De cameramarkt staat onder druk, maar het duurdere segment is nog steeds competitief. Denk bijvoorbeeld aan de Nikon D850, Canon 6D Mark II en 5D Mark IV, en de Sony A9. Woensdag werd de Sony A7R III aangekondigd, die voortborduurt op zijn voorganger, maar tegelijkertijd afrekent met enkele kenmerkende nadelen, zoals de beperkte accuduur. Wij konden al even aan de slag met de nieuwe A7R III en kregen daarmee een eerste indruk van de verbeteringen. We kregen ook meer inzicht in de richting die Sony op wil met de A7-serie, die het steeds nadrukkelijker promoot als hét alternatief voor de fullframe-spiegelreflexcamera's van Canon, Nikon en Pentax.
Specificaties
A7R | A7R II | A7R III | A9 | |
Resolutie | 36 | 42 | 42 | 24 |
Lichtgevoeligheid (iso) | 100-25600 | 100-32000 (102400) | 100-32000 (102400) | 100-51200 (204800) |
Beelden per seconde (met af) | 4 | 5 | 10 | 20 |
PDAF-punten | - | 399 | 399 | 693 |
Flitssynchronisatie | 1/160 | 1/250 | 1/250 | 1/250 |
Stacked sensor | Nee | Nee | Nee | Ja |
Accuduur | 270-340 | 290-330 | 530-650 | 530-650 |
In-bodystabilisatie | Nee | Ja | Ja | Ja |
Videoresolutie | 1080p30 | 4k30 | 4k30 | 4k30 |
Videocodec | Avchd | Xavc-s | Xavc-s | Xavc-s |
Gewicht (gram) | 465 | 625 | 657 | 673 |
Belangrijkste verbeteringen
De grootste verbetering is wat ons betreft de body, waarvoor de A9 de nieuwe standaard heeft gezet. De nieuwe accu is een verademing, evenals het dubbele kaartslot, waarvan het klepje bovendien veel prettiger is. Ook de joystick, het touchscreen en de af-onknop zijn welkome verbeteringen, die de A7-serie meer op het niveau van dslr's brengen. Het is bovendien knap dat Sony deze verbeteringen in nagenoeg de oorspronkelijke body heeft weten te proppen, dus zonder dat de camera groter is geworden, wat bij de A9 wel het geval is. Wat we wel jammer vinden, is dat het extra draaiwiel linksboven op de body van de A9, met onder andere de transport- en autofocusmodus, niet op de A7R III is overgenomen.
Over de beeldkwaliteit kunnen we in deze preview geen concreet oordeel vellen. Daarvoor was de tijd natuurlijk te kort en bovendien waren de fotomogelijkheden op de desbetreffende locatie, het hoofdkantoor van Sony in Londen, simpelweg te beperkt. Op papier klinken de verbeteringen interessant, maar in de basis blijft het dezelfde sensor als de vorige keer, maar nu met een snellere Bionz X-processor en de front-end-LSI-processor. De grootste winst zit wat ons betreft in de 14bit-raw, die nu ook in de stille modus en bij de maximale burst van 10fps gewoon beschikbaar blijft. De nieuwe mechanische sluiter, waarvoor Sony een levensduur van 500.000 opnamen claimt, klinkt een stukje doffer en daardoor stiller. De A7R III heeft geen stacked sensor, dus de A9 blijft sneller. Het dynamisch bereik van de A7R II was al indrukwekkend, maar de claim van vijftien stops klinkt veelbelovend. Dat kan van de A7R III een ideale allround camera maken voor concerten, bruiloften, landschappen, portretten en architectuur, en nu zelfs ook sport.
De front-end-LSI-chip, rechts naast de Bionz X-processor, zou goed zijn voor een verdubbelde uitleessnelheid van de sensor
Op basis van onze ervaring met de A7R II leek het er zeker op dat de autofocus een stukje verbeterd is, vooral bij tracking en met oogautofocus, een functie waarbij continu op de ogen wordt scherpgesteld. De snelheid was al niet slecht, maar zijn voorganger was in sommige situaties wat minder consistent. Zeker in combinatie met een burst van 10fps, ten opzichte van de 5fps van de A7R II, is dat een flinke verbetering. Die enorme snelheid, uniek voor een camera met zo'n hoge resolutie, werkt bovendien zowel met de mechanische sluiter als met de stille elektronische, en dus met 14bit-raw.
De buffer is bovendien flink toegenomen en kan nu 76 rawfoto's achter elkaar verwerken, in plaats van 23. Omdat een van de slots nu uhs-II compatibel is, kunnen de beelden bovendien een stuk sneller worden weggeschreven, zodat je verder verder kunt schieten. Bij de A7R II was de schrijfsnelheid in de praktijk uiterst traag: circa 40MB/s. We moeten de snelheid van de A7R III nog uitgebreid meten, maar hij had weinig moete met een burst van tientallen raw+jpeg's en schreef ze redelijk vlot naar de uhs-II-kaart. Al met al is de A7R III hierdoor nog een stuk meer allround geworden, waarbij hij ook inzetbaar is voor actie- en sportfotografie.
