Introductie
Samengevat
De UniFi U7 Pro XG is ontworpen voor drukke omgevingen met veel gelijktijdige clients. Dat spreekt uit vrijwel alle resultaten die het accesspoint behaalt in onze wifitestopstelling. De afstelling is er niet op gericht om maximale doorvoersnelheid te leveren, maar zorgt voor stabiliteit en betrouwbaarheid. Dit betekent dat er altijd voldoende radiotijd en capaciteit in reserve wordt gehouden, zodat het accesspoint zelfs bij zware belasting een betrouwbare verbinding kan bieden. Die afstelling maakt de U7 geschikt voor grote ruimtes zoals stadions, kantoren of andere omgevingen waar veel gebruikers actief zijn. Voor thuisgebruik is de afstelling nu juist niet in alle gevallen ideaal; vaak heb je in zulke netwerken door de relatieve rust juist de ruimte voor hogere snelheden. Door de ingebouwde algoritmes haal je thuis eigenlijk nooit de maximale prestaties, ook niet onder optimale omstandigheden. In vergelijking met andere UniFi-accesspoints, zoals de U6+, is het accesspoint relatief prijzig en het presteert onder normale omstandigheden niet beter. Om die reden kunnen we de UniFi U7 Pro XG alleen aanraden als je hem ook de omstandigheden kunt bieden waarbij het accesspoint zijn meerwaarde kan bewijzen.
Apparatuur van UniFi is populair onder tweakers. Over het algemeen is de apparatuur niet goedkoop, maar de gebruikersreviews spreken boekdelen. Vrijwel altijd worden de prestaties en uitgebreide instelbaarheid geroemd. Voor het product dat we in deze review bekijken, de UniFi U7 Pro XG, is dat niet anders.
De U7 Pro XG staat hoog op de ladder in het UniFi‑Wi-Fi 7‑assortiment. De specificaties worden enkel overtroffen door de U7 Pro XGS, die over meer spatial streams beschikt en een extra radio heeft om het radiospectrum te monitoren. De Pro XG heeft die niet, maar is daarom ook wat vriendelijker geprijsd. De 10Gbit/s‑aansluiting zorgt ervoor dat we de wifikwaliteiten zonder grenzen aan de tand kunnen voelen.
In dit artikel bekijken we de prestaties van de U7 Pro XG, die aangeprezen wordt als een highdensityaccesspoint. Merk je dat in de werking? Zijn highdensityaccesspoints wel geschikt voor rustige thuisnetwerken? Daarop krijg je in deze review het antwoord.
De producteigenschappen
De UniFi U7 Pro XG is onderdeel van de Flagship Series: accesspoints voor thuis- en kleinzakelijk gebruik. In het UniFi‑Flagship‑assortiment zijn vier Pro‑accesspoints te vinden. De U7 Pro en Pro Max vormen de basis; de U7 Pro XG en U7 Pro XGS zijn uitgebreide varianten met een ethernetaansluiting van 10Gbit/s.
De U7-Pro XG is geen klein en licht accesspoint. De diameter is 16cm, waardoor het apparaat moeilijk te verstoppen is. Wat dat nog lastiger maakt, is dat het accesspoint is gebouwd om optimaal te presteren aan de wand of het plafond; het accesspoint ergens neerleggen is geen goed plan. Het gewicht valt ook op: niet dat het accesspoint loodzwaar is met zo'n 340 gram, maar dat de bodem van metaal is voel je absoluut. Die bodem maakt het accesspoint ook wat richtingsgevoeliger, omdat hij ook het signaal richting de bovenzijde reflecteert.
Het design wijkt niet erg af van de rest van de U7-accesspointlijn en andere eerdere UniFi-accesspoints. Je herkent de U7-Pro XG meteen aan de ronde ledring in het midden, die de status aangeeft en uiteraard naar wens in- en uitgeschakeld kan worden.
We hebben de specificaties die Ubiquiti opgeeft voor de UniFi‑Pro‑accesspoints samengevat in een tabel:
|
U7 Pro
|
U7 Pro Max
|
U7 Pro XG
|
U7 Pro XGS
|
2,4GHz-snelheid
|
688Mbit/s
|
688Mbit/s
|
688Mbit/s
|
688Mbit/s
|
5GHz-snelheid
|
4,3Gbit/s
|
8,6Gbit/s
|
4,3Gbit/s
|
8,6Gbit/s
|
6GHz-snelheid
|
5,8Gbit/s
|
5,8Gbit/s
|
5,8Gbit/s
|
5,8Gbit/s
|
Spatial streams
|
6 (2x2x2)
|
8 (2x4x2)
|
6 (2x2x2)
|
8 (2x4x2)
|
Ethernetaansluiting
|
2,5Gbit/s
|
2,5Gbit/s
|
10Gbit/s
|
10Gbit/s
|
Monitorradio
|
❌
|
✅
|
❌
|
✅
|
Clients
|
300+
|
500+
|
300+
|
500+
|
Dekking
|
140m²
|
160m²
|
140m²
|
160m²
|
In de tabel vallen meerdere zaken op: de grootste verschillen tussen de vier accesspoints zitten in het aantal spatial streams en de snelheid van de ethernetaansluiting.
