Inleiding
In deze round-up vergelijken we vijf gameheadsets die bedoeld zijn om op een pc aan te sluiten en we richten ons dit keer op de bovenkant van de markt, op headsets die minimaal 200 euro kosten. We testen headsets van Sennheiser, audio-technica, beyerdynamic, SteelSeries en Turtle Beach, waarbij het model van beyerdynamic wint vanwege het uitstekende geluid en het draagcomfort. Bovendien is de headset zeer robuust en keurig afgewerkt.
Prijs bij publicatie: € 249,-
Dit is niet de eerste keer dat we een aantal gameheadsets onder de loep nemen. Toch wordt dit een bijzondere test, omdat we tot nu toe gekeken en vooral geluisterd hebben naar headsets die voor een groot publiek betaalbaar zijn. We keken steeds naar headsets die maximaal 200 euro mochten kosten. Er zijn echter ook gameheadsets die duurder zijn. Het marktaandeel van dergelijke sets zal kleiner zijn, omdat niet iedereen bereid zal zijn om zoveel geld neer te leggen voor een stel oorschelpen. Als je toch een gameset-up aan het samenstellen bent, kun je het geld ook besteden aan een duurder model videokaart of snellere processor.
Maar ze zijn er, de duurdere modellen en dus rijst de vraag of het ook de moeite waard is om geld uit te trekken voor een duurder model, en zo ja, wat dan de beste keuze is. Dus hebben we vijf gameheadsets naast elkaar gelegd. Van vijf merken hebben we het recentste model geprobeerd dat valt in de prijsklasse boven 200 euro, om te zien hoe die zich onderling verhouden.
/i/2001350807.jpeg?f=imagenormal)
Sennheiser PC 373D
Samengevat
De Sennheiser PC 373D is de lichtste headset uit de test, die desondanks robuust genoeg is. Hij zit helaas wat minder comfortabel en heeft een wat saai geluid. Het 'hoog' komt tekort en het 'laag' is er juist in overvloed. Ook jammer is dat de meegeleverde software op het gebied van equalising wat steken laat vallen, want juist daarmee zou het geluid van de PC 373D wat kunnen worden rechtgetrokken. Met wat toonregeling valt er veel te verbeteren, maar echt sprankelend wordt het nooit. Verder is de software - net als het apparaat zelf - juist prettig karig gehouden. Het forse volumewiel valt op en is erg prettig. Jammer is wel dat Sennheiser geen snoer meelevert om de PC 373D op een 3,5mm-uitgang aan te sluiten. De PC 373D is daarmee stevig en robuust, maar hij valt wat geluid betreft in de middenmoot.
Eindoordeel
Sennheiser PC 373D
Aansluitingen |
Usb |
Weergave |
Stereo, Virtual 7.1 |
Sennheiser is natuurlijk een oude bekende op de audiomarkt. Het maakt bovendien al jaren koptelefoons en headsets. We bespraken eerder dit jaar de voorloper van de PC 373D, de PC 363D. De twee headsets zijn vergelijkbaar, al is de PC 363D een stuk goedkoper doordat hij wordt uitgefaseerd.
De PC 373D is ook vergelijkbaar met twee andere headsets in deze test, namelijk de audio-technica ATH-AG1X en de beyerdynamic MMX 300. Het gaat in alle drie de gevallen om relatief eenvoudige headsets. Ze hebben geen toeters en bellen, weinig of geen knoppen en ook geen uitgebreide software om zaken mee in te stellen. Bij alle drie moet het comfort en geluid komen van de hardware, van de headset zelf dus, en niet van allerlei functies die via knoppen of software kunnen worden ingesteld. Sennheiser heeft van deze drie headsets nog de meeste functies toegevoegd. De PC 373D heeft 7.1 surroundgeluid en een volumeknop op een van de oorschelpen. Vooral dat laatste is erg prettig. Op de rechterschelp zit een flink draaiwiel waarmee het volume kan worden ingesteld. Het wiel is prettig groot, zit op een makkelijk bereikbare plek, en valt in de vormgeving niet eens op. Mooi, handig, onopvallend: helemaal goed.
Sennheiser heeft nog zo'n weinig opvallende, maar prettige functie ingebouwd. De microfoon zit aan een stevige en lange arm, die goed voor de mond valt. Het aardige is dat Sennheiser een schakelaar in de arm heeft ingebouwd, waardoor de microfoon vanzelf uitgeschakeld wordt als je de arm omhoog klapt. Je mute de microfoon dus vanzelf, als je hem wegklapt. Simpel, doordacht en goed ontworpen. Helaas pikt de microfoon vrij makkelijk je ademhaling op, vooral als je door je neus ademt. Uiteraard is dat makkelijk te verhelpen door de microfoon wat verder weg van je mond en neus te plaatsen. De PC 373D is echter de enige headset uit de test die last heeft van dit verschijnsel.
