Inleiding: een bètareview
We hebben het al lang geleden aangekondigd en het heeft een tijd geduurd: een review van een voeding. Voedingen reviewen is immers een complex karwei en we moesten nog diverse meetapparatuur aanschaffen en ermee leren omgaan. Deze eerste voedingreview kan dan ook worden beschouwd als een bèta; we moeten nog tweaken wat jullie en wij wel en niet belangrijk vinden.
Voor deze eerste review nemen we als test een van de beste voedingen, een Platinum-gecertificeerde Corsair HX750i, en vergelijken die met een budgetvoeding die hetzelfde vermogen moet kunnen leveren: de MS-Tech MS-N750-VAL. Laatstgenoemde kost met ongeveer veertig euro nog geen derde van de HX750i, die ongeveer 145 euro kost.

Met een high-end voeding tegenover een low-end exemplaar kunnen we voor deze eerste testreview een bandbreedte bepalen: wat kun je verwachten van een goede en wat van een slechte voeding? Deze review maakt gebruik van een protocol waaraan we nog kunnen en willen sleutelen. Dat betekent niet dat we alle ins & outs van elke voeding tot in het kleinste detail willen ontleden, maar we streven er wel naar reviews te produceren waarmee onze lezers uit de voeten kunnen.
Let op: voor ons is dit een (relatief) nieuw en lastig onderwerp. We zijn, zoals we aankondigden in de inleiding, nog zoekende naar een goede mix tussen benchmarks, de kosten voor benodigde apparatuur en de tijd die we nodig hebben om de benchmarks uit te voeren. Bovendien zoeken we naar een goede manier om die resultaten te presenteren. Wil je over deze onderwerpen mee discussiëren, dan nodigen we je uit dat in dit topic te doen.
MS-Tech N750-VAL
Zoals we in de inleiding hebben aangegeven, willen we de bandbreedte voor reviews van voedingen vaststellen. De keus viel op een goed verkrijgbare, extreem goedkope voeding van eveneens 750W: een makkelijke keus als je veel voor weinig wil. Bij het uitpakken van de doos of zelfs het goed doorlezen van de specificaties, blijkt echter al dat goedkoop waarschijnlijk duurkoop is.

Het begint met de specificaties, de sticker op de voeding die ons vertelt hoeveel stroom bij de verschillende spanningen kan worden geleverd. Een goede voeding kan het gros van haar totale vermogen op de 12V-lijn(en) leveren. Voor een 750W-voeding verwachten we dus 700W-750W op de 12V-rails, ofwel gecombineerd zo'n 60A maximaal. Dat is bij de MS-Tech slechts 450W, ofwel 19A op beide 12V-rails. Als we echter gaan meten met een multimeter en de printsporen goed bekijken, merken we dat er helemaal geen twee 12V-rails zijn: alles is met elkaar verbonden.
Dat de voeding niet echt bedoeld is om 750W te leveren zien we ook aan de connectors die zijn meegeleverd. Naast de standaard-24-pins- en 8-pinsstekkers voor moederbord en cpu-power zijn er zes sata-connectors en drie molex-stekkers beschikbaar, maar slechts één pci-express-stekker. Dat betekent dat je de gemiddelde videokaart niet eens van prik kunt voorzien. Bovendien zou 750W in theorie ruim voldoende zijn voor een stevig systeem met twee videokaarten, terwijl je nu niet veel meer dan een 760 of 270 van stroom kunt voorzien.
Corsair HX750i
Waar we het instapsegment met de MSTech-voeding bestrijken, moeten we natuurlijk ook het high-end segment toetsen. Zo kunnen we nagaan welke tests wel of geen significante resultaten opleveren en ons protocol aanscherpen. Reden om een zeer goede voeding, met Platinum-certificatie, te kiezen.
/i/1343127916.jpeg?f=imagenormal)
De Corsair HX750i is de vernieuwde versie van een voeding die we al jaren in ons testlab gebruiken. Zo heeft de i-versie ondersteuning voor Corsairs Link-technologie gekregen, waarmee eigenschappen van de voeding uit te lezen zijn, zoals spanningen en geleverd vermogen. Het ontwerp wordt nog steeds door Channel Well Technology in elkaar gezet. Flink verschil: de HX750 was semimodulair en actief gekoeld, terwijl de HX750i volledig modulair is en semipassief gekoeld wordt.