Bij de Pro Max en Pro XGS wordt voor 5GHz‑verbindingen een zeer hoge draadloze doorvoersnelheid aangegeven. Dat zijn natuurlijk theoretische getallen, wat zeker niet ongebruikelijk is in de wifiwereld, maar in dit geval grenst het aan overdrijven als je de getallen als uitgangspunt zou willen nemen voor praktijksituaties.
Verpakking en inhoud
De UniFi U7 Pro XG wordt geleverd in een ongebleekte kartonnen doos met enkelkleurige opdruk. In de doos tref je de UniFi U7 Pro XG, een wandmontageplaat en montagemateriaal, een boormal met ingebouwde waterpas en een klein garantieboekje. Het accesspoint is beschermd met een plastic kap en het montagemateriaal zit in plastic. Het overige verpakkingsmateriaal bestaat volledig uit karton.
De opgegeven snelheid van 8,6Gbit/s is gebaseerd op het gebruik van vier spatial streams bij een kanaalbreedte van 240MHz. Op 5GHz bereik je die kanaalbreedte door het netwerk in twee ‘blokken’ van 160 en 80MHz te splitsen, want een kanaalbreedte van 240MHz is niet gedefinieerd in de standaard (ETSI EN 301 893). Het splitsen van je wifinetwerk in twee afzonderlijke blokken op één frequentieband is echter volgens de regelgeving in Nederland niet toegestaan. Wij hebben ruimte voor maximaal 160MHz op 5GHz, wat de theoretische doorvoersnelheid beperkt tot 4,8Gbit/s. Wi-Fi 7‑clients beschikken over twee spatial streams, waardoor de theoretische snelheid uiteindelijk uitkomt op 2,4Gbit/s voor clients.
Daar houdt het goochelen met getallen in specificaties echter niet op. Aangezien het netwerk in twee afzonderlijke blokken verdeeld is, moet een clientradio afstemmen op het ene of het andere blok. Met twee spatial streams en Multi-Link Operation kan een client bij zo’n netwerk twee streams verbinden met het 160MHz‑blok, of eentje met het 80MHz‑blok en de ander met het 160MHz‑blok.
Wat niet kan, is twee streams met 240MHz kanaalbreedte verbinden, maar de snelheidsopgave is wel gebaseerd op dat technisch compleet onmogelijke scenario. Een beetje optimisme in de specificaties is misschien nog wel te vergeven, maar Ubiquiti bouwt met deze specificatie luchtkastelen. Van een bedrijf met serieuze producten mag je verwachten dat ze die producten vermarkten met serieuze specificaties. Zoals al gezegd: dit soort luchtfietserij is de netwerkbranche niet vreemd, maar toch bekruipt je de vraag of Ubiquiti zijn klanten soms niet serieus neemt, terwijl dat andersom wel het geval is.
Even afgezien van alle opgeklopte snelheidsgetallen: de extra twee spatial streams kan het accesspoint wel inzetten als deze naast verbindingen met clients een draadloze meshverbinding moet onderhouden met een ander accesspoint. Daarnaast zijn de extra streams van nut bij technieken zoals beamforming, die de signaalkwaliteit kunnen verbeteren of het bereik van het netwerk iets vergroten. Dat laatste zien we terug in de getallen, want de accesspoints met meer streams bieden een grotere dekking en het zendvermogen dat opgegeven wordt, ligt op 5GHz iets hoger dan bij de varianten met twee streams.
In de praktijk is er dus voor clients geen enkel verschil in de doorvoersnelheid tussen de U7 Pro XG en U7 Pro XGS bij goede omstandigheden.
