Inleiding
Een persoonlijke vraag: als je op de wc zit, neem je dan tegelijk je notificaties door, verstuur je WhatsApp-berichtjes en zit je nog even op Tweakers, Reddit, Nu.nl of allemaal? Wat je ook precies doet op de wc, als je er iets langer verblijft, is de kans groot dat je je smartphone erbij pakt. Het toiletbezoek is maar een van de momenten waarop we onze smartphone pakken, niet omdat we een trilling voelen of geluidje horen, maar simpelweg omdat we ons even vervelen. In de trein zitten of wachten op de lift zijn andere momenten. Op elk moment dat we even niets anders te doen hebben, staan velen van ons gelijk met de smartphone in hun hand.
Het is iets waar we eigenlijk niet bij stilstaan, maar langzaamaan zijn we alle stille hoekjes in ons leven gaan vullen met dat wonderlijke apparaat. De kerstdagen zijn traditioneel een tijd van reflectie, waarin we terugblikken op hoe en waarom we bepaalde dingen hebben gedaan, en hoe we in de toekomst dingen hetzelfde of anders willen doen.
Deze keer kijken we naar de ongelofelijke aantrekkingskracht van onze telefoons. Hoe komt het dat we onze telefoon zo vaak pakken, ook als we hem niet nodig hebben? En wat gebeurt er als je dat ineens niet meer doet en je telefoon beperkt gaat gebruiken? Hou je dan veel tijd over?
/i/2001340257.jpeg?f=imagenormal)
Gemaakt om aandacht te vragen
Er is geen gedegen onderzoek gedaan naar de processen die zich in ons hoofd afspelen als we een paar minuten van onze tijd, zoals wachtend op bus of trein, vullen met het checken van bijvoorbeeld WhatsApp of Reddit. We kunnen het echter wel nagaan op basis van eerder, verwant onderzoek.
Een van de kenmerken van smartphonegebruik is dat het een taak is die onze aandacht opeist, meer dan bijvoorbeeld het luisteren naar muziek. Het is niet voor niets dat de Belgische overheid het gebruik van telefoons op de fiets al langer verboden heeft en de Nederlandse overheid dat nu ook wil. Het verkeer eist aandacht, maar smartphones eisen al die aandacht op.
Een dergelijk probleem speelt niet als we verder niets doen wat onze aandacht nodig heeft. Vrijwel niemand zal de trein missen doordat hij te veel in beslag wordt genomen door het Grote Grappige Plaatjes-topic op GoT op zijn telefoon.
Toch kan er iets gebeuren; je kunt de werking van je geheugen onderbreken. Daar wijst althans een klein experiment van een paar jaar geleden op. Onderzoekers van de universiteiten van Edinburgh en Oxford lieten veertien oudere proefpersonen een kort verhaal lezen met de opdracht zoveel mogelijk details te onthouden. De helft van de proefpersonen ging daarna tien minuten een spel spelen, de andere helft mocht tien minuten zitten nadenken over wat ze maar wilden. Het bleek dat de proefpersonen die zelf mochten nadenken, na een halfuur en ook een week later meer details hadden onthouden.
Nu is een experiment van deze grootte nauwelijks meer dan een vage aanwijzing, maar het ondersteunt wel de theorie dat onze hersenen 'loze' tijd gebruiken om dingen op te slaan in het geheugen. Het lijkt alsof ons brein een computer is die alle bestanden gaat indexeren als er even geen cpu-cycles hoeven te worden ingezet voor andere taken.
Hetzelfde geldt voor het vinden van oplossingen van problemen. Het lijkt erop dat mensen beter worden in het vinden van oplossingen als ze even iets anders hebben gedaan dat weinig van hun concentratie vereist. Dat veronderstellen onderzoekers van de universiteit van Californië in de VS en de universiteit van Leipzig in Duitsland na hun onderzoek met 135 proefpersonen. Zij verdeelden de proefpersonen in groepen en gaven hun enkele opgaven. Een groep moest een taak doen die veel concentratie vereiste, een tweede groep moest een taak doen die weinig concentratie vereiste en de derde groep mocht rusten. Wat bleek? De groep die een taak deed die weinig concentratie vereiste, loste de opgaven vervolgens veel beter op. Dat bleek alleen te gelden voor opgaven die ze al hadden gezien; nieuwe opgaven deden ze niet beter dan de andere proefpersonen.
Er zijn wetenschappers die denken dat het voor een mens belangrijk is om nu en dan de gedachten te laten gaan om oude belevenissen te verwerken en nieuwe ideeën te krijgen. De Amerikaanse breinwetenschapper Daniel Levitin is er zo een. Volgens hem hebben smartphones invloed op de hoeveelheid tijd die we onszelf gunnen om onze gedachten te laten afdwalen. "Je kunt je gedachten laten afdwalen terwijl je bezig bent met Facebook, Twitter, Instagram of Pinterest, maar het gaat veel lastiger. Je concentreert je op iets en dus is het moeilijker om je gedachten de vrije loop te laten." En daardoor krijg je minder invallen, denkt hij. "De geschiedenis van wetenschap en cultuur wemelt van verhalen over grote ontdekkingen die zich voordeden toen de uitvinder niet dacht aan hetgeen waaraan hij werkte, in elk geval niet bewust. Het dagdromen loste het probleem op en het antwoord verscheen plotseling als een flits van inzicht."