Dat betekent dat de ventilator pas bij zware belastingen aan het draaien gaat. Het betreft een 135mm-ventilator van Corsair met vloeistoflager. Omdat die ventilator zelden draait, zit er een knop op de voeding om te controleren of hij het nog doet.
De voeding kan haar volledige vermogen, 750W, op de 12V-rails leveren, terwijl de 3,3V- en 5V-rails maximaal 150W leveren. Er worden twaalf sata-connectors op drie kabels, acht molex-stekkers op twee kabels en zes pcie-stekkers op drie kabels meegeleverd. Daarnaast zijn uiteraard een 24-pins- en twee 8-pinsstekkers aanwezig, net als twee Link-kabels en twee floppy-adapters.
Testmethode
Voor de belastingen maken we gebruik van een SunMoon 5500ATE, een kunstmatige, instelbare belasting voor de voedingen. Daarop kunnen we belastingen op alle spanningsrails, en ook de geleverde spanningen en rendementen uitlezen. Ripple- en transient-tests meten we met een usb-oscilloscoop, de Stingray DS1M12, aangesloten op een laptop, en met een bnc-meetsnoer aan de SunMoon bevestigd.
We zijn begonnen met de 'koude' tests, met de voeding op kamertemperatuur. Dit is de temperatuur waarop voedingen door de 80Plus-organisatie gecertificeerd worden en dit vormt dus een goed beginpunt om de rendementen, spanningsregulatie en ripple te meten.
We deden dat aan de hand van verschillende metingen. We zijn begonnen met de stand-by- en idle-verbruiken, dus toen de voeding uitgeschakeld was en aanstond zonder belasting. Vervolgens belastten we de 5Vsb-rail, waar onder meer muis en toetsenbord hun stroom vandaan halen als de pc uitstaat en waarmee de always-on usb-poorten voor het opladen van telefoons of tablets van stroom worden voorzien.
Vervolgens keken we naar de rendementen bij lage belastingen: belangrijk, want je pc doet de meeste tijd weinig en ook tijdens bezigheden als surfen zal het verbruik zelden boven de 100W uitkomen.
/i/2000534584.jpeg?f=imagenormal)
Uiteraard hebben we ook gekeken naar de prestaties van de voeding bij diverse belastingen, waaronder de punten waarop de 80Plus-certificering gebaseerd is: 20, 50 en 100% belasting. We hebben echter ook alle stappen daartussen meegenomen, inclusief 10% belasting en 110% overbelasting.
Ten slotte hebben we de prestaties gemeten tijdens crossloads, waarbij de voeding onevenredig belast wordt. Dit deden we met zware belasting op de 12V-rails en zo goed als onbelaste 3,3V- en 5V-rails, en omgekeerd.
Al deze tests, met uitzondering van de 5Vsb- en stand-by-tests, hebben we niet alleen bij kamertemperatuur, maar ook 'warm' uitgevoerd. We hebben hierbij gebruikgemaakt van een hotbox om de temperatuur van de voeding op 43 graden te houden, in de praktijk schommelt dat tussen de 40 en 50 graden Celcius. Voedingen hebben het vaak minder makkelijk bij hogere temperaturen.
Bij al deze punten keken we naar de rendementen, de spanningsregulatie en de ripple. De rendementen zijn eenvoudig de verhouding tussen geleverd en gevraagd vermogen. De spanningsregulatie moet ervoor zorgen dat de spanningen netjes in de buurt van de opgegeven waarden blijven en de ripple geeft aan hoezeer de spanningen schommelen.
We hebben ook nog gekeken naar zogeheten transient tests. Dat betreft de prestaties waarbij we de voeding plotseling inschakelen met een zware belasting op de 5Vsb- of 12V-rails.
Geluid hebben we deze keer niet getest. Enerzijds is dat erg lastig en anderzijds is een beetje voeding een stuk stiller dan je processorkoeler of videokaart.
Idle en stand-by-verbruik bij kamertemperatuur
We zijn begonnen met de koude tests: stand-by en idle. Daarbij lieten we de voeding eerst ingeschakeld staan, maar met alle spanningsrails onbelast. Het geleverde vermogen was dus 0W.
Bij de MS-Tech is de 12V-spanning wat laag, waar die bij Corsair boven de 12V zit. De Corsair is iets zuiniger als het systeem is uitgeschakeld, maar veel scheelt het niet. Beide voedingen leveren onbelast prima spanningen.
