De goedkoopste Radeon R9 380 met 4GB geheugen in de Pricewatch kost ongeveer 230 euro, terwijl de goedkoopste R9 390 op een euro of 340 komt. Het prijsverschil tussen de beide videokaarten bedraagt 110 euro en daar valt de 270 euro kostende 380X mooi tussenin. Je hebt als consument nu dus meer videokaarten om uit te kiezen, terwijl AMD in feite zonder veel moeite een bestaande gpu van de plank heeft kunnen halen. Een klassieke win-winsituatie dus.
Dat wil echter niet zeggen dat we de 380X meteen boven aan onze verlanglijstjes zetten, want het hangt erg van je situatie af of de nieuwe videokaart echt interessant is. Wil je meer uitgeven dan wat een R9 380 kost, maar is een R9 390 (of GTX 970) je te duur, dan is de 270 euro kostende 380X een mooi alternatief. Bedenk dan echter wel dat de snelheidswinst ten opzichte van een gewone R9 380 maar een procent of negen is. Spaar je door voor een R9 390 of GTX 970, dan ben je meteen 340 euro kwijt, maar heb je wel een videokaart die meer dan vijfendertig procent sneller is dan een R9 380.
De 380X is wat ons betreft dus een 'gatenvuller', die het gat, dat AMD liet vallen toen het de productie van de 280X staakte, weer opvult. De prestaties zijn ongeveer gelijk aan die van een 280X, maar dan wel bij een lagere energieconsumptie en met ondersteuning voor zaken als FreeSync en brugloze CrossFire-opstellingen. De 380X is, kortom, geen spannende videokaart, maar wel een prima toevoeging aan AMD's line-up.