Inleiding
Samengevat
De A1 is Sony's eerste grote oledtelevisie. Ook is het de eerste televisie waarbij het beeldpaneel naast beeld ook geluid produceert. De unieke constructie maakt een strak design mogelijk, waarbij aan de voorkant van de tv bijna alleen beeld zichtbaar is. De beeldkwaliteit is, zoals we van oled gewend zijn, erg goed en ook het unieke audiosysteem klinkt prima, al is het stereobeeld minder mooi als je niet recht voor de tv zit. Het grootste nadeel van deze tv is de prijs, die een stuk hoger ligt dan die van concurrerende modellen.
Eindoordeel
De oledtechniek vormt een belangrijke stap in de evolutie van het beeldscherm. Op het gebied van beeldkwaliteit is deze techniek een grote vooruitgang, doordat het contrast van oledschermen veel hoger is dan dat van andere schermtypen. Ook maken de fysieke eigenschappen van oled compleet nieuwe ontwerpen mogelijk. Zo kunnen televisies nu platter zijn dan ooit mogelijk was en kunnen we zelfs oprolbare televisies tegemoetzien. De tv uit deze review, Sony's A1 Bravia oled, heeft een wereldprimeur. Het is niet, zoals sommige mensen denken, Sony's eerste oled-tv, dat was namelijk de XEL-1 uit 2008. Nee, het is de eerste tv ooit die voorzien is van een oledpaneel waar, naast beeld, ook geluid uit komt.
Hoe vernieuwend deze eigenschap ook is, de techniek erachter is allesbehalve nieuw, want het ontwerp grijpt terug op een uitvinding uit 1925. Bij Sony's A1 wordt het scherm namelijk op exact dezelfde wijze in trilling gebracht als bij een normale luidspreker, door middel van een spreekspoel. Deze is echter niet met een normale luidsprekerconus verbonden, maar is aan de achterkant van het oledpaneel gemonteerd, waardoor het scherm in trilling word gebracht. De techniek kan niet worden toegepast op andere schermtypen, zoals plasma of lcd, omdat de massa daarvan te groot is. Alleen oledpanelen zijn dun en licht genoeg om als luidsprekerconus te kunnen dienen.
Wij bekeken de 65"-versie van de A1, die van Sony een adviesprijs van maar liefst zesduizend euro heeft gekregen. De prijs zal voor de meeste mensen even slikken zijn, maar gelukkig is er ook nog een 55"-versie die tweeduizend euro goedkoper is. In eerste instantie zal de A1 alleen in deze twee maten beschikbaar zijn, maar later komt er ook nog een 77"-versie. De prijs die hiervoor moet worden neergeteld, is op dit moment nog niet bekend, maar afgaande op de prijzen van andere 77"-oledtelevisies komt deze vermoedelijk ruim boven de twintigduizend euro te liggen.
Mocht je in de gelukkige positie verkeren dat je een van deze modellen kunt betalen, dan krijg je naast het unieke audiosysteem een bijzonder strak vormgegeven uhd-televisie die geschikt is voor de weergave van hdr volgens de hdr10- en hybrid-log-gammastandaarden. Later dit jaar komt daar ondersteuning voor Dolby Vision bij door middel van een software-update. De hiervoor benodigde hardware is al aan boord. Zoals we inmiddels van Sony gewend zijn, draait de A1 op Android TV van Google versie 6.0.1 Marshmallow en krijg je er een afstandsbediening bij die voorzien is van een microfoon.
Uiterlijk en aansluitingen
Doordat het geluid uit het scherm komt, zijn er aan de voorkant geen luidsprekers zichtbaar. Dat is op zich niet bijzonder, maar Sony is met de A1 wat ontwerp betreft nog een stapje verdergegaan en heeft ook de voet aan het zicht onttrokken. De A1 helt een beetje achterover, zo'n zeven graden, en om te voorkomen dat de tv omvalt, zit aan de achterkant een brede steun, waarin naast een basluidspreker ook alle elektronica en de aansluitingen zijn verstopt. Aan de voorkant is dus bijna alleen scherm te zien. Onder het scherm zit nog een klein zwart stripje van zo'n 6mm breed, met daarin in het midden een statusled. Deze kun je in het menu uitschakelen, zodat er niets meer te zien is wat afleidt van het beeld. Sony heeft zelfs het merklogo, dat bij zo'n beetje elke andere tv midden onder het scherm te zien is, bescheiden in onopvallend grijs in de linkerbenedenhoek geplaatst.