Tijd om naar de stand-by-prestaties te kijken. De voeding was nog uitgeschakeld: we belastten alleen de 5Vsb-lijn. Zo hebben we de prestaties gemeten die de voeding levert als het systeem uitgeschakeld is, maar er wel een tablet of ander apparaat wordt opgeladen via de always on-usb-poorten. Ook muis en toetsenbord maken van deze voeding gebruik om het systeem aan te kunnen zetten, net als power-on-lan.
Met zeer lichte belasting zien we weinig vermogenverlies bij de Corsair-voeding en een prima rendement van ongeveer 80%.
De MS-Tech kan volgens de specificaties maximaal 12,5W leveren, maar de spanning zakt dan al behoorlijk. Zetten we de knoppen op 3A, dan zakt de spanning nog verder. De rendementen bedragen maximaal minder dan 70%, maar bij lage belasting is dat stukken lager.
Hieronder geven we voor de volledigheid de tabel met alle stand-by-metingen.
Rendement bij laag verbruik bij kamertemperatuur
We gingen verder met het meten van de prestaties van de voedingen bij laag vermogen. Dit deden we, anders dan bij de procentuele belastingen, met vaste vermogens van 25, 50, 75 en 100W. Deze vermogens worden gevraagd door zuinige of idle systemen. Een eenvoudig pc'tje zal idle misschien 25W vragen, terwijl een midrange- tot high-end systeem idle 50 of 75W verstookt. Ook lichte werklasten zullen op een dergelijk systeem niet meer dan 100W vragen.
We zien bij de Corsair-voeding alleen een rendement onder de 75% bij een belasting van 25W, zo'n 3,3% van zijn vermogen. Bij een belasting van 100W stijgt dat al snel tot ruim 80 en zelfs bijna 90%. Ook de spanning wordt netjes gereguleerd en blijft zeer stabiel.
De MS-Tech-voeding laat een ander beeld zien. Het rendement komt pas bij 100W belasting bij de 80% en begint bij net 60% op 25W. De spanningsregulatie van de 12V-lijn is niet geweldig en zakt snel. Op de volgende pagina zien we hoe dat bij zwaardere belastingen zit.
Corsair: rendementen en spanningsregulatie
We vergelijken de rendementen van de voeding onder kamertemperatuur en in de hotbox.
We zien het tegenovergestelde van wat we verwacht hadden. De rendementen liggen, in ieder geval bij lagere belastingen, lager bij kamertemperatuur dan in de hotbox. Bij zware belastingen duikt het rendement van de voeding in de hotbox onder het rendement bij kamertemperatuur.
Spanningsregulatie: ripple
Tijd om de ripple van de vier spanningsrails onder de loep te nemen. We vergelijken de prestaties weer bij kamertemperatuur met die in de hotbox.
De ripple mag niet meer dan 1% van de te leveren spanning bedragen. We beginnen met de prestaties bij kamertemperatuur. Voor de 12V-lijn is de ripple maximaal 27mV (29mV bij 110% overload) en blijft hij dus keurig binnen de specificatie. Bij 5V zien we op 90% load een vreemde piek, maar zelfs die blijft binnen de specificatie. De 5V-ripple is verder met 5 of 6mV uitstekend. Ook bij de 3,3V-ripple zien we een vreemde piek, ditmaal bij 30 tot 40% load. De 14mV die we dan zien, is nog steeds niet heel verkeerd en de 6 tot 7mV elders is keurig. Dat geldt ook voor de ripple van de 5Vsb-lijn, die pas bij een overload iets oploopt. 4 tot 6 mV is ook hier een uitstekende waarde.
Als we de voeding in de hotbox zetten, zien we bij de 12V-rails nog steeds een nette ripple, die iets groter is dan bij kamertemperatuur. Dat geldt ook voor de 5V-rail, hoewel we in de hotbox de gekke piek bij 90% belasting kwijt zijn. Dat geldt niet voor de 3,3V-ripple: de pieken op 30 en 40% belasting blijven we ook in de hotbox zien, maar verder is de ripple keurig onder controle. Dat geldt ook voor de 5Vsb-rail, die in de hotbox een iets hogere, maar nog altijd zeer lage ripple laat zien.
De resultaten van de ripple-metingen wezen al in de richting van een keurige spanningsregulatie en dat blijkt ook als we de cijfers erbij pakken. De 5V-lijn heeft het relatief nog het zwaarst en heeft gemiddeld een spanningsval van 1,5%. De 12V-rails blijven onder de 1% en de 5Vsb is eveneens keurig. Met deze voeding zal je systeem, ook met een crossload of overbelasting, niet snel instabiel worden.
