Dat Dragon Age II van de grond af is opgebouwd voor de pc én voor spelcomputers is goed te merken. Het is geen geheim dat Origins een ietwat krakkemikkige pc-port was voor de Xbox 360 en PlayStation 3, maar BioWare heeft dat verschil de wereld uit geholpen. Op de pc kun je natuurlijk wel meer toeters en bellen inschakelen als je pc dat trekt, waaronder aparte DirectX 11-opties. Voor nog meer verfraaiing kun je een pakket downloaden met verbeterde textures. De game ziet er overigens prima uit zonder die opties, maar een grafisch wonder is het spel niet te noemen. De grafische kwaliteit is natuurlijk beter dan die van het eerste deel, maar soms vraag je jezelf af waarom er niet meer elementen van eerdere BioWare-rpg's, zoals Mass Effect 2, zijn overgenomen. Personages kunnen bijvoorbeeld weer huilen, maar de - zij het grafisch niet indrukwekkende - tranen uit die titel zijn in geen velden of wegen te bekennen.
Versimpeld
Dragon Age II is minder uitgebreid met zijn level-systeem dan het eerste deel. Je bouwt personages uit via skill trees en je zult je moeten toespitsen op enkele paden. Niet iedere upgrade levert een nieuwe vaardigheid op. Sommige versterken simpelweg een reeds gekozen optie. Dit maakt het level-proces wel toegankelijker. In Origins was het verstandig om van tevoren te weten waar je ongeveer heen wilde met je personages; in Dragon Age II is het door de overzichtelijke opbouw gemakkelijker te bepalen 'as you go'. Met een personage voorbij level 20 zou je drie van die paden redelijk gevuld kunnen krijgen, maar het is waarschijnlijk verstandiger om het zwaartepunt bij een pad te leggen.
Het probleem bij dat specialiseren is wel dat je constant hetzelfde doet in de talrijke gevechten die deze game biedt. Wij speelden bijvoorbeeld als magiër en vrijwel ieder gevecht kwam hetzelfde handjevol spreuken langs. Gevechten verlopen, zoals we al eerder schreven, vrij automatisch, op het gebruik van die skills na. Rogues springen als bezetenen over het veld, warriors vangen de klappen op en delen ze vervolgens zelf uit en een mage beweegt als een regelrechte acrobaat met zijn staf. Gooi af en toe een helend drankje naar binnen, verplaats je manschappen zo nu en dan uit de vuurlinie en dan lukt het doorgaans wel.
Veel gevechten zijn op die manier vrij gemakkelijk naar een succesvol einde te brengen, al komt er geregeld een interessant gevecht voorbij waarin die gemakzucht hard wordt afgestraft. Bij dat soort gevechten komt de pracht van Origins weer naar boven. Ieder personage dien je een persoonlijk commando te geven en het wisselen tussen personages wordt weer noodzaak. Deze orkestratie gaat nog steeds het fijnst op de pc-versie. Na een paar muisklikken heb je iedereen van een taak voorzien. Op de spelcomputers komt daar een combinatie van triggers en knoppen bij kijken, al heeft het feit dat de focus is verlegd naar een voor spelcomputers vriendelijke versie waarschijnlijk ook geleid tot de geslonken skill-balk in de pc-versie.