Ook de 8mm dunne metalen randen rondom het scherm zijn in zwart uitgevoerd. Het beeld loopt niet helemaal tot de randen door; rond het scherm lopen 8mm brede bezels, maar doordat er aan de voorkant een dunne glasplaat zit die tot de randen doorloopt, lijkt het alsof er geen bezels zijn als de tv uitstaat. Het ontwerp ziet er zeer strak en minimalistisch uit, waardoor wij het, in ieder geval van voren gezien, misschien wel de mooiste tv ooit vinden. De achterkant van het scherm is mooi afgewerkt met een zwarte glimmende plaat.
De steun aan de achterkant is aan de onderkant door middel van een verchroomde stang met het scherm verbonden. Hierdoor is de hellingshoek van het scherm niet aan te passen en dat heeft weer tot gevolg dat de tv alleen op wat lagere televisiemeubels tot zijn recht komt. Ook steekt de steun vrij ver naar achteren, zo'n 33cm, zodat de tv niet dicht tegen een muur te plaatsen is. Omdat de steun permanent met de tv verbonden is, kan de tv ook niet strak tegen een muur worden opgehangen. Bij muurmontage wordt de steun ingeklapt, waarna je hem door middel van vesa-schroefgaten met een muurbeugel verbindt. Dat levert je een extra afstand van zo'n 65mm ten opzichte van de muur op en daar bovenop komt dus nog de afstand die de muurbeugel zelf nodig heeft. Erg praktisch is dit ontwerp dus niet.
Aansluitingen
Bijna alle aansluitingen zijn verstopt onder een grote klep die de hele steun beslaat. Deze klep is bekleed met een grijze stof die een mooie, grove structuur heeft. Alleen het CI+-slot en een van de in totaal drie usb-sloten zitten achter een klepje aan de zijkant. Als je er een CA-module in stopt, steekt hij een paar centimeter uit. Dat ziet er wat knullig uit, alsof de ontwerpers vergeten waren dat er ruimte voor een CI+-slot nodig was en het in een laat stadium aan het ontwerp is toegevoegd.
De andere aansluitingen zijn allemaal naar beneden gericht en helemaal onderaan, waar de kabels de voet verlaten, zijn handige kabelgeleiders aangebracht, waarmee ze mooi gebundeld kunnen worden. Helemaal links zit de aansluiting voor het netsnoer, dat met een lengte van bijna twee meter net even wat langer is dan bij de meeste televisies. Daarnaast zitten twee f-connectors voor satelliet en rechts daarvan zit de antenneaansluiting, die geschikt is voor kabel en Digitenne. Verder naar rechts zitten een rj45-netwerkaansluiting, een toslink- optische audio-uitgang en een 3,5mm-composietvideo-ingang, waarvoor je zelf een verloopkabeltje naar tulppluggen moet regelen.
De vier hdmi-ingangen zitten allemaal naast elkaar en hebben een onduidelijke volgorde van een, vier, drie, twee gekregen. Ingang drie is voorzien van een audio return channel en kan net als ingang vier 4k-beelden met 60fps in 4:4:4-kleurformaat aan. Daarnaast zitten een usb-2 en een usb-3-poort, waarvan de laatste bedoeld is voor een harde schijf waarmee kan worden opgenomen. Helemaal rechts zit een 3,5mm-koptelefoonaansluiting die dubbele dienst doet als analoge audio-uitgang.
Bediening op afstand
Omdat de A1 een topmodel is, krijg je er een wat luxere afstandsbediening bij. Het verschil in afwerking ten opzichte van de normale afstandsbediening is klein, want alleen de achterkant is anders uitgevoerd. Die is namelijk bekleed met zwart metaal. Dat maakt hem zo'n tien gram zwaarder, waardoor het gewicht uitkomt op 140g, inclusief twee AAA-batterijen. De metalen achterkant voelt prettig aan, maar is natuurlijk wel gevoeliger voor krassen en deukjes dan de normale uitvoering van plastic.
/i/2001476099.jpeg?f=imagenormal)
Het ontwerp is slechts een klein beetje aangepast ten opzichte van vorig jaar. Dat is wat ons betreft de juiste keuze, want het ontwerp van toen was al erg doordacht en werkte prettig. De toetsen vormen een geheel met de bovenkant, waardoor er geen stof en vuil tussen kan komen. Ook kun je deze remote eenvoudig met een vochtig doekje schoonmaken. Echt waterdicht is hij niet, maar doordat de achterkant er in z'n geheel af kan en er geen los batterijklepje in zit, kunnen vuil en vocht ook daar niet zomaar binnendringen. Met een lengte van zo'n 20cm en een breedte van 5cm is de afstandsbediening niet te klein voor grote handen en niet te groot voor kleine. De toetsen hebben een prettig voelbaar schakelmoment, waarbij een zachtjes hoorbare 'klik' wordt geproduceerd.