De PC 373D heeft ook een lekker robuuste behuizing. Een stevige plastic beugel verbindt de twee oorschelpen van het half-open type. Waar veel headsets een plastic beugel hebben die te slap - en daardoor kwetsbaar - is, is de beugel van de PC 373D stevig genoeg. Door de plastic constructie is de Sennheiser bovendien de lichtste uit de test, wat uiteraard prettig is. De beugel heeft bovenin een behoorlijk dik kussen, wat redelijk comfortabel is. Toch zijn we niet helemaal tevreden over het draagcomfort van de headset; de oorschelpen drukken vrij stevig op je oren en vallen ook minder makkelijk op hun plek. Met name de headsets van audio-technika, SteelSeries en beyerdynamic doen dat wel, waarbij het oor als vanzelf geheel in de schelp valt. Bij de Sennheiser-set moet je vaak een beetje schuiven om het oor volledig binnen de schelp te laten vallen. Dat laatste is ook nodig, want de set klinkt beter als het oor volledig binnen de schelp valt. Dat de oorschelpen minder comfortabel zijn, komt ook doordat de rand van de schelpen, die met stof zijn bekleed, aan de harde kant is.
Verder heeft de PC 373D een snoer dat bestaat uit twee delen. Met een kleine variant op de standaard 3,5mm-audioplug sluit je het snoer aan op de headset. De totale lengte van het in twee delen gesplitste snoer is met 3 meter ruim voldoende. Halverwege het snoer bevindt zich de schakelaar waarmee je de surround-sound aan of uit kunt zetten. Je sluit de PC 373D via usb aan op je pc. Sennheiser levert geen snoer om de PC 373D op de 3,5mm-uitgang van de pc aan te sluiten. Een dergelijk snoer is er wel, maar het moet apart worden gekocht, voor ruim 17 euro. In deze prijsklasse hadden we dat in de doos verwacht, zeker omdat concurrenten als Turtle Beach en SteelSeries wel een ruime sortering aan snoeren meeleveren.
Het geluid van de PC 373D is goed, maar niet super. Met name de audio-technica ATH-AG1X en beyerdynamic MMX 300 klinken beter. Het 'laag' dondert wat uit de speakers. De audio-technica-set heeft daar ook last van, maar de Sennheiser-set komt ook in het 'hoog' iets tekort, wat deze headset net wat minder doet klinken dan de ATH-AG1X en vooral de MMX 300. De Sennheiser PC 373D laat de sets van Turtle Beach en SteelSeries wel achter zich.
Sennheiser levert eigen software mee. Daarbij gaat het om een bescheiden programma, zonder al te uitgebreide mogelijkheden. Het programma doet wat het moet doen, en is door de eenvoud lekker overzichtelijk. Je kunt er surround mee aan- of uitzetten, en hetzelfde geldt voor de ingebouwde noise cancelation. Surround is daarbij beter verzorgd dan noise cancelation. Sterker: van het laatste hebben we weinig kunnen merken. Surround doet het dus beter, ondanks dat het hier om 'virtueel surround' gaat, waarbij het effect wordt gesimuleerd. Met de surround-optie aan is de algemene richting van het geluid - links en rechts - duidelijk beter waarneembaar. Het onderscheid tussen right, right side en right surround is echter nauwelijks te onderscheiden. Toch is surround wel degelijk een verbetering ten opzichte van stereo.
Verder is het prettig dat je via de software kunt bepalen hoe veel je van je eigen spraak terug wilt horen in je oorschelp. Helaas is er aan het geluid zelf weinig regelbaar. De software biedt vier presets, daar moet je het mee doen. Er zijn geen eigen presets in te stellen. Jammer, want wat puzzelen met externe equaliser-software doet het geluid van de PC 373D goed.
Audio-technica ATH-AG1X
Samengevat
De ATH-AG1X is met gemak de grootste headset uit de test. De opvallend rode rand maakt dat hij alleen nog maar groter lijkt. Helaas voelt het ook zo. De wat merkwaardige ophanging voldoet niet en zorgt ervoor dat de flink uit de kluiten gewassen oorkussens over je oren zakken. Zonde, want verder bevalt de headset goed. Althans: op de plaatsing van de microfoon na, want die blijft steeds hinderlijk vanuit een ooghoek zichtbaar. Daar staat tegenover dat de microfoon wel het beste klinkt van de geteste modellen. Ook het geluid dat de oorschelpen produceren bevalt goed. Het komt iets aan bas tekort, maar verder zijn alle tonen goed vertegenwoordigd. Audio-technica houdt het verder simpel. Hier geen software, surround en noise cancelation. Kortom: goed geluid, maar aan de constructie schort het een en ander.
Eindoordeel
audio-technica ATH-AG1X
Aansluitingen |
3,5 mm |
Weergave |
Stereo |
Omdat audio-technica een merk is dat zich voornamelijk richt op de bovenkant van de markt, is het nog niet eerder voorbij gekomen in onze headset-tests. Voor deze gelegenheid hebben de de ATH-AG1X onder de loep genomen. Het had ook de ATH-ADG1X kunnen zijn. Dat is een vergelijkbaar model, maar met een half open behuizing, terwijl de ATH-AG1X een geheel gesloten behuizing heeft. Wat direct opvalt aan de ATH-AG1X is niet eens zozeer de felrode rand om de oorschelpen, maar vooral de flinke omvang van de headset. De ATH-AG1X is met gemak de grootste van alle geteste headsets. Het is ook de zwaarste headset, hoewel de sets van Turtle Beach en beyerdynamic niet veel lichter zijn.