Als het zo goed is om af en toe de gedachten de vrije loop te laten, waarom pakken we dan altijd onze smartphone erbij? Dat ligt aan een paar dingen. Ten eerste associëren velen niets te doen hebben met verveling. Dat is geen positieve associatie, want we zijn bang voor verveling, zegt de Britse wetenschapper Sandi Mann. Zij omschrijft verveling als een emotionele staat waarin het niveau van prikkels uit de omgeving 'onbevredigend laag' is. Het is makkelijk om te zien waarom we bang zijn voor verveling in de wachtkamer of wachtend op de trein; er is niet zoveel te doen, dus je moet jezelf bezighouden. En een smartphone is een probaat middel tegen verveling. Juist omdat het een Zwitsers zakmes van digitale technologie is, is het zo'n effectief middel om onszelf te entertainen. Je kunt er spelletjes op spelen, erop kijken wat je vrienden hebben gepost en er allerlei zaken mee nazoeken.
Bovendien is het een pretpark van entertainment dat altijd open is. Wanneer je je telefoon ook pakt, vrijwel altijd is er iets nieuws te zien, benadrukt de Vlaamse filosofe Katleen Gabriels, auteur van het onlangs verschenen boek Onlife. "Nadat we een update posten op sociale media, is het verleidelijk om te checken of iemand onze update leuk vindt. Zo wordt ons ego immers telkens weer gestreeld of net aan het wankelen gebracht als er niet of niet tijdig op onze berichten gereageerd wordt. Iedere vind-ik-leuk is een mogelijke bevestiging dat we grappig, mooi of simpelweg ‘leuk’ gevonden worden. Al die vind-ik-leuks komen tegemoet aan het beloningssysteem van ons brein en bieden instant behoeftebevrediging. De afleiding beloont ons dus."
Het is niet alleen een beloning in onze hersenen als we kijken en nieuwe 'vind-ik-leuks' zien, er is volgens sommige onderzoekers ook angst als we niet kijken, de zogenoemde fear of missing out of fomo. Dat is de angst om slecht op de hoogte te zijn wat er gebeurt in de sociale omgeving door te weinig online te kijken. Onderzoek daarnaar staat in de kinderschoenen, maar het is een gevoel dat veel mensen wellicht herkennen: het idee dat je een uitnodiging voor een feestje of een belangrijke post over iemands leven hebt gemist, omdat je een tijdje niet hebt kunnen kijken.
Afgezien van alle zaken die je kunt opzoeken op je smartphone en alle spelletjes die je kunt spelen, is de combinatie van angst om niet te kijken en de beloning bij wel kijken op de smartphone een krachtige stimulans om telkens weer de smartphone te pakken. Er zijn weinig apparaten met zoveel impact op hoe je je voelt in de sociale omgeving als de smartphone.
Wat eraan te doen is
De effectiefste oplossing om stiltes en verveling terug te krijgen in je leven is de eenvoudigste: de smartphone wegdoen, maar dat is voor de meesten van ons geen optie. Het volgende wat je kunt doen, is hem vaak thuis laten of alle notificaties uitzetten. Dat kan helpen, maar gooi je dan niet het kind met het badwater weg? De smartphone geeft ons ook veel goeds: dankzij WhatsApp of andere chatapps blijven veel mensen op de hoogte van wat er gebeurt in hun familie, hun buurt, op school of de school van hun kinderen, op hun werk en op sportclubs.
De smartphone biedt een constante verbinding met onze buitenwereld en die kunnen we anno nu niet meer doorknippen. De hiervoor al geciteerde Vlaamse filosofe Gabriels onderkent dat en pleit voor bewuster gebruik. "Als het gaat om het vermijden of reduceren van de vele prikkels, moet je nuttig en nadelig gebruik goed en duidelijk onderscheiden. Op individueel vlak kun je je bewustzijn verhogen door te tellen hoe vaak je op je smartphone kijkt, hoe vaak en hoe lang je op sociale media zit, et cetera. Ook kun je prioriteiten stellen en je bewust afsluiten van al die onlineverlokkingen, zodat je je beter kunt concentreren."
/i/2001340251.jpeg?f=imagenormal)
Dat klinkt leuk, maar hoe doe je dat? Om de proef op de som te nemen, heb ik ongeveer een maand lang met de app Quality Time het gebruik van mijn smartphone in de gaten gehouden. Als je een iPhone gebruikt, doet de app Moment hetzelfde. Quality Time stuurt standaard elke dag om acht uur 's ochtends een notificatie met de samenvatting van de vorige dag. Dat kan confronterend zijn. Eigenlijk had ik het idee dat ik alleen al door het installeren van de app de telefoon vaker in de zak hield. Desondanks kreeg ik elke ochtend een samenvatting waaruit bleek dat het scherm de dag ervoor meer dan een paar uur had aangestaan.