/i/2001476101.jpeg?f=imagenormal)
De rechttoe rechtaan lay-out lijkt op die van de meeste afstandsbedieningen, waardoor je er direct mee overweg kunt. Er is een microfoon ingebouwd die via bluetooth met de tv communiceert. Hiermee kunnen spraakopdrachten worden gegeven. De normale toetsaanslagen werken via infrarood, omdat daar minder energie voor nodig is en de batterijen zo dus langer meegaan dan wanneer alles via bluetooth zou werken. Ook verbruikt de tv hierdoor in stand-by minder energie, doordat er geen volledige bluetooth-stack hoeft te draaien.
/i/2001476103.jpeg?f=imagenormal)
Helaas zijn tegenwoordig de meeste televisieafstandsbedieningen voorzien van gesponsorde toetsen en ook op die van Sony vinden we er twee, de ene voor Netflix en de andere voor Google Play. Best handig als je van deze diensten gebruikmaakt, maar als je dat niet doet, zijn het wel erg opvallende knoppen op je remote die je nooit gebruikt. We zouden liever zien dat ze worden vervangen door knoppen die je zelf kunt programmeren, maar de kans dat die er komen, achten we klein, omdat daar nu eenmaal geen geld mee te verdienen valt voor de fabrikanten.
Video & TV SideView
Sony's app voor bediening op afstand is beschikbaar voor Android en iOS. Er zitten een paar handige extra's in Video & TV SideView, zoals een programmagids en de mogelijkheid om opnamen te programmeren, maar helaas komen deze per 24 mei 2017 te vervallen. Dat is jammer, want hiermee wist Sony zich te onderscheiden van de andere televisiefabrikanten. Begrijpelijk is het wel, want dit soort diensten kosten natuurlijk geld, terwijl de meeste mensen uitsluitend de epg op de televisie gebruiken en van daaruit hun opnamen programmeren.
Het besturen van de tv kan natuurlijk nog wel gewoon en daarbij heb je verschillende mogelijkheden. Zo kun je virtuele knoppen op het touchscreen van de telefoon of tablet gebruiken, maar je kunt het scherm van je mobiel ook gebruiken als touchpad, waarmee je een muispijl op het tv-scherm bedient als er een app op de tv draait die met de muis bediend kan worden. Daarnaast kun je het touchscreen gebruiken als een soort 'swipe-pad' en kun je het on-screen toetsenbord in de app gebruiken om tekst in te voeren op de tv.
Android TV en mediaspeler
Het mag geen verrassing meer zijn dat Sony Android TV van Google gebruikt als besturingssysteem voor televisies. Versie 7 Nougat is al weer een tijdje beschikbaar, maar helaas moeten we het voorlopig nog met versie 6 Marshmallow doen. Wellicht dat er in de toekomst een update komt, maar daarover is nu nog niets bekend. De hardware is ten opzichte van de modellen van vorig jaar wat verbeterd, want er wordt nu gebruikgemaakt van de MT5891-soc van MediaTek. Deze relatief goedkope soc is voorzien van vier Cortex-A53-rekenkernen en gekoppeld aan 2GB ram. Daarmee is hij krachtiger dan de combinatie van A17- en A7-kernen in de vorige chip. De soc bevat verder een Mali-T860-gpu met twee cores en in totaal is er 8GB flashopslag beschikbaar.
/i/2001470073.jpeg?f=imagenormal)
Helaas dus nog altijd maar matige specs, die je niet zou verwachten in zo'n duur topmodel als de A1. De soc is nog steeds te zwak om 3d-games met een soepele framerate te renderen. Voor simpele spelletjes is de soc wel snel genoeg en ook de interface wordt vlotjes weergegeven. Dit komt ook doordat de interface nog altijd op 1920x1080 pixels wordt gerenderd om vervolgens naar de volledige uhd-resolutie te worden opgeschaald. De interface ziet er prima uit, maar vooral tekst zou nog wat mooier kunnen, want van dichtbij oogt die wat korrelig.