Verder springt vooral de opvallende ophanging in het oog. De oorschelpen zijn met elkaar verbonden door twee metalen beugels die ruim boven je hoofd lopen. Het is een constructie waar we van zijn gecharmeerd. SteelSeries gebruikt hem ook, maar alleen bij de goedkopere headsets uit het assortiment en niet bij de Siberia 800 die we in deze test hebben opgenomen. De constructie die SteelSeries soms toepast is echter niet helemaal hetzelfde. Bij de ATH-AG1X heeft audio-technica binnen de twee beugels twee kussens geplaatst. De kussens zijn verend opgehangen en het zijn de voornaamste punten waar het gewicht van de headset op rust. Helaas blijkt dat in de praktijk niet genoeg. De stevige oorschelpen hebben zo veel massa dat de vering waar de kussens aan hangen bezwijkt onder het gewicht. Het gevolg is dat de ATH-AG1X van je oren zakt, waardoor je met regelmaat de neiging hebt om de headset omhoog te schuiven. Zonde, want verder zitten de oorschelpen juist erg prettig. Ze vallen ruim over je oren en de zachte randen voelen prettig aan, ook bij lange sessies. Audio-technica doet dus veel goed, maar had wat sterkere veren in moeten bouwen om het gewicht van de oorschelpen te dragen. Er is ook geen optie om daar iets in aan te passen. Daarmee doet audio-technica zichzelf tekort, want het is meteen ook ons voornaamste kritiekpunt op de ATH-AG1X.
Er is echter nog een ander nadeel aan de vormgeving die audio-technica heeft gekozen. De linkeroorschelp heeft een opvallende uitstulping, een scharnier waar de arm van de microfoon aan vastzit. Die arm had best wat langer gemogen. Nu haalt de microfoon net je mondhoek. Toch bevalt het geluid van de microfoon goed. Sterker nog, van de geteste modellen is het geluid van de audio-technica het meest bruikbaar. Het is wat aan de zachte kant, maar wel het meest neutraal. Er mist iets aan bas, maar dat is voor spraak eigenlijk wel prettig. Toch zijn we niet helemaal tevreden over de microfoon. Dat komt door die uitstulping met het scharnier. Die is zo ruim bemeten dat hij altijd vanuit je linkerooghoek zichtbaar is. Te ver in de hoek om herkenbaar te zijn, maar wel hinderlijk aanwezig.
Verder heeft audio-technica het simpel gehouden. De headset heeft een snoer in twee delen, die samen ruim 3,5 meter lang zijn. Dat is ruim voldoende. Er is dus een deel af te koppelen, zodat je de headset eventueel ook samen met je telefoon kunt gebruiken. De headset is enkel via een 3,5mm-plug aan te sluiten. Karig, maar afdoende. Het betekent ook dat je van audio-technica geen software hoeft te verwachten. Hier dus geen dolby, ruisonderdrukking en equalising. Dat laatste kan uiteraard via de pc worden opgelost. De headset heeft verder alleen een kleine uitstulping in het snoer, met daarin een klein volumewiel en een mute-knop. Die knop is prima, het volumewiel wat minder. Dat is niet alleen erg klein, het draait ook erg makkelijk. Het maakt dat het wieltje makkelijk tegen je kleding komt en dan ongemerkt het volume van de headset aanpast. Het volume van de ATH-AG1X is al aan de lage kant. Als de volumeknop dan ongemerkt langs je kleding schuurt, blijft daar helemaal weinig van over. Wij hebben het wieltje tijdens lange gamesessies met wat plakband vastgezet. Dat werkt prima, maar het is uiteraard niet helemaal de bedoeling.
Het comfort van de ATH-AG1X houdt dus niet over, maar het geluid is gelukkig beter. In het geluidspectrum mist de headset alleen iets in het 'diepe laag'. Daar doet de ATH-AG1X onder voor de beyerdynamic MMX 300. Verder houdt de ATH-AG1X zich echter goed. Het geluid is beter dan dat van de Sennheiser PC 373D en SteelSeries Siberia 800, en al helemaal beter dan dat van de Turtle Beach Elite 800. Vooral in het 'hoog' scoort de audio-technica-headset beter dan de Sennheiser-headset. Wat geluid betreft eindigt de ATH-AG1X op een goede tweede plaats. Daarbij blijft dus wel staan dat we over het draagcomfort minder zijn te spreken.
Beyerdynamic MMX 300
Samengevat
De opzet van de beyerdynamic MMX 300 is simpel. Gewoon een snoer met enkel een 3,5mm-plug, een prettig werkende microfoon, lekker zittende oorschelpen en een uitstekend geluid: dat is wat de MMX 300 te bieden heeft. Volumeregeling en mute hadden het geheel compleet gemaakt, maar dat moet de MMX 300 helaas ontberen. Toch is de beyerdynamic MMX 300 onze favoriete headset in deze test. Compact, stijlvol en gewoon goed.