MS-Tech: rendementen en spanningsregulatie
Uiteraard ontkwam ook de MS-Tech niet aan de rendementsmetingen en hebben we ook hiervan de spanningsregulatie en ripple getest.
Het rendement komt noch bij kamertemperatuur noch in de hotbox boven de 80%. Deze voeding krijgt bij ons dan ook geen 80Plus-certificering. We hebben bovendien geen metingen van boven de 60% belasting kunnen uitvoeren. Bij geen enkele verdeling van de stroom op de verschillende rails bleef de voeding vermogen leveren boven de 450W. De 750W die de voeding volgens de specificaties moet kunnen leveren blijkt, in ieder geval bij ons exemplaar, dus een schromelijke overdrijving.
Kijken we naar de ripple, dan zien we in eerste instantie, bij de 12- en 5V-rails, nog redelijke prestaties. De 60%-belasting is voor de 12V-rail echter eigenlijk al te veel en we zien dan ook een flinke fluctuatie in de spanning ontstaan. De ripple op de 5V-lijn stijgt eveneens rap bij belasting en dat geldt ook voor de 5Vsb. De 3,3V-lijn doet het aanvankelijk keurig, maar bij zware belasting stort dat beeld in. Het verschil tussen ripple bij kamertemperatuur en in de hotbox valt over het algemeen mee, hoewel de 3,3V-spanning, en in iets mindere mate de 12V, bij 60% belasting bijna onbruikbaar wordt.
De gebrekkige prestaties die we bij de ripple zagen, zien we ook in de spanningsregulatie terug. De 12V-lijn blijft weliswaar binnen de specificatie, maar 2,6% verschil is redelijk veel. De 5V-lijn blijkt zeer slecht gereguleerd en komt buiten de ATX-specificatie. Dat geldt ook voor de 3,3V-lijn, die het warm nog veel slechter doet dan bij kamertemperatuur. Deze voeding is dus op vrijwel alle fronten afgekeurd.
Overige metingen en overzicht van de prestaties
Transient-metingen en hold-up-tijd
We hebben vooralsnog, om redenen die we op de pagina Testmethode hebben uitgelegd, geen geluidsmetingen uitgevoerd. De inrush, ofwel piekstroom bij het inschakelen, hebben we evenmin gemeten, simpelweg omdat we daar vooralsnog niet de juiste apparatuur voor hebben.
We hebben wel de zogeheten transient-tests uitgevoerd, waarbij we de prestaties van de voeding meten bij het inschakelen met een zware belasting. Dat levert onderstaande plots op de oscilloscoop op:
/i/2000573809.png?f=imagenormal)
De Corsair-voeding heeft veel minder tijd nodig om de gevraagde spanningen te leveren; de curves zijn scherper en de aanlooptijd is korter.
Ten slotte hebben we de hold-up-tijd gemeten; die is handig om korte storingen in de netstroomvoorziening op te vangen. De Corsair-voeding haalt 26,04ms bij volle belasting en 51,31ms bij een belasting van 50%. Bij de MS-Tech-voeding noteerden we 13,32ms bij een belasting van 50%. De 100% belasting hebben we met deze voeding nooit gehaald. De ATX-specificatie eist 16ms hold-up-tijd bij volle belasting. De Corsair-voeding voldoet daar ruimschoots aan; de MS-Tech haalt het nog niet bij 50% belasting.
Hieronder zetten we de cijfers nogmaals op een rij. We vermelden alleen de prestaties bij kamertemperatuur. De hotbox-prestaties zijn in de eerder weergegeven resultaten verwerkt.
Overzicht van de resultaten
De belangrijkste metingen en resultaten zetten we in een overzichtstabel.
De Corsair-voeding voldoet keurig aan alle eisen en vertoont uitstekende eigenschappen. De enige minpuntjes die we kunnen bedenken zijn het rendement dat geen Platinum-certificering haalt zoals op de doos staat, en de spanningsregulatie van de 5V- en 3,3V-lijnen. Die zitten iets boven de 1%, maar nog altijd zeer ruim onder de 5%-eis. De ripple is met minder dan 0,5% uitstekend en is eigenlijk belangrijker.
Bij de MS-Tech wordt geen 80Plus-certificering gehaald, maar ook niet geclaimd. De spanningsregulatie van de 12V-lijn is in orde, maar die van de 5V- en 3,3V-lijnen belabberd en buiten de ATX-specificatie. De ripple van die laatste voldoet ook niet aan de ATX-specificatie, net als de hold-up-tijd.
