Inleiding
De kersverse Sony-ceo Kazuo Hirai deed een aantal maanden terug, tijdens een conference call met analisten, een boude uitspraak: Sony zou de tijd die nodig is om Xperia-smartphones uit te brengen, halveren. Dat is ook wel nodig, want het bedrijf staat er niet om bekend vooraan te lopen als het op specificaties aankomt. De Xperia S, die begin dit jaar uitkwam, had bijvoorbeeld een processor die toen eigenlijk al verouderd was.
Of de komende smartphones van Sony al langer op de roadmap stonden voor dit najaar, of door Hirai naar voren zijn gehaald, weten we niet. Wel is na de presentatie van Sony op de IFA duidelijk dat het bedrijf sinds de Xperia S niet heeft stilgezeten. De elektronicafabrikant kondigde een aantal nieuwe toestellen aan, waarvan de Xperia T het topmodel is, dat de Xperia S moet opvolgen.
De T heeft een 4,6"-scherm met een resolutie van 1280x720 pixels en een Snapdragon S4-dualcore, en draait op Android Ice Cream Sandwich. Daarmee is hij wat specificaties en software betreft een stuk moderner dan de Xperia S een half jaar geleden bij zijn introductie was. Wij konden het toestel op de IFA even aan de tand voelen en keken of Sony's high-end smartphone een beetje kan meekomen met de concurrentie.
Behuizing en uiterlijk
De Xperia T lijkt niet op de Xperia S, maar de Xperia S is vanuit designoogpunt ook niet de voorganger; dat is namelijk de Arc S. Ook de Xperia T heeft een achterkant die iets gekromd is. Het is een unibody-design, wat betekent dat de achterzijde niet losgehaald kan worden. Om bij de microsim- en micro-sd-kaart te komen moet je een klepje aan de zijkant openen.
We vonden de Xperia T lekker in de hand liggen en wel om twee redenen: het gebruikte materiaal en de afmetingen. De achterzijde is donker en mat, en voelt aan als een soort hard rubber, het heeft wel wat weg van het materiaal dat BlackBerry voor zijn PlayBook-tablet gebruikt. Behalve dat we het er mooi uit vinden zien, levert het ook voldoende grip.
:fill(white)/i/1346662725.jpeg?f=thumb)
Een ander opvallend aspect van de behuizing is de compactheid. Het toestel mag dan wel een 4,6"-scherm hebben, in zijn geheel is het nauwelijks groter dan een 4,3"-smartphone. We hebben hem ter plekke vergeleken met de Samsung Galaxy S II en de toestellen bleken bijna even groot. Dat komt vooral door de zeer kleine randen rondom het scherm, vooral aan de bovenzijde. Voor de mensen die het niet zo hebben op de grote smartphones die onlangs zijn uitgekomen, is de Xperia T misschien een goede middenweg.
Aan de voorzijde van de Xperia T valt niet veel te zien; het scherm neemt bijna het hele oppervlak in beslag. Daarom is Sony ook overgeschakeld naar virtuele in plaats van fysieke knoppen onder het scherm, zoals Google dat graag ziet. Onder het scherm prijkt het Xperia-logo, zonder Ericsson, want aan die samenwerking kwam eerder dit jaar een einde.
Opvallend is dat Sony alle knoppen bij elkaar heeft gestopt aan de rechterzijde, onderaan. Daar zitten een fysieke cameraknop, de volumeknoppen en de aan-uitknop. Als je de telefoon in je linkerhand vasthoudt, is dat niet zo'n probleem, dan vallen die knoppen netjes onder je middelvinger, ringvinger en pink. Met de telefoon in de rechterhand zijn de knoppen echter moeilijker te bereiken, omdat alles dan enigszins verkrampt met de duim moet gebeuren.
Hard- en software
Elke smartphonefabrikant die op dit moment een high-end toestel wil uitbrengen, kan weinig anders dan kiezen uit Nvidia's Tegra 3-chip en de Snapdragon S4. Eerstgenoemde is een quadcore-ontwerp, terwijl de S4 twee cores heeft, en er zijn nog wat andere verschillen. In de praktijk lijken de chips echter niet veel voor elkaar onder te doen.
Sony heeft bij de Xperia T voor de S4 gekozen en die chip lijkt snel genoeg om alles vlotjes aan te drijven. Heel af en toe kwamen we nog een kleine hapering tegen in Sony's Android-schil, maar we verwachten dat dit in de uiteindelijke firmware verholpen zal zijn. Over het algemeen reageerde het toestel vlot, zoals verwacht.