Eindoordeel
beyerdynamic MMX 300
Aansluitingen |
3,5 mm |
Weergave |
Stereo |
Nog zo'n merk dat in onze tests tot nu toe ontbrak, is beyerdynamic. Net als audio-technica richt ook deze fabrikant zich vooral op de bovenkant van de markt. Opvallend is dat juist de MMX 300, net als de ATH-AG1X van audio-technica, uitblinkt in eenvoud. De MMX 300 is zelfs nog eenvoudiger dan zijn concurrent. Die heeft in ieder geval nog een mute- en volumeknop, terwijl ze op de MMX 300 allebei ontbreken. Oorschelpen, snoer, twee 3,5mm-jacks: meer dan dit is er niet. Beide genoemde knoppen hadden niet misstaan. Zeker bij een gameheadset is het handig als er voorzieningen op de headset zelf zitten, zodat je niet hoeft te switchen tussen de game en het besturingssysteem om iets simpels zoals het volume bij te stellen. Daarin kan beyerdynamic nog wat leren van audio-technica en met name Sennheiser.
Zonde, want verder zijn we zeer te spreken over de MMX 300. De constructie is eenvoudig, maar erg stevig. Een metalen beugel verbindt de oorschelpen, maar gelukkig is hij omgeven door een plastic omhulsel dat het gewicht opvangt. Het plastic zit om de metalen kern gevouwen en wordt met drukkers bij elkaar gehouden, zodat het zelfs verwijderd kan worden. Het waarom daarvan ontgaat ons enigszins. Er is geen nieuw plastic omhulsel te koop en zonder wil je de headset niet gebruiken. Het stoort echter niet.
Verder heeft beyerdynamic een haast simpele behuizing gekozen. Twee ronde oorschelpen maken de MMX 300 compleet. Het is haast op het saaie af, al komt dat ook doordat wij de grijze uitvoering tot onze beschikking hadden. De headset is ook in tal van andere kleuren leverbaar en ziet er dan al veel minder saai uit. Voor ons biedt dat niet eens perse meerwaarde; wij vonden ons grijze exemplaar eigenlijk wel stijlvol. Verder bevalt het goed dat de oorschelpen in verticale zin ruimschoots kantelbaar zijn, maar in horizontale zin veel minder. Het houdt de constructie stevig. Verder zijn de oorschelpen vooral bescheiden van doorsnede, en ook dat is prettig. Toch vallen de oorschelpen makkelijk over je oren. Sterker nog, ze vallen haast als vanzelf op hun plaats. Ondanks de zeer eenvoudige constructie zit de MMX 300 daarmee opvallend prettig en comfortabel, vooral bij langer gebruik. Dat komt ook door de met stof beklede rand om de oorschelpen. Die is wat zachter dan de rand van de Sennheiser-schelpen, en voelt daardoor ook wat prettiger.
Aan de linker-oorschelp zit een lange arm bevestigd waarin de microfoon verscholen gaat. De arm is visueel niet echt aantrekkelijk. Een oplossing zoals SteelSeries heeft verzonnen, of een arm zoals die van de PC 373D van Sennheiser, ziet er beter uit. De arm is echter wel prettig in gebruik. Je hebt hem in een oogwenk beet en op de juiste plaats gebogen. De arm is lekker buigbaar en blijft uitstekend staan in de stand waarin je hem gebogen hebt. Dat laatste is niet bij alle geteste headsets het geval. Over het geluid van de microfoon zijn we wat minder tevreden. Het is vol en op zich is dat goed. Bij de andere vier modellen heeft de microfoon een wat schraler geluid, waarin vooral 'laag' ontbreekt. Bij de MMX 300 hoor je de bas in je stem juist goed terugkomen. Dat is voor communicatie met medespelers echter lang niet altijd prettig. Juist een geluid met wat meer 'midden' komt vaak het duidelijkst over. Geluid met veel 'laag' is moeilijker verstaanbaar tijdens verhitte potjes gamen.
Gelukkig maakt het geluid van de oorschelpen erg veel goed. Ook dat is vol, net als dat van de microfoon, maar dan op de best mogelijke manier. We zijn zeer te spreken over het geluid van de MMX 300. Het is het meest uitgebalanceerde, met mooi 'hoog' en vooral zeer goed 'laag'. Het 'laag' heeft veel meer definitie dan dat van de concurrenten. Waar bijvoorbeeld de Siberia 800 van SteelSeries ook veel 'laag' heeft, is het daar vooral de boemende bas die we ook kennen van de populaire koptelefoons van Beats, en die ook veel te horen is in goedkopere modellen headsets. Een heel verschil met het subtiele, maar duidelijke 'laag' van de MMX 300. De headset van beyerdynamic heeft ook de vlakste frequentiekarakteristiek van de vijf geteste exemplaren.
Verder houdt beyerdynamic het dus eenvoudig. Dat geldt ook voor het snoer uit één stuk, dat met 3,5 meter lekker lang is en bovendien lekker stevig. Het is niet deelbaar, dus gebruik met een mobiele telefoon wordt lastig, maar daar is de headset ook niet voor bedoeld. Het past bij de eenvoud. Hier dus ook, net als bij de headset van audio-technica, geen toeters en bellen zoals noise cancelation en virtual surround. Gewoon stereo met een prima geluid, daar moet je het mee doen.