/i/2001470079.jpeg?f=imagenormal)
Sony heeft slechts kleine wijzigingen aangebracht aan het standaardhomescreen van Google. Helemaal bovenaan is een mogelijkheid om zoekopdrachten te geven door middel van spraak of via een on-screen toetsenbord. Daaronder staan aanbevelingen van diverse apps. In het menu kun je kiezen welke apps deze aanbevelingen mogen weergeven. Daaronder staat een rij apps die door Sony worden aanbevolen. Als gebruiker kun je daar geen invloed op uitoefenen. De twee rijen daaronder worden gevormd door alle geïnstalleerde apps en games. De volgorde wordt automatisch bepaald door recent gebruik, maar kan ook naar eigen inzicht worden aangepast.
/i/2001470075.jpeg?f=imagenormal)
Daar weer onder staan alle bronnen die je op de tv kunt weergeven. In het menu kun je de labels van de externe ingangen aanpassen en bronnen die je niet gebruikt, kun je verstoppen. Helemaal onder aan het homescreen vind je iconen voor het instellingenmenu, de netwerkinstellingen, timers waarmee je de tv automatisch kunt laten in- en uitschakelen en een elektronische handleiding. Deze is zeer uitgebreid en bevat allerlei tests om problemen mee op te lossen. Ook hier is een zoekfunctie beschikbaar die door middel van je stem kan worden bediend.
/i/2001470077.jpeg?f=imagenormal)
Het instellingenmenu heeft de standaard-Android-'look and feel'. Als je echter wat dieper in het menu navigeert, naar bijvoorbeeld beeld- of geluidsinstellingen, kom je bij menu's terecht die als overlay op het bestaande beeld worden weergegeven en die door Sony zijn gemaakt. Deze stijlbreuk is zeker niet storend, maar verraadt duidelijk dat er verschillende vormgevers aan het werk zijn geweest. De epg is erg overzichtelijk en toont veel informatie in een scherm. Helaas wordt ook de epg over het bestaande beeld heen gelegd, waardoor het huidige programma wat minder goed te volgen is als je hem gebruikt. We hadden liever een kleine inzet met het lopende programma in een hoek gezien, zoals sommige concurrenten hebben.
Mediaspeler
Wat ons betreft is een van de belangrijkste voordelen van een smart-tv dat je er foto's, muziek en video's mee kunt afspelen zonder dat daar een externe mediaspeler bij nodig is. De mediabestanden kunnen worden aangeboden via een usb-stick of externe harde schijf, maar ook via het netwerk door middel van dlna. Alle belangrijke bestandsformaten en codecs worden ondersteund en ook worden ondertitels keurig weergeven. Helaas valt er niets in te stellen aan de ondertitels en willen de witte letters nog wel eens lastig te lezen zijn op een heldere achtergrond.
Inputlag en chroma subsampling
Alle moderne televisies hebben een bepaalde tijd nodig om beeld dat via een externe ingang binnenkomt, daadwerkelijk weer te geven. Bij normaal televisiekijken is dat geen enkel probleem, maar als je een game speelt op je tv met een console, levert deze inputlag wel een probleem op. Hoe langer de tv erover doet om het beeld te laten zien, hoe moeilijker het spel wordt. Gelukkig hebben zo'n beetje alle televisies een speciale spelmodus, die alle onnodige beeldverwerking uitschakelt voor een zo snel mogelijke respons.
Nadat we de A1 in de spelmodus hadden gezet, gaf onze Leo Bodnar-lagtester een inputlag van 47ms aan. De lagtester genereert een 1080p60-signaal, net als de meeste gameconsoles. Als je echter over een Xbox One S, een PlayStation 4 Pro of een snelle pc beschikt, kun je gamen op de volledige uhd-resolutie. Om de inputlag ook in die resolutie te kunnen meten gebruiken we een HDFury Linker, waarmee het beeldsignaal van de lagtester met minimale vertraging opgeschaald kan worden naar 2160p60. Ook gebruiken we een HDFury Integral, waarmee we de tv in de hdr-modus kunnen dwingen, zodat we ook de inputlag bij hdr-weergave kunnen meten.
Bij de A1 maakt het voor de inputlag niet uit of er hdr-beelden worden weergeven of niet. Zowel bij hd-beelden als bij uhd-beelden bleef de inputlag gelijk als we hdr inschakelden. Er is wel een verschil tussen hd en uhd; bij de weergave van 2160p60-beelden in de spelmodus bedraagt de inputlag nog maar 31ms. Het verschil met 1080p60 bedraagt dus zo'n 16ms en dat komt overeen met de tijdsduur van een enkel frame.