Na drie weken was het tijd voor de proef op de som: kon ik het gebruik met meer dan driekwart terugdringen? Dat betekende dat ik op alle momenten dat ik normaal mijn smartphone pakte, dat nu niet meer mocht. Het opzoeken van treinvertragingen en het bijhouden van chatgesprekken vond ik prima, maar eindeloos browsen zou ik niet meer doen. Alle pushnotificaties bleven aan.
Toen bleek hoe hardnekkig de neiging is om de smartphone te pakken. Ik betrapte mezelf erop dat ik op een gegeven moment op het perron de telefoon alweer in handen had en op het Chrome-icoontje had gedrukt; ik stopte hem snel weg. Bovendien zocht ik automatisch naar uitwegen; ik las en beantwoordde veel berichten vanaf mijn horloge en laptop. Mijn secundaire telefoon, die voornamelijk in mijn zak zit voor het maken van foto's, gebruikte ik ineens wat vaker. Zo zijn mensen: zodra we een ontsnappingsroute zien, slaan we die in.
Desondanks was het makkelijk om de verandering waar te nemen. Het is alsof je jezelf meer tijd geeft om simpelweg over dingen na te denken. Het is lastig te bewijzen, maar het leek erop dat ik details van gesprekken, zowel online als offline, beter onthield en dat kan komen doordat ik ze op stille momenten nog eens afspeelde in mijn hoofd. Er kwamen ook meer ideeën bij me op, zowel goede als slechte.
Het bleek ook wel eens ongemakkelijk, vooral in sociale situaties. Als je in een groep van vijf of zes collega's in het openbaar vervoer de enige bent die zijn telefoon er niet bij pakt om te chatten, dan is dat een vreemde gewaarwording, al went het snel. Het voelt snel als weer een momentje om bijvoorbeeld even de gedachten te laten gaan over een volgende review of een volgend achtergrondverhaal.
Uiteindelijk blijft het lastig om met zo'n experiment echt iets te bewijzen, maar het is de moeite waard om te proberen. Spreek van tevoren met jezelf af op welke momenten je de telefoon niet meer gaat pakken en hou je daaraan. Het zal vermoedelijk voor iedereen verschillen wat voor effect het heeft.
Tot slot
Wie altijd op loze momenten de smartphone pakt, zal merken dat het een hardnekkige gewoonte is. Het voelt als een tic, alsof je de hele tijd met een pen klikt of tijdens het lezen van een tekst op een computer herhaaldelijk tekst selecteert. Toch is er een groot verschil: wie met een pen klikt, doet dat ter verhoging van de concentratie en even je smartphone checken verlaagt de concentratie juist. De smartphone is een pretpark in je broekzak, dat altijd open is en altijd klaarstaat om te voorzien in een basisbehoefte, of dat nu het vangen van een Pokémon of het bekijken van je likes is. Juist omdat die smartphone zo nuttig is en zoveel van alles biedt, is het lastiger om hem weg te leggen. De aantrekkingskracht is heel groot voor veel mensen. Veel apps belonen je brein met nieuwe informatie of waardering, terwijl je bij het in de zak of tas laten van dat ding angst kunt hebben voor wat je mist.
Voor wie het gevoel heeft dat de smartphone te veel afleiding biedt, is het leuk om te meten hoeveel je die telefoon echt gebruikt. Dan kun je meten hoeveel tijd je kunt winnen door je telefoon minder te gebruiken. In mijn kleine experiment was dat een tot anderhalf uur per dag. De smartphone wegdoen is niet alleen ondoenlijk, het is ook geen goed idee. Het apparaatje brengt ons continu in contact met veel mensen van wie we dingen willen weten en om wie we geven. Het is daarnaast een van de indrukwekkendste stukken technologie; het is fijn om te gebruiken en bij Tweakers worden we vaak heel enthousiast van de nieuwe functies die smartphones in de afgelopen jaren hebben gekregen, van supersnelle internetverbindingen tot uitstekende camera's voor in de broekzak. Het heeft ons leven in veel opzichten verrijkt.
Bovendien zal niet iedereen zich herkennen in de gewoonte om op elk loos moment de telefoon te pakken, hoewel veel mensen die gewoonte wel hebben. Vooral zij zullen het leuk en wellicht nuttig vinden om te kijken hoeveel tijd ze aan hun smartphone besteden. Vaak zal dat best veel zijn. Om de Romeinse filosoof Seneca te citeren: "Het leven dat we krijgen is niet kort, wij maken het kort; we hebben er niet te weinig van, we gooien het met bakken overboord." Kennelijk was dat in de tijd van Seneca, bijna tweeduizend jaar geleden, al waar. Het is nu, in de tijd waarin veel mensen enkele uren per dag besteden aan hun smartphone, meer waar dan ooit.
/i/2001340259.jpeg?f=imagenormal)