Bij het vorige topmodel van Sony, de Xperia S, was er jammer genoeg geen micro-sd-slot aanwezig om wat opslaggeheugen toe te voegen. De Xperia T bevat gelukkig wel zo'n gleufje, zodat gebruikers voor relatief weinig geld de totale opslagcapaciteit flink kunnen opkrikken.
/i/1346663183.jpeg?f=imagenormal)
Scherm
Het zou best kunnen dat Sony voor de Xperia T hetzelfde soort scherm gebruikt als voor de Xperia S; we konden geen grotere verbeteringen ontdekken ten opzichte van het vorige topmodel. De helderheid was behoorlijk en de kleurreproductie mooi, zolang we het scherm recht van voren bekeken. Onder een hoek werd de weergave toch wat aangetast en vooral het detail in witte gedeeltes vertroebelde.
Het zou te ver gaan om het scherm middelmatig te noemen, maar de concurrentie heeft niet stil gezeten en er zijn simpelweg telefoons op de markt met mooiere schermen. De Xperia T komt er bijvoorbeeld minder goed vanaf dan de HTC's One X met slcd2-display.
Software: Ice Cream Sandwich
De Xperia T draait op Android Ice Cream Sandwich, aangevuld met Sony's eigen schil. Die is niet zo uitgebreid als die van bijvoorbeeld HTC en Samsung. De kleuren zijn aangepast, sommige interface-elementen zien er net wat anders uit en Sony levert natuurlijk apps mee voor zijn eigen multimediadiensten.
Sony heeft ook wat eigen features toegevoegd, zoals kleine widgets die vanuit het multitaskmenu gestart kunnen worden. Als je op de multitaskknop drukt, krijg je naast het overzicht van openstaande apps, onderaan ook enkele icoontjes te zien, waaronder die voor een notitieblokje en een calculator.
:fill(white)/i/1346422825.jpeg?f=thumb)
Hoewel Ice Cream Sandwich in juli is opgevolgd door Jelly Bean, voelt de software nog steeds modern aan, en dat konden we bij de Xperia S en Android Gingerbread niet zeggen. Op softwarevlak is Sony ditmaal dus wat meer bij de tijd en de upgrade naar Jelly Bean is al beloofd.
Camera
De Xpera T is voorzien van een nieuwe camerasensor, die door Sony zelf is ontwikkeld. Hij heeft maar liefst 13 megapixels en moet door de toevoeging van een witte subpixel betere foto's maken in situaties met weinig licht. De individuele subpixels zijn door de aanwezigheid van de extra witte pixels 1,12μm groot, maar volgens Sony is de signal-to-noise-ratio vergelijkbaar met die van 1,4μm-pixels.
Hoewel de beursstand van Sony relatief goed verlicht was, blijft een dergelijke omgeving ongeschikt om de kwaliteit van een camera te beoordelen, dus wachten we op de review voordat we een mening geven over de beeldkwaliteit. Wat we wel al kunnen zeggen is dat de camera rap werkt; het zoekerbeeld in de camera-app is scherp en vloeiend, en er is bijna geen afdrukvertraging te ontdekken. Ook de autofocus voelt snel aan.
/i/1346662720.jpeg?f=imagenormal)
Als de telefoon in stand-by staat, kan de camera direct gestart worden door de fysieke cameraknop in te drukken. Dit duurt ongeveer twee seconden, snel genoeg dus om een spontaan fotomoment vast te leggen.
Tot slot
Over de behuizing zijn we enthousiast; het Arc-design ziet er strak uit, het unibody-chassis houdt lekker vast en ondanks de schermdiagonaal van 4,6" voelt de telefoon niet te groot aan. We zijn blij met de fysieke cameraknop, maar de positie van de andere knoppen zal niet iedereen kunnen gerieven.
Hoewel het scherm een prima resolutie heeft en zeker niet slecht te noemen is, maakt het minder indruk dan de schermen in de high-end toestellen van de concurrentie. De amoled-schermen van Samsung hebben bijvoorbeeld een beter contrast en betere kijkhoeken; het slcd2 van de HTC One X biedt eveneens betere kijkhoeken en daarnaast mooiere kleuren.
De Snapdragon S4 is een van de snelste chips van dit moment en met Ice Cream Sandwich voorgeïnstalleerd en Jelly Bean op komst kan het toestel ook op softwarevlak goed meekomen.
Al met al lijkt Sony met de Xperia T een stap in de goede richting gezet te hebben. Het is geen baanbrekende smartphone, zeker niet in vergelijking met bijvoorbeeld de One X en Galaxy S III. Mijn zijn compacte bouw is het echter wel een leuk alternatief voor de mensen die de recente smartphones van 4,8" net even te groot vinden.