SteelSeries Siberia 800
Samengevat
De Siberia 800 is een headset waarmee SteelSeries mikt op een brede doelgroep. De set is geschikt voor zowel consoles als de pc en doet zijn werk draadloos. Dat heeft als nadeel dat er altijd een zachte ruis hoorbaar is in de oorschelpen. Bovendien is het geluid van de Siberia 800 aardig, maar lang niet zo goed als van de bedrade headsets uit de test. Prettig is wel dat SteelSeries twee exemplaren van een batterij mee levert, die ook nog een flinke capaciteit hebben. Je hoeft dus nooit last te hebben van een lege batterij. Verder heeft de microfoon een goed geluid. De Siberia 800 zit erg prettig en ook over de vormgeving van het geheel zijn we zeer te spreken, zowel van de headset zelf als van het basisstation. De functionaliteit van het station is basaal, maar de bediening is daardoor lekker overzichtelijk.
Eindoordeel
SteelSeries Siberia 800
Aansluitingen |
3,5 mm, optical |
Weergave |
Stereo, Virtual 7.1 |
SteelSeries maakt headsets in verschillende prijsklassen. De afgelopen jaren hebben we al meerdere modellen van het Deense merk besproken. We zijn vooral fan van de goedkope headsets uit het assortiment, die voor het geld dat ze kosten opvallend goed klinken en veel comfort bieden. Dit keer nemen we een duurdere headset uit het assortiment van de Denen onder handen, de Siberia 800.
Opvallend is daarbij dat SteelSeries het met de Siberia 800 over een andere boeg gooit dan Sennheiser en met name audio-technica en beyerdynamic. Die drie concurrenten houden hun headsets eenvoudig, terwijl SteelSeries in deze hogere prijsklasse toeters en bellen toevoegt. Zo bestaat de Siberia 800 uit twee delen, namelijk een kastje dat op de pc aangesloten wordt, en een draadloze headset. Om met de sterkste eigenschap van die opzet te beginnen: in het kastje is een oplader verwerkt voor de batterij die de headset van stroom voorziet.
SteelSeries is zo slim geweest om twee batterijen mee te leveren, zodat je nooit zonder stroom hoeft te zitten. De ene batterij zit in de headset, de andere in de lader. Het gaat om exemplaren met een vermogen van 1000 mAh. Voor wie de batterijen van hedendaagse smartphones gewend is, lijkt dat niet veel. Voor een headset als de Siberia 800 is het echter ruim voldoende. Die hoeft immers veel minder functies uit te voeren dan een hedendaagse smartphone en hoeft geen beeldscherm van stroom te voorzien. Met andere woorden: de headset kan uren vooruit met één batterij, ook omdat hij zichzelf al snel automatisch uitschakelt als hij even geen signaal hoeft te verwerken. Wij haalden makkelijk vijftien uur stroom uit een batterij, al zal dat enigszins afhangen van hoe vaak je de headset aan- en weer uitzet.
De houder waarin je de batterij plaatst in het basisstation is erg prettig vormgegeven. Je verwisselt de batterij heel makkelijk. Dat geldt echter niet voor de batterij in de headset. Bij de Siberia 800 kan van beide oorschelpen de afdekplaat worden verwijderd. In de linker-oorschelp zit de batterij. Het verwijderen van de afdekplaat gaat niet heel makkelijk. Daar had SteelSeries wel een iets handiger systeem voor mogen bedenken. We komen dan direct uit bij een tweede kritiekpunt, namelijk het feit dat de documentatie van SteelSeries wat mager is. Zo zit onder de rechter-oorschelp een mini-usb-poort waarvan niet duidelijk is waarvoor hij dient. Het is in de documentatie niet terug te vinden. Het bijgeleverde boekje is ook op andere fronten summier, en de website van SteelSeries biedt al helemaal weinig uitleg.
De Siberia 800 is een headset waarmee SteelSeries op meerdere paarden wedt, want de headset kan ook worden gebruikt met een PlayStation 4 of Xbox One. Er is om die reden ook een Siberia X800 en P800, specifiek gericht op respectievelijk de Xbox-gebruiker en PlayStation-gebruiker. Het verschil zit hem enkel in de meegeleverde kabels. De 'gewone' Siberia 800 is het model dat voor de pc-gamer is bedoeld, hoewel ook daar kabels bij worden meegeleverd die hem geschikt maken voor consolegebruik.
Het basisstation is er uiteraard niet alleen om de batterij op te laden. Het is vooral de schakel tussen je pc en headset, doordat het de draadloze verbinding verzorgt. De Siberia 800 heeft geen bluetooth, anders dan de Siberia 840. De 800 is dus minder geschikt voor mobiel gebruik in combinatie met bijvoorbeeld een telefoon. Overigens is de draadloze verbinding prima. Het bereik is groot. Een meter of 20 haalt de headset makkelijk, al vragen we ons af of dat voor de gemiddelde gamer essentieel is. Belangrijker is dat we geen enkele latency hebben waargenomen.