Verder valt op dat de Pro Max en Pro XGS uitgerust zijn met dedicated spectral scanning radio: een monitorradio. Deze losse radio gebruikt het accesspoint om het beeld van de radio‑omgeving continu te verversen, zodat snel ingespeeld kan worden op veranderende omstandigheden, zoals drukte van concurrerende netwerken of andere ruis. Voor thuisgebruik kan dit interessant zijn, maar dan met name in omgevingen waar het netwerk overlapt wordt door veel concurrerende netwerken. In een twee‑onder‑een‑kapwoning met één concurrerend buurnetwerk zal de techniek ook best functioneren, maar vermoedelijk niet erg veel en vaak voordeel bieden.
De software
UniFi‑accesspoints stel je in met Ubiquiti’s controllersoftware: UniFi Network. De software kan los draaien op een computer of op toegewezen hardware: UniFi‑consoles.
Na het instellen is de controller niet per se nodig; UniFi‑accesspoints kunnen zelfstandig opereren, maar missen dan logging en geavanceerde roamingsmogelijkheden. Dat laatste is vooral van belang bij meerdere UniFi‑accesspoints in één netwerk.
In de UniFi‑Network‑controllersoftware definieer je alle eigenschappen van de draadloze netwerken die het accesspoint moet uitzenden en vind je alle huidige diagnostische gegevens terug. De beheeromgeving is strak vormgegeven, biedt meer dan genoeg instelmogelijkheden en werkt erg prettig. Als je nog niet eerder hebt gewerkt met UniFi‑producten, zul je even moeten wennen aan de indeling, want hoewel die over het algemeen logisch is, zijn instellingen soms erg verspreid en soms op meerdere plaatsen te vinden. Een voorbeeld daarvan zijn radiobanden en kanalen.
Welke radiobanden een netwerk gebruikt, geef je aan in de instellingen voor het draadloze netwerkprofiel; welke wifikanalen en kanaalbreedte het netwerk gebruikt, verander je bij de individuele accesspointinstellingen en doe je apart per accesspoint. Kies je voor automatische kanaalindeling, dan is de afstelling van de algoritmes die dat beheren weer in de Insight-pagina terug te vinden. De verspreiding van de instellingen is logisch, aangezien het systeem is gebouwd voor het beheer van meerdere accesspoints en andere netwerkaccessoires. De gelaagdheid in het beheer scheelt een hoop individueel afstelwerk, zeker in uitgebreide opstellingen. Als je maar één accesspoint beheert, levert het echter een hoop onnodig geklik op, maar dat is natuurlijk totaal niet de insteek van UniFi‑apparatuur.
Dat laatste merk je ook wel een beetje terug in de controllersoftware, want als je er slechts één of enkele accesspoints mee beheert, krijg je overal in de interface herinneringen aan het gebrek aan een router en andere accessoires. Overzichtspagina’s blijven grotendeels leeg en melden soms ook dat er geen data kan worden weergegeven totdat je meer accessoires koppelt. Het is nog net geen aanmoediging om naar de winkel te rennen om de interface tevreden te krijgen, maar ik kan me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat er goed over nagedacht is om dat ‘gebrek aan informatie’ te verpakken als ‘gebrek aan voldoende UniFi‑apparatuur’. Dat gevoel bekruipt je wel als je links en rechts wordt geconfronteerd met lege statistiekenvelden en oningevulde grafieken.
Geef je toe aan de subliminale suggesties en bouw je een netwerk met UniFi‑apparatuur in elke laag, dan word je daarvoor beloond met een zeer uitgebreide beheeromgeving, waarin je uitgebreide statistieken in mooie gekleurde grafieken gepresenteerd krijgt en uitgebreide, centrale controle over elk aspect van je netwerk.
Testresultaten: doorvoersnelheid en bereik
We hebben de UniFi U7 Pro XG getest in onze verse accesspointtestopstelling. Meer over die testopstelling lees je hier. Om de resultaten van context te voorzien zetten we deze naast de resultaten van het UniFi U6+-accesspoint, dat we al eerder in dit artikel bekeken.
Maximale doorvoersnelheid
De maximale doorvoersnelheidstest wordt uitgevoerd met op elke frequentieband de hoogste bandbreedte die het accesspoint ondersteunt.
- Accesspoint -> Client
- Client -> Accesspoint
Het is duidelijk uit de resultaten te zien dat de UniFi U7 Pro XG veel sneller is dan de UniFi U6+. Hoewel het accesspoint van de vorige generatie op alle banden voorbijgestreefd wordt, valt het op dat de U6+ en de U7 op vrijwel alle banden niet echt in de buurt komen van de praktische doorvoerlimiet van de betreffende band. Dat treedt met name op in de downlinkrichting; de uplinksnelheden zijn stukken beter. Een mogelijke verklaring is dat de algoritmes in deze accesspoints bij eigen transmissies conservatief omgaan met de beschikbare radiotijd, om zo altijd te beschikken over reserves voor het geval dat een of meer andere clients ook willen communiceren.