Chroma subsampling
Veel moderne televisies maken intern gebruik van chroma subsampling om bandbreedte te besparen bij de verwerking van 2160p60-beelden. Daar merk je bij het kijken naar video niets van, doordat zo'n beetje alle codecs die voor videodistributie worden gebruikt, dit ook doen. Als je echter games speelt in 4k of als je de televisie gebruikt als scherm bij een pc, kun je het wel zien. Vooral kleine letters op een witte achtergrond vertonen duidelijk kleurartefacten als er chroma subsampling word gebruikt.
Bij de A1 heb je ook te maken met chroma subsampling als je 2160p60-beelden bekijkt. Gelukkig is daar wat aan te doen. Als eerste moet je gebruikmaken van hdmi-ingang 2 of 3, want 1 en 4 hebben bij 2160p60 altijd een lagere kleurresolutie. Ook als je een van de juiste ingangen gebruikt, krijg je chroma subsampling te zien. Je moet namelijk eerst naar het instellingenmenu navigeren en onder het kopje 'tv' kiezen voor 'Externe ingangen'. Vervolgens kies je bij 'Indeling HDMI-signaal' voor 'Verbeterde indeling'. Daarna worden alle beelden op de volledige kleurresolutie en zonder artefacten weergegeven.
Energiegebruik, geluid en hdr
De A1 heeft energielabel B meegekregen en dat betekent dat er zuinigere alternatieven te koop zijn. Toch is deze tv niet zo'n energieslurper als sommige plasma's waren. Het hoogste verbruik hebben we gemeten met X-tended Dynamic Range op 'hoog' voor de hoogste gemiddelde helderheid. In deze stand verbruikt de 65" grote tv 212W, waarbij 271cd/m² aan helderheid wordt geproduceerd. Als we X-tended Dynamic Range uitschakelen en de helderheid op 120cd/m² afstellen, is het gemiddelde verbruik 121W. Met de helderheid afgesteld op de laagste stand krijgen we nog maar 30cd/m² te zien en zakt het verbruik naar 73W. Door de perfecte zwartweergave is daar in een verduisterde kamer best wel naar te kijken. Alles bij elkaar is dit niet de zuinigste tv, maar gezien het grote scherm en de schitterende beeldkwaliteit is het verbruik best te overzien.
Geluid
De A1 heeft een scherm dat naast beeld ook geluid weergeeft. De marketingmensen van Sony hebben het scherm Acoustic Surface™ gedoopt, maar liefhebbers van Jiskefet hebben natuurlijk al lang door dat het hier een hidden sound system betreft. Om het oledscherm in trilling te brengen zijn aan de achterkant vier spreekspoelen bevestigd. De benodigde magneten zijn gemonteerd op balk die achter het scherm loopt. Door de spreekspoelen in twee groepen van van twee te monteren is stereoweergave mogelijk. De lage tonen komen uit een aparte woofer aan de achterkant, die gemonteerd is in een klankkastje. De laagweergave wordt verder verbeterd door gebruik te maken van een basreflexpoort.
Het geheel klinkt goed; stemmen zijn duidelijk verstaanbaar en het maximale volume is in orde. Ook is de laagweergave veel beter dan bij de gemiddelde televisie. Vooral als er pratende mensen te zien zijn, komt het heel natuurlijk over dat het geluid uit het scherm komt. Bij bioscopen is dit doodnormaal, maar bij televisies was dit tot nu toe niet mogelijk.
Er kleeft ook een nadeel aan het systeem; het stereobeeld is namelijk alleen goed als je recht voor de tv zit. Nu is bij elke televisie het stereobeeld op z'n best als je midden voor het scherm plaatsneemt, maar bij de A1 zijn de 'luisterhoeken' duidelijk smaller dan bij andere televisies. Dit komt doordat hoge tonen zich van nature zeer rechtlijnig voortplanten door de lucht. Bij normale luidsprekers zijn de tweeters vaak bol uitgevoerd om het afstraalgedrag te verbeteren. Dit betekent overigens niet dat het geluid slecht is als je onder een hoek kijkt; de meeste mensen zullen het geluid ook onder een hoek prima vinden en alleen de fijnproevers zullen precies in het midden willen zitten.
Hdr
Doordat oledschermen van nature een hoog contrast hebben, zijn ze zeer geschikt voor het weergeven van hdr-beelden. De piekhelderheid is wel flink lager dan bij sommige hdr-tv's op basis van de lcd-techniek, zoals Sony's eigen SD9. In de praktijk betekent dit dat je voor een optimaal resultaat bij het kijken naar hdr de kijkruimte zo goed mogelijk moet verduisteren. We hebben de piekhelderheid van de A1 gemeten tijdens het weergeven van hdr. Als we testbeeld meten dat uit tien procent wit bestaat en voor de rest uit een zwart scherm, bedraagt de piekhelderheid 745cd/m². Dat is ruim voldoende voor een overtuigend hdr-effect in een redelijk donkere kamer.