Helaas zijn we over het geluid van de 800 minder te spreken. Het 'laag' is goed, het 'midden' aardig, maar de headset mist duidelijk 'hoog', waardoor het geheel wat dof klinkt. De Siberia 800 blijft wat geluid betreft duidelijk achter bij de modellen van Sennheiser, audio-technica en beyerdynamic. Die fabrikanten kiezen voor een veel eenvoudiger opzet, waarvoor in ruil een beduidend beter geluid wordt geboden. Bovendien is bij de Siberia 800 altijd een lichte ruis hoorbaar, iets dat eigenlijk voor verreweg de meeste draadloze headsets geldt. Tijdens de actiemomenten in een gemiddelde game valt het niet op, maar in de stille momenten is het wel degelijk duidelijk waarneembaar.
Een onderdeel waar SteelSeries wel goed mee scoort, is virtual surround. Althans: voor zover dat kan met virtual surround. Helaas gaat het wel ten koste van de geluidskwaliteit. De kanaalscheiding van de Siberia 800 is beter dan gemiddeld bij headsets met virtual surround, maar de geluidskwaliteit is minder dan in stereo - en dat bij een headset die het toch al niet moet hebben van de geluidskwaliteit. We raden het gebruik van virtual surround dus alleen aan voor matches op echt hoog niveau, in games waarbij het er toe doet. Wie Counter-Strike speelt kan er profijt van hebben, al zul je dan dus een minder goed geluid op de koop moeten nemen.
Wat SteelSeries eigenlijk altijd wel goed aanpakt, is het ontwerp van de hardware, dus van de buitenkant van de headsets. Net als de goedkopere modellen van de Denen zit ook de Siberia 800 goed, om niet te zeggen uitstekend. De headset zit stevig, zonder veel druk op je hoofd uit te oefenen. De rand van de oorschelpen is van zacht kunstleer en ruim genoeg om helemaal over je oren te vallen. Ons enige kritiekpunt hierbij is de beugel die de oorschelpen verbindt. De kussentjes die aan de binnenkant zijn gemonteerd zijn wat aan de dunne kant. Dat had wat comfortabeler gekund. Eigenlijk zijn niet alleen de kussentjes, maar de hele beugel aan de dunne kant. Het geheel is van plastic en behoorlijk flexibel, of misschien beter gezegd: fragiel. Bovendien heeft SteelSeries gekozen voor oorschelpen die kunnen scharnieren, zodat je ze plat op tafel kunt leggen. Het maakt de constructie er niet steviger op.
Ook het ontwerp van de microfoon is prettig. Zoals bij alle modellen van SteelSeries heeft de Siberia 800 een microfoon waarvan de arm in de oorschelp kan verdwijnen. Er steekt een topje uit, dat makkelijk in en uit de schelp geschoven kan worden. Het systeem werkt prettig, maar gek genoeg niet zo goed als bij de goedkopere modellen. De arm van de microfoon blijft hier gekromd, waardoor het wat lastig is om hem in de juiste stand te plaatsen. Zonde, want het geluid van de microfoon is prima. Sterker: als het om het geluid gaat, is dit de beste microfoon in deze test. Het in- en uitschuiven werkt dus prettig, en het geluid is goed, alleen werkt de arm niet altijd mee.
De Siberia 800 is op zich een prettig 'clean' geval. De eenvoudige, ronde oorschelpen hebben weinig franje, en er zitten weinig knoppen op de headset. Het volumewiel bovenop de rechter-oorschelp is onopvallend in het ontwerp verwerkt, maar goed bereikbaar en prettig in gebruik. Je kunt het volume ook regelen via het basisstation, maar het is prettig dat het ook via de headset zelf kan. Verder is er alleen de knop waarmee je de headset inschakelt, en die knop doet ook dienst voor het muten van de microfoon. Tot slot zijn er nog twee aansluitingen die nodig zijn voor chatten via Xbox One of PlayStation 4. Het maakt de Siberia een stijlvol apparaat. Het enige nadeel van het ontwerp is dat de afdekplaten van de oorschelpen van hoogglanzend plastic zijn gemaakt, het soort plastic waarop heel snel vingerafdrukken zichtbaar zijn. Het geeft de headset al snel een wat smoezelig uiterlijk.
Tot slot nog even terug naar het basisstation. Dat is dus meer dan alleen een zender en ontvanger. Gelukkig heeft SteelSeries ook bij dit onderdeel het ontwerp eenvoudig gehouden. De voorkant heeft twee knoppen en een klein oled-scherm, dat is alles. De kleine knop dient als return en de grote knop als drukknop en draaiwiel. Vooral dat laatste is prettig, het biedt een fijne manier om even snel het volume aan te passen. Dat werkt beter dan via de knop op de rechter-oorschelp. Het wiel is er ook om door de verschillende menufuncties te scrollen. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen uit verschillende audiopresets, maar ook welke ingang je wilt gebruiken: usb of optisch in. Het aantal audiopresets is beperkt, maar gelukkig kun je via de meegeleverde software zelf een preset maken.