Close-up van de Sony A7R III, gemaakt met een andere A7R III
Verbeterde in-bodystabilisatie
De A7R II is net als de A7 II en A7S II al uitgerust met vijfassige in-bodystabilisatie, kortgezegd 'ibis'. Werd voor de A7R II nog een winst van 4,5 stops geclaimd, dit is nu toegenomen tot maar liefst 5,5 stops, net als bij de Panasonic GH5 en Olympus E-M1 II. Als dat klopt, kun je met sluitertijden van verscheidene seconden uit de hand fotograferen en het draagt ook bij aan vloeiendere videobeelden, zonder het gebruik van grote en dure gimbals. Toch zagen we deze winst tijdens onze korte testreeks nog niet direct terug, bijvoorbeeld in vergelijking met onze ervaring met de Panasonic GH5 eerder dit jaar. Daarmee konden we bijna probleemloos met een seconde uit de hand schieten. Bij de A7R III, met een geënsceneerde situatie, waarbij we een lage isowaarde en een kleine lensopening gebruikten, lukte dit ons nog niet. Dit is iets om later nog eens uitgebreider te testen, bij voorkeur bij avondlicht.
Het lukte ons niet om deze foto scherp te krijgen met een geforceerde sluitertijd van een halve seconde, ondanks de beloofde 5,5 stops stabilisatie
Pixelshift: van 42 naar 169 megapixel
De A7R III ondersteunt pixelshift, oftewel multishot, net als enkele Olympus- en Pentax-camera's. Daarbij wordt de gestabiliseerde sensor gebruikt om vier foto's achter elkaar te maken, waarbij de sensor telkens één pixel opschuift. Hiermee wordt in theorie het negatieve effect van het Bayer-filter gecompenseerd. Door dat effect neemt het detail af en dat wordt gecompenseerd door interpolatie met behulp van het rgb-filter: 2x groen, 1x blauw, 1x rood. Door de vier beelden te combineren ontstaat een ruwe foto van 169 mochochrome megapixels.
Hoe pixelshift werkt (boven) en een praktijkvoorbeeld (beeld: Sony)
Er zitten in onze ogen nogal wat haken en ogen aan de techniek én aan de implementatie door Sony. Zo zit er minimaal een halve seconde tussen ieder van de de vier opnamen, wat het voor de meeste situaties ongeschikt maakt. Het werkt dus alleen vanaf een statief en zelfs dan kan de overlap van kleine verschillen tot zichtbare problemen leiden. Bovendien wordt het ruwe resultaat weer omgerekend naar een 42-megapixelfoto, dus van extra resolutie is geen sprake, in tegenstelling tot wat bijvoorbeeld Olympus doet met multishot. Wel van meer scherpte en detail, en een lichte afname van ruis, als we de voorbeeldfoto's van Sony moeten geloven. Voor binnenhuisarchitectuur van historische gebouwen kunnen we ons er iets bij voorstellen, maar verder lijkt het ons in de praktijk weinig nuttig. Daar komt bij dat de bestanden zo groot zijn dat de camera ze zelf niet kan afhandelen. Daarvoor heb je speciale Sony-software nodig en dat kost je achteraf extra tijd buiten je gebruikelijke workflow. Die software is nog niet beschikbaar, zelfs een concrete demonstratie was niet mogelijk, dus het samenvoegen van beelden konden we in de praktijk nog niet testen. Toch een beetje een gemiste kans.
De nieuwe Imaging Edge-software van Sony was nog niet gereed
Andere verbeteringen
Uiteraard zijn er zowel aan de buitenkant als onder de motorkap nog veel meer verbeteringen. Direct zichtbaar én merkbaar waren het nieuwe scherm en de elektronische zoeker. De zoeker is rechtstreeks overgenomen van de A9 en telt nu 3,69 miljoen beeldpunten, wat neerkomt op een resolutie van 1280x960 pixels. Het cijfermatige verschil met 2,4 miljoen beeldpunten en 1024x720 pixels lijkt klein, maar de toename van het detail van het kleine zoekerschermpje was zeker merkbaar.
Ook de aanraakgevoelige laag van het scherm is wat ons betreft een welkome verbetering, die we eigenlijk al jaren eerder hadden verwacht. Vooral voor video is dat handig, omdat je dan heel subtiel en eenvoudig het scherpstelpunt kunt verleggen zonder dat je aan knoppen hoeft te zitten. Dat werkt ook als je met je oog door de zoeker kijkt terwijl je op de tast met je duim het juiste onderwerp selecteert, wat terug te zien is in de zoeker.