Televisies met een oledpaneel zijn allemaal uitgerust met een automatic brightness limiter, die de helderheid reduceert als grotere delen van het scherm wit zijn. Er zijn namelijk limieten aan de hoeveelheid stroom die door de 'bekabeling' in het paneel kan lopen. Als we een testbeeld meten met 25 procent wit, bedraagt de helderheid nog maar 477cd/m² en bij 50 procent 291cd/m². Bij een volledig wit scherm zakt de helderheid helemaal in naar 169cd/m². Het zal bij het kijken naar normaal hdr-beeldmateriaal overigens niet vaak voorkomen dat er heel grote, fel witte vlakken worden getoond. Dat is namelijk niet prettig om naar te kijken.
We hebben hdr bekeken in zowel hdr10- als hybrid-log-gammaformaat en beide zagen er overtuigend uit. Doordat het hoge contrast van oled ook zeer lokaal beschikbaar is, oogt het beeld scherper dan op een lcdtv. Dit levert een groot gevoel van realisme op, waarbij sommige beelden haast diepte lijken te hebben. Later dit jaar komt er een update, waarna ook hdr-beelden in het Dolby Vision-formaat kunnen worden weergegeven. Voor Dolby Vision is speciale hardware nodig en deze is dus al in de A1 aanwezig. Wanneer de update precies beschikbaar komt, was op het moment van schrijven nog niet bekend.
Beeldeigenschappen
De oledtechniek lost enkele problemen op waar alle lcdtv's in meer of mindere mate last van hebben. Zo ziet het beeld van een lcd er recht van voren beter uit dan als je onder een hoek kijkt. Een oled heeft daar zo goed als geen last van. Door foto's te maken met identieke belichting brengen we de kijkhoeken in beeld. De linker foto is recht van voren genomen en de rechter onder een hoek van vijfenveertig graden.
We zien dat het hoge contrast ook onder een hoek bekeken nog gewoon beschikbaar is. Ook blijven de kleuren prachtig als je niet recht voor het scherm zit. Alleen de helderheid neemt een klein beetje af, maar de afname is zo klein dat je daar in de praktijk eigenlijk niets van merkt.
En ander probleem waar elke lcdtv mee kampt, is de uniformiteit van de backlight. Het is namelijk een flinke uitdaging om tegen redelijke kosten een backlight te produceren die over het hele oppervlak evenveel licht oplevert. Ook hier heeft een oled geen last van, doordat er simpelweg geen backlight is. Door foto's te maken van een wit scherm waarbij we hebben belicht voor middengrijs, is dit goed te zien.
Er zijn wel verschillen in helderheid, maar deze zijn zo klein dat ze totaal niet opvallen. Het enige wat kan opvallen als de tv erg fel is afgesteld, is dat de helderheid wat terugloopt bij een volledig wit scherm. Ook onder een hoek is het scherm zeer uniform verlicht.
Een ander probleem van een lcd dat door de oledtechniek is opgelost, is backlight-bleeding. Daar bestaan verschillende varianten van, maar ze hebben gemeen dat er licht van de backlight te zien is in donkere delen van het scherm, waardoor deze te helder worden weergegeven en bovendien een verkeerde kleur krijgen.
Op de foto's van een volledig zwart beeld valt goed te zien dat er geen licht uit het scherm komt. Ook onder een hoek blijft het beeld perfect zwart. Doordat de zwartweergave van oled perfect is, zien gekleurde objecten op een donkere achtergrond er spectaculair uit. Ook films en series met donkere beelden bieden veel meer beleving op een oled-tv.
Beeldverwerking
Als je een nieuwe tv hebt gekocht, doe je er goed aan om even het menu in te duiken om alle 'beeldverbeteraars' uit te schakelen. Dit soort algoritmes laten het beeld er op het eerste gezicht vaak mooier uitzien, maar hebben allemaal last van bijwerkingen, waardoor het beeld er eigenlijk op achteruitgaat. Bovendien krijg je door het beeld aan te passen niet te zien wat de maker van de beelden voor ogen had. De A1 is zoals elke high-end tv voorzien van allerlei snufjes die het beeld mooier moeten maken.
