijdtoneel kan een nieuwe impuls zijn. Concurrentie leidt tot een breder aanbod en - op termijn - ook tot lagere prijzen. De consument heeft daardoor meer te kiezen, hoewel dat in veel gevallen ook een nieuwe investering in glas vereist. Dslr-bezitters kunnen verleid worden door de unieke features die systeemcamera's bieden, die nu dus van zes fabrikanten beschikbaar komen: de zoeker gebruiken tijdens het filmen, portretfotografie met oogautofocus, scherpstelpunten over het hele beeld, een grotere zoeker met realtime-WYSIWYG, meer foto's per seconde enzovoort. Zie ook het artikel Het einde van de spiegel.
De fullframetrend
En ook bezitters van aps-c-camera's krijgen te maken met veel meer verleiding. Fullframe lijkt een beetje de nieuwe standaard te worden. Niet alleen voor de professional, maar ook voor de gevorderde amateur. Nu vrijwel ieder merk een camera met fullframesensor aanbiedt, is er ineens een veelvoud aan upgrades mogelijk, zowel binnen het 'eigen' merk als daarbuiten. Hoewel mft, aps-c en fullframe natuurlijk allemaal voor- en nadelen hebben, is fullframe toch een beetje de kers op de taart. Zo'n grote sensor biedt maximale beeldkwaliteit; een hogere resolutie, een hoger dynamisch bereik, een betere signaalruisverhouding en dus minder ruis op hoge isowaarden, en natuurlijk mooiere scherptediepte en bokeh. Zeker als het nieuwe en tweedehandsaanbod groeit, kan het steeds verleidelijker worden om een camera met fullframesensor aan te schaffen. Even los van het feit dat lang niet iedereen zo'n grote sensor nodig heeft, natuurlijk.
Tot slot
Wat ons betreft is de introductie van de L-mountalliantie en de aankondiging van de twee Panasonic-camera's het grootste nieuws van deze Photokina. Het nieuws sluit bovendien direct aan op dat van de afgelopen weken, waarbij zowel Canon als Nikon in aanloop naar deze grote fotobeurs zijn nieuwe systemen aankondigde. Maar voor Panasonic is natuurlijk vooral de stap naar een fullframecamera bijzonder. Canon en Nikon boden die al vele jaren aan, maar nu pas ook in spiegelloze vorm.
Hoewel we nog veel vraagtekens en gaten hebben rondom de uiteindelijke specificaties van de S1 en S1R, zien de camera's er op het eerste gezicht veelbelovend uit. Alles zal straks afhangen van de prijzen van zowel de camera's als de lenzen, maar ook de mogelijkheden op foto- en videogebied zijn natuurlijk van belang. Op fotogebied moet de S1R met zijn 47-megapixelsensor een interessant alternatief vormen voor de Sony A7R III en de Nikon Z7, en op videogebied is Panasonics eigen GH5 de maatstaf. Het is de vraag of de fullframemodellen minstens dezelfde mogelijkheden als de GH5 gaan bieden, zodat Panasonic op dat vlak met de aanstaande A7S III kan concurreren. Op die manier zouden de S1 en S1R ook interessant worden voor filmers die momenteel de GH5 gebruiken - en natuurlijk ook die van andere systemen. Helaas moeten we nog even geduld hebben tot 2019.
Wel lijkt Panasonic met deze aankondiging in ieder geval zijn bestaande doelgroep te willen geruststellen en wel op twee manieren. Ten eerste dat de mft-standaard blijft bestaan en ten tweede dat gebruikers die naar fullframe lonken, nu niet meer naar de concurrentie hoeven over te stappen.