Turtle Beach Elite 800
Samengevat
Over de Elite 800 zijn we niet helemaal te spreken. Het basisstation is prima, en vooral de magnetische aansluiting is prettig. Het maakt dat de Elite 800 erg makkelijk van zijn bedje is te halen en kan worden opgezet. Hij doet binnen no-time zijn werk en dat geldt niet voor elke draadloze headset. Ook prettig is dat hij zowel op een optische uitgang, een usb-poort als een analoge uitgang kan worden aangesloten. De constructie is lekker stevig, maar de oorschelpen zijn net te klein. Toch zit de headset prettig. Helaas zijn we minder te spreken over het geluid - zowel van de microfoon als van de oorschelpen. Ondanks de vele presets waaruit je kunt kiezen, is het geluid dat de Elite 800 voortbrengt eigenlijk altijd matig. De bas is modderig en er mist nogal wat 'hoog'. Voordeel is wel dat het geluid ruisvrij is. Voor deze prijs hadden we echter meer verwacht. Dat er veel presets zijn om uit te kiezen is prettig, maar het maakt het geluid er nauwelijks beter op. De software die Turtle Beach mee levert, lijkt eerder geschreven voor de consolegamer en niet voor de pc-gamer. We missen vooral de optie om zelf een preset samen te kunnen stellen.
Eindoordeel
Turtle Beach Elite 800
Aansluitingen |
3,5 mm, usb, optical |
Weergave |
Stereo, Virtual 7.1 |
Net als SteelSeries gooit ook Turtle Beach het met de Elite 800 over een andere boeg dan Sennheiser, audio-technica en beyerdynamic. Ook Turtle Beach zoekt het in de extra functionaliteit, en ook bij de Elite 800 bestaat de kern daarvan uit het draadloze karakter van de headset. In tegenstelling tot de Siberia 800 is de Elite 800 van Turtle Beach wel voorzien van bluetooth. Maar dat is niet het enige verschil.
Wat als eerste opvalt, is dat Turtle Beach voor een iets ander basisstation heeft gekozen dan SteelSeries. Hier is het station er voor twee zaken: de draadloze overdracht en het opladen van de headset. Het station is vormgegeven als een cradle waar de headset in kan rusten. Dat laatste is het sterkste punt van de Elite 800. Het contact tussen cradle en headset verloopt via twee magnetische contacten, wat wil zeggen dat de headset makkelijk in de houder valt en ook goed op zijn plaats wordt gehouden. De batterij in de headset is niet te vervangen, maar doordat hij via de cradle wordt opgeladen, is daar ook minder behoefte aan. Nadeel is wel dat de batterij van de Elite het minder lang volhoudt dan die van de Siberia 800. Gelukkig is er de mogelijkheid om de headset op te laden via een usb-kabel, dus zelfs als je de Elite 800 helemaal leeg hebt getrokken, kun je verder gamen.
Het bereik van de Elite 800 is prima. Je kunt makkelijk een meter of 20 van het basisstation staan zonder dat er storing optreedt. Turtle Beach scoort daarbij beter dan SteelSeries, als het om de ruis gaat die bij de meeste draadloze headsets hoorbaar is. Die is er hier ook, maar veel minder dan bij de concurrent, en dat is erg prettig. Sterker nog: de hoeveelheid ruis is zo beperkt dat hij niet storend aanwezig is, en dat is bij een draadloze headset heel wat waard. Helaas is dat ook meteen het meest positieve dat we over het geluid van de Elite 800 te melden hebben, want van de vijf geteste modellen is de geluidsweergave van de Elite 800 het minst. De basweergave is modderig en er mist veel 'hoog', zelfs nog meer dan bij de Siberia 800. Wat overblijft is veel 'midden' dat hol klinkt door de daar onderdoor dreunende bas. De aflopende frequentiekarakteristiek is ook duidelijk in de meetwaarden zichtbaar. We kunnen kort zijn: koop de Elite 800 niet voor het geluid.
Wat de microfoon betreft heeft Turtle Beach een opvallende keuze gemaakt. De Elite 800 is de enige headset uit de test waarbij de microfoon is ingebouwd in een oorschelp. De microfoon gaat dus verscholen achter een gaatje in de schelp, hij is niet op een arm geplaatst die voor de mond kan worden gedraaid. Dat verschil is te horen. Het geluid van de microfoon is door deze keuze minder goed dan dat van de andere sets in de test. Het geluid klinkt alsof je stem een echo meekrijgt en je in een holle ruimte zit. Je bent wel degelijk verstaanbaar, maar hoewel het esthetisch misschien niet de mooiste oplossing is, zien we toch liever een systeem waarbij de microfoon op een arm is geplaatst.