Het contrast is op een oled-tv veel hoger dan op andere televisies, maar desondanks zijn er verschillende functies die er nog een schepje bovenop doen. 'Geavanceerde contrastoptimalisatie' levert een contrastrijker beeld op door lichte delen helderder te maken en donkere delen donkerder. 'Zwart aanpassen' doet iets vergelijkbaars, maar dan alleen in de schaduwpartijen. Helaas gaan ze beide ten koste van de doortekening in de gebieden die worden aangepast. Alleen inschakelen als er daadwerkelijk iets mis is met het beeldmateriaal dat je bekijkt. De functie X-tended Dynamic Range gaat een stapje verder en maakt hdr-materiaal van sdr-beelden. Doordat de hooglichten daadwerkelijk feller worden weergegeven, valt het resultaat ervan niet tegen, al gaat er natuurlijk niets boven echt hdr-materiaal. Deze functie komt vooral van pas om het beeld feller te krijgen als je last hebt van te veel licht in de kijkruimte.
Sony heeft een functie die we niet bij andere merken tegenkomen, genaamd 'Vloeiende gradatie'. Deze is bedoeld om colour banding in het beeld tegen te gaan. Het werkt prima en als je slecht beeldmateriaal bekijkt, kan ook dit van pas komen. Als je het toepast op goed beeldmateriaal, gaan er echter subtiele details in het beeld verloren. Dit geldt ook voor de twee ruisonderdrukkers 'Digitaal ruis verminderen' en 'Willekeurige ruis verminderen'. Ze doen hun werk goed, maar kunnen het onderscheid tussen ongewenste ruis en subtiele details niet zo goed maken.
Om beweging er soepeler en scherper uit te laten zien is er beeldinterpolatie aanwezig in de vorm van Sony's Motionflow. Als je deze toepast op filmbeelden, kun je last krijgen van het soap-opera-effect. Daar is niet iedereen even gevoelig voor, maar los daarvan veroorzaken interpolatiealgoritmen altijd fouten in het beeld. Vooral als er objecten in beeld achter andere vandaan komen, is perfect interpoleren zo goed als onmogelijk. Toch kan Motionflow van pas komen bij het bekijken van actiebeelden. In de stand Gebruiker kun je namelijk de beeldinterpolatie uitzetten door Soepelheid op de laagste stand te zetten. Vervolgens kun je met Helderheid op Hoog 'black frame insertion' aanzetten, waarna snel bewegende beelden duidelijk scherper worden weergegeven ten koste van wat helderheid.
Metingen en kalibratie
Normaal beginnen we deze pagina altijd met een ansi-contrastmeting, waarbij de helderheid van acht witte en acht zwarte vlakken wordt gemeten. Omdat er bij oledschermen bij de weergave van zwart in het geheel geen licht van het scherm komt, valt er niets te meten. Dat levert een oneindig grote contrastverhouding op. In de praktijk is de contrastverhouding alleen oneindig hoog als je in een perfect verduisterde ruimte kijkt. Kijk je in een verlichte kamer, dan zullen reflecties de zwartweergave negatief beïnvloeden.
Naast een goed contrast is een correcte kleurweergave natuurlijk van belang voor een mooi beeld. Met een meting van de grijstinten krijgen we een goed beeld ervan. Als alle tinten namelijk zonder kleurzweem worden weergegeven, zal het grootste deel van de kleuren ook correct worden weergegeven. Bovendien zien we aan deze meting of de helderheid met de juiste stappen oploopt, zodat er geen details in het beeld verloren gaan.
/i/2001472257.png?f=imagenormal)
Van alle presets levert Cinema Pro het beste resultaat op. Met een gemiddelde ΔΕ van 2,4 liggen alle afwijkingen onder de grens van 3, waardoor ze met het blote oog eigenlijk niet zichtbaar zijn. Ook de gammagrafiek verloopt mooi vlak en met een gemiddelde waarde van 2,2 worden alle grijstinten met de juiste helderheid weergegeven.
/i/2001472261.png?f=imagenormal)
De meting van de primaire en secundaire kleuren vertelt ons hoe nauwkeurig zeer verzadigde kleuren worden weergegeven. Met een gemiddelde ΔΕ van slechts 1,2 liggen ook hier de afwijkingen ver onder de zichtbare grens.
Kalibratie
Een kalibratie is eigenlijk niet nodig, maar toch voeren we een tweestapsgrijskalibratie uit om te kijken hoe goed we de A1 kunnen laten presteren. Hiervoor zijn we aan de slag gegaan met onze SpectraCal C6-colorimeter, die we in CalMan 5 voorzien hebben van een meterprofiel door middel van een X-Rite i1Pro 2-spectrometer.