Last but not least zijn de verbeteringen op videovlak nuttig. Net als bij de A7R II wordt er in de Super35-modus geen pixel-binning gebruikt, maar wordt het beeld van 5176x2924 pixels via downsampling teruggerekend naar 3840x2160 pixels (uhd). Naast wat extra's, zoals filmen met 120fps in 1080p, is de grootste verbetering wat ons betreft hybrid log-gamma (hlg), wat we ook kennen van de Panasonic GH5. Daarmee kunnen hdr-videobeelden in real time worden gebruikt zonder color-grading, wat de workflow ten goede komt. Iets dat we missen, is een 60fps-modus in 4k, maar dat had de A9 ook niet. Vermoedelijk moeten we hiervoor wachten op de A7S III.
Enkele jpeg-testfoto's gemaakt tijdens de presentatie op het kantoor van Sony in Londen
Een foto met een hoge isowaarde van 4000, jpeg, geen post-processing
Wat betekent dit de voor A7 III en A7S III?
Zoals gebruikelijk bij Sony worden nieuwe features langzaam bij alle nieuwe modellen doorgevoerd. Dat maakt de weg vrij om wat te speculeren over de aanstaande A7 III. De A7 II werd eind 2014 aangekondigd en is dus echt aan een opvolger toe. Dit model is belangrijk omdat dit de instapper is van de fullframe A7-lijn en nieuwe gebruikers moet verleiden om over te stappen. Logischerwijs moet dit model wel betaalbaar blijven, dus een verschil in prijs zal gecompenseerd moeten worden door iets minder rijke features. We hopen en vermoeden dat de verbeteringen in de body in ieder geval worden overgenomen, dus dat Sony één lijn zal trekken.
Dat zou betekenen dat alle Mark III-modellen straks in ieder geval gebruikmaken van de grotere accu. Het aanraakgevoelige scherm en de joystick zullen we ongetwijfeld ook op de A7S III terugzien en hopelijk ook op de A7 III, maar dat is nog de vraag. De sensor van de A7 III blijft vermoedelijk op 24 megapixel steken, zij het met wat verbeteringen en tweaks dankzij een snellere processor. Wellicht zien we ook de verbeterde ibis terug, evenals een 4k-videomodus, die tegenwoordig redelijk standaard is.
Het prijspunt blijft een beetje gokken, want de A7R II en A7S II zijn beide een flink stuk duurder geworden dan hun voorgangers. Het zou mooi zijn als de A7 III onder de tweeduizend euro blijft. Het is zeer denkbaar dat de A7 II nog op de markt blijft bestaan als goedkoper instapmodel. Dat zou ook kunnen gelden voor de oorspronkelijke A7 en A7R uit 2013, al zijn die ondertussen echt gedateerd. De A7 II werd in december 2014 geïntroduceerd, dus er is een serieuze kans dat we de A7 III nog dit jaar gaan zien. Ook de A7S III maakt vermoedelijk snel zijn opwachting. Vooral de langere accuduur zal een verademing zijn voor filmers die nu soms al na twintig minuten 4k-video batterijen moesten wisselen.
Wat betekent dit voor de A7R II?
De A7R II blijft vooralsnog gewoon te koop, voor een flinke som minder geld dan de nieuwe A7R III. Het is mooi dat Sony de introductie niet heeft aangegrepen om de prijs verder te verhogen, wat de laatste jaren een beetje een trend is geworden. Heel realistisch gezien zijn de verbeteringen ten opzichte van de A7R II weliswaar zeer welkom, maar niet revolutionair. Wie kan leven zonder aanraakgevoelig scherm, met een enkel sd-slot en met de kleinere accu, goed voor circa driehonderd foto's, kan met die camera nog steeds prima uit de voeten. Voor eigenaren van de A7R II zal er dan ook weinig reden zijn om naar de winkel te rennen, tenzij een bepaalde nieuwe functie sterk de persoonlijke voorkeur geniet.
Voorlopige conclusie
Onze voorlopige conclusie is dan ook dat Sony met de A7R III afrekent met een aantal belangrijke minpunten. Zo is de accuduur aangepakt en is de body voorzien van een joystick en af-onknop, evenals een aanraakgevoelig scherm. Het is mooi om te zien dat deze verbeteringen van de A9 ook doorgevoerd worden in de A7-serie. Het verschil met spiegelreflexcamera's wordt op die manier verder verkleind, terwijl systeemcamera's als de A7R III daar aan de andere kant technische voordelen tegenover zetten: 10fps zonder black-out, op de volle 42-megapixelresolutie en met continue autofocus, een glasheldere oledzoeker, razendsnelle (oog)autofocus en uitgebreide videomogelijkheden in 1080p en 4k. We zijn benieuwd wanneer de A7 III en A7S III zullen volgen.