Turtle Beach heeft gekozen voor een eenvoudig basisstation. Dat wil zeggen dat het alle benodigde knoppen op de headset moest plaatsen, waardoor er acht knoppen op zitten. Die zijn keurig verdeeld, met vier knoppen per oorschelp. De knoppen zijn ook keurig verdeeld over de vier kwadranten van elke schelp: boven, onder, links en rechts. Turtle Beach heeft een heel subtiel driehoekje op de vier punten geplaatst, dat aangeeft waar je moet drukken. Nauwelijks zichtbaar, maar wel voelbaar. Het maakt dat de knoppen makkelijk te bedienen zijn, zonder dat ze de headset ontsieren. Het uiterlijk van de Elite 800 blijft daardoor mooi strak.
Het draagcomfort van de Elite 800 is redelijk. De kussens van de oorschelpen zijn zacht en dat is prettig. Ze zijn helaas aan de krappe kant. De schelpen vallen net niet helemaal over de oren heen, en dat is jammer. Toch zit de Elite 800 niet verkeerd. De druk op de oren is prettig en ook het kussen bovenin de beugel is goed. De beugel is volledig van plastic, maar voldoende stevig. Beide oorschelpen kunnen plat op tafel worden gedraaid, iets waar we het nut nooit zo van inzien. Het zorgt ervoor dat je de schelpen kunt draaien als je de headset tijdelijk op je schouders hebt liggen. Het maakt de constructie echter een stuk slapper. Wij geven de voorkeur aan de steviger constructie van met name de beyerdynamic-headset.
Net als SteelSeries richt Turtle Beach zich met de Elite 800 ook op de consolegamer. De 800 kan gebruikt worden met een PlayStation 4 en Xbox One, en Turtle Beach levert daar ook de benodigde kabels voor mee. Het legt bovendien keurig uit hoe je een verbinding tot stand kunt brengen. Daarbij is de Elite 800 op verschillende manieren aan te sluiten. Via de optische uitgang van de console of pc is aan te raden, maar ook via usb kunnen je pc en het basisstation met elkaar communiceren. Prettig is dat de headset met een 3,5mm-audiokabel zelfs rechtstreeks op een apparaat aangesloten kan worden, zodat je hem bijvoorbeeld aan je telefoon kunt koppelen.
Turtle Beach heeft opmerkelijke software voor de Elite 800 ontwikkeld. Enerzijds is hij uitgebreid, anderzijds beperkt. Uitgebreid, omdat er onderscheid gemaakt wordt in waar je de headset voor gebruikt. Je kunt presets kiezen die je op de headset installeert. Er zijn aparte presets voor gaming, voor het kijken van films, voor het luisteren van muziek en voor stereo in plaats van surround. Er zijn zelfs aparte presets voor de microfoon. Vervolgens is er een pool van een stuk of veertig presets die je aan deze vier categorieën toe kunt wijzen. Je kunt zo per categorie zes presets kiezen die je op de headset installeert. Via de knoppen op de headset kun je daar vervolgens uit kiezen.
Het systeem werkt prima. We missen alleen de optie om de instellingen van elke preset te kunnen bekijken en om een equaliser te zien, zodat je weet welke frequenties versterkt of gedempt worden in een bepaalde preset. Wat we nog erger missen, is de optie om zelf een preset samen te kunnen stellen om die op de headset te installeren. Voor een console-headset valt dat te billijken. Wie de Elite 800 als pc-headset gebruikt, zal de optie echter missen. Helemaal omdat er, zoals gezegd, op het geluid wel wat aan te merken valt. Daar wil je dus aan kunnen rommelen.
Conclusie
Tussen de vijf pc-gameheadsets met een prijs tussen de 200 en 300 euro blijkt een duidelijke verliezer te zitten. De Turtle Beach Elite 800 klinkt het slechtst van de vijf geteste modellen, en dat geldt zowel voor het geluid uit de oorschelpen als voor het geluid dat door de microfoon wordt opgevangen. De vormgeving is prima en de magnetische contacten van het basisstation zijn ook erg prettig, maar naar onze smaak is goed geluid belangrijker, en daar schort het dus aan. Op dat vlak doet de Siberia 800 van SteelSeries het beter, hoewel er ruis hoorbaar is bij deze set. De Siberia 800 zit ook prettiger, maar de constructie is wat slap. Het gemak van draadloze overdracht is natuurlijk prettig. Toch geven we ook hier de voorkeur aan goed geluid, en dat wordt geleverd door de drie modellen die niet draadloos zijn.
/i/2001350805.jpeg?f=imagenormal)
Zowel qua geluid als qua draagcomfort legt de Sennheiser PC 373D het daarbij af tegen de modellen van audio-technica en beyerdynamic. De PC 373D is lekker stevig en heeft een uitstekend volumewiel en een goede microfoonarm, maar ook een iets minder geluid dan z'n twee directe concurrenten. Van die twee is de audio-technica ATH-AG1X weer de mindere van de beyerdynamic MMX 300. De audio-technica ATH-AG1X heeft heerlijk comfortabele oorschelpen, die echter zo zwaar zijn dat ze van je oren zakken. Daarnaast is het geluid niet zo rijk als dat van de MMX 300. De headset van beyerdynamic is in opzet de simpelste uit de test. Hij biedt alleen stereo en is niet draadloos. Hij zit echter uitstekend en klinkt ook met afstand het beste van de headsets uit deze test, en dat geeft voor ons de doorslag.