/i/2001472263.png?f=imagenormal)
Na de kalibratie hebben we de gemiddelde ΔΕ2000 teruggebracht naar 1: een perfect resultaat. Aan de gamma viel niets te verbeteren; die was al spot on. Om tot dit goede resultaat te komen hebben we de Bias van rood op -1 gezet en die van groen en blauw op respectievelijk 9 en -4. Let erop dat deze waarden niet bij elke A1 tot hetzelfde resultaat zullen leiden, maar het kan een aardig begin zijn als je aan de slag gaat met je eigen tv.
/i/2001472267.png?f=imagenormal)
Ook bij de primaire en secundaire kleuren weten we een snaarstrak resultaat te behalen, waarbij de gemiddelde ΔΕ2000 zelfs twee tiende onder de 1 uitkomt: al met al supergoed. Zoals alle Sony-modellen is ook de A1 niet voorzien van een uitgebreid color management system, zoals dat bij sommige concurrenten wel beschikbaar is. Toch staat dat een perfecte afstelling niet in de weg.
Fotogalerij en specificaties
Conclusie
De A1 is Sony's eerste grote oled-tv, die bovendien als eerste televisie een beeldscherm heeft waar naast beeld ook geluid uit komt. Doordat er geen luidsprekers aan de onderkant zitten, is het ontwerp misschien ook wel het strakste ooit; aan de voorkant zien je door de smalle bezels bijna alleen maar beeldscherm. Wij vinden dit ontwerp er erg mooi uitzien, maar dat neemt niet weg dat er ook nadelen aan zitten. Zo staat de tv een beetje achterover en is de hellingshoek niet aan te passen. Ook heeft de constructie met niet afneembare voet aan de achterkant tot gevolg dat de tv vrij ver van de wand komt te hangen bij muurmontage. Deze tv komt dus het best tot z'n recht op een strak vormgegeven en niet al te hoog tv-meubel.
Naast een strak uiterlijk heeft deze tv een zeer strak beeld. Dankzij het oledpaneel van LG heeft de A1 een bijzonder goede beeldkwaliteit. Alleen op het vlak van de maximale helderheid doen sommige lcdtv's, zoals Sony's eigen ZD9, het beter, maar een dergelijke helderheid heb je alleen nodig in een fel verlichte kijkruimte. Bij gematigd licht, zoals dat 's avonds in de meeste huiskamers is te vinden, is het puur genieten van de perfecte zwartweergave, een superhoog contrast en prachtige kleuren. Ook de hdr-weergave is, dankzij het zeer hoge lokale contrast van het oledpaneel, indrukwekkend te noemen.
Bij zo'n mooi beeld hoort natuurlijk een prachtig geluid en het unieke audiosysteem, dat het beeldpaneel inzet als luidsprekerconus, levert dat ook. Stemmen klinken duidelijk en bovendien heel natuurlijk, doordat het geluid uit het scherm komt. Ook stelt de laagweergave, dankzij de woofer aan de achterkant, niet teleur. Het stereobeeld is goed, maar daarvoor moet je wel recht voor de tv plaatsnemen, want hoewel de kijkhoeken zo goed als perfect zijn, is de optimale 'luisterhoek' vrij beperkt.
De bediening werkt prettig dankzij een slim ontworpen afstandsbediening. Helaas is er opnieuw van een zwakke soc gebruikgemaakt, waardoor 3d-games spelen op Android TV slechte framerates oplevert. Voor het renderen van de interface is de soc snel genoeg, doordat hij niet op de volledige uhd-resolutie wordt gerenderd. Als Sony deze high-end tv van een high-end soc had voorzien, was dit toestel dus nog een stuk mooier geweest.
Het grootste probleem van de A1 is de nogal stevige prijs van zo'n zesduizend euro voor de door ons geteste 65"-versie. Wat beeldkwaliteit betreft ontlopen de recente oledtelevisies elkaar niet veel en voor de helft van het geld heb je al een 65"-oled uit modeljaar 2016. Als het unieke ontwerp je aanspreekt en je het 'hidden soundsystem' ook wel ziet zitten, zul je dus flink extra in de buidel moeten tasten. De A1 was op het moment van schrijven nog niet te koop, dus de hier besproken prijs is nog de adviesprijs. Daar zal in de loop van het jaar nog het nodige vanaf gaan, maar goedkoop zal deze tv niet snel worden.
Eindoordeel