Score
De Corsair-voeding voldoet aan alle specificaties en krijgt daarop geen puntenaftrek. Voor het niet halen van de Platinum-certificatie volgens Europese richtlijnen kunnen we geen puntenaftrek geven; de certificatie is op 110V gebaseerd en moet dan 92% rendement halen. Dat lukt zonder problemen. Wel trekken we een half punt af voor de spanningsregulatie van meer dan 1%. Een laatste halve punt verliest de voeding op de prijs; je moet nu eenmaal een hoop geld betalen voor een Platinum-voeding en dat krijg je nu net niet met ons testexemplaar. Voor functionaliteit, kwaliteit en features kunnen we geen punten aftrekken. Dat geeft ons negen punten, of 4,5 sterren in ons puntensysteem.
Dan de MS-Tech. Die heeft geen 80Plus-certificatie en zou dat ook niet halen, dus dat kunnen we de fabrikant niet kwalijk nemen. Het slechte rendement bij lage belasting kunnen we wel bestraffen met een punt aftrek. De spanningsregulatie en ripple-onderdrukking zijn niet alleen slecht, maar voldoen ook niet aan de ATX-richtlijnen: twee punten eraf. Dat geldt ook voor de hold-up-tijd: weer een punt eraf. Voor de beroerde bekabeling (één pcie-stekker op een 750W-voeding!) nog een punt eraf en voor het bij lange na niet kunnen leveren van het beloofde vermogen van 750W weer een punt eraf. Een laatste punt trekken we af voor het simpelweg kapotgaan tijdens het testen. Zo houdt de N750-VAL drie punten over, die gevoelsmatig nog onverdiend zijn. Meer dan anderhalve ster in ons puntensysteem is de voeding dan ook niet waard, hoe goedkoop deze ook is.
Conclusie: duurder blijkt ook beter
Het moge duidelijk zijn dat de MS-Tech-voeding die wij gekocht hebben geen beste voeding is. Dat begint al bij de kabels die eraan vastzitten; een 750W-voeding met slechts één pcie-voedingsstekker is absurd. Het vervelende gevoel dat je nu al bekropen moet hebben, wordt bevestigd door de specificatiesticker; de voeding levert maar 60% van haar totaalvermogen op de 12V-rails. Dan wordt het bij het testen allemaal nog veel erger; de voeding blijkt ook dan niet meer dan 60% van het totaalvermogen te kunnen leveren, op alle rails gecombineerd dus. Bij 450W stokt de voeding en schakelt deze zich uit. Daarbij is de kwaliteit van de spanning die de budgetvoeding levert ook nog eens belabberd. De spanningsregulatie van de 5V- en 3,3V-rails voldoet simpelweg niet aan de ATX-norm en de 12V-rails doet dat niet geweldig. De ripple is behoorlijk, zeker bij hogere belastingen. Of het nu een maandagochtendmodel is of de norm voor deze budgetvoedingen, je loopt een groot risico een kat in de zak te kopen.
De Corsair-voeding is compleet het tegenovergestelde. Over de bekabeling is goed nagedacht en je kunt dan ook met gemak twee of zelfs drie videokaarten van stroom voorzien. Die stroom, of eigenlijk het vermogen, wordt desgewenst volledig op de 12V-rails geleverd en ook crossloads en overbelasting zijn geen probleem. In alle situaties levert de HX750i een keurige spanning met weinig verloop en dito ripple. Warm of koud kan de voeding weinig uitmaken en de rendementen zijn al bij lage belastingen boven de 80%. We kunnen alleen de Platinum-certificering niet reproduceren; bij 230V voldoet de Corsair niet aan de eisen daarvoor, wat niet betekent dat deze voeding dat niet zou kunnen met 110V.
Je blijkt dus te krijgen waar je voor betaalt, al kun je je afvragen of 160 euro niet erg veel is voor een voeding. Afgaande op de testresultaten, volgens een protocol waaraan we zoals gezegd nog moeten schaven, kunnen we in ieder geval stellen dat je met een echte budgetvoeding geen high-end systeem moet bouwen. In een volgende review vergelijken we voedingen met een vermogen van 550W, waarvan we verwachten dat ze wat dichter bij elkaar liggen.
Wil je mee discussiëren over onze testopzet en de presentatie van de gegevens? Heb je ideeën over hoe het beter kan? Dan nodigen we je uit dat te delen in dit topic.