Multiband
- Router ➜ client
- Client ➜ router
De multibandtest beproeft of er bij gelijktijdig gebruik van alle frequentiebanden een bottleneck ontstaat. Eigenlijk is de test ooit ontworpen om hardwarelimieten te achterhalen, zoals een verbinding van een wifichipset met de interne chipset die begrensd is op 1Gbit/s. In dit geval zien we die limieten niet, maar valt het wel op dat het accesspoint bij drukte op alle banden minder hoge doorvoersnelheden laat noteren in de downlinkrichting, terwijl in de uplinkrichting wél fatsoenlijke prestaties worden gehaald. Wederom lijkt hier een algoritme aan het werk dat het accesspoint beschikbaar moet houden bij drukke bezetting van het netwerk.
Range vs. rate
Bij Range vs. rate testen we de doorvoersnelheid van het draadloze netwerk terwijl we steeds meer demping op het signaal toepassen, wat afstand simuleert. Daarbij beperken we de bandbreedte van het draadloze netwerk om praktisch gebruik beter te benaderen. Voor 2,4GHz is dat 20MHz en voor 5GHz 80MHz. Op de 6GHz-band testen we met de hoogst mogelijke bandbreedte die het apparaat ondersteunt.
Range versus rate 2,4GHz
- 2,4GHz Accesspoint -> client
- 2,4GHz Client -> accesspoint
Bij goed bereik op 2,4GHz zien we niet erg veel verschil in de maximale doorvoer tussen de twee accesspoints. De absolute snelheidslimiet ligt lager, doordat deze test wordt uitgevoerd met 20MHz kanaalbreedte, wat de theoretische maximumsnelheid begrenst tot zo'n 240Mbit/s. Beide accesspoints bereiken die snelheid niet en bieden maximaal zo'n 200Mbit/s. Zodra de demping oploopt, is het verschil tussen beide accesspoints relatief groter, maar nergens dramatisch beter of slechter; hoewel de lijnen aardig uit elkaar lopen, gaat het uiteindelijk om zo'n 40Mbit/s verschil tussen beide. In de uplinkrichting zien we hetzelfde beeld, maar zijn de verschillen groter − niet omdat de U7 Pro zo goed presteert, maar eerder omdat dit niet het sterkste punt van de U6+ is.
Range versus rate 5GHz
- 5GHz Accesspoint -> client
- 5GHz Client -> accesspoint
Op 5GHz vallen de resultaten van de U7 Pro XG eerlijk gezegd een beetje tegen als je de doorvoersnelheid vergelijkt met die van de U6+. Het snelheidsverschil dat in elk geval bij lage demping te verwachten is door de betere modulatiemogelijkheden van Wi‑Fi 7 blijft weg. De doorvoersnelheid die resteert over de gehele linie is erg vergelijkbaar met de doorvoersnelheid van de U6+. De U7 Pro XG weet wel een beter bereik neer te zetten; de U6+ verliest bij 54dB de verbinding, maar de U7 Pro XG behoudt die over het complete bereik van de test. Nu zijn de doorvoersnelheden met zulke dempingsniveaus al zodanig laag dat je over het algemeen al beter naar 2,4GHz over kunt schakelen, wat de algoritmes bij dit signaalniveau vast ook wel zullen proberen. In de uplinkrichting zien we meer verschil tussen de beide accesspoints; dat is eerder doordat de U6+ op dit vlak niet zo lekker presteert, dan dat dit te wijten is aan de U7 Pro XG, die een vergelijkbaar resultaat levert als in de downlinkrichting.
Testresultaten: multiclient en ruis
Multiclienttest
Bij de multiclienttest verbinden we meerdere clients met het accesspoint. Tegelijk zet elke client een maximale doorvoersnelheid in. In het eerste scenario dempen we geen van de clients; daardoor verwachten we een evenwichtige verdeling van de bandbreedte.
De UniFi U7 Pro XG laat in deze test een gemengd beeld zien. Aan de ene kant zie je in de uplink‑ en downlinkrichting dat er duidelijk sturing aanwezig is om de bandbreedte eerlijk over clients te verdelen. Aan de andere kant zien we in de downlinkrichting dat die sturing voor één client niet van toepassing lijkt, waardoor deze erg veel radiotijd toegewezen krijgt. In de uplinkrichting zijn de resultaten iets logischer: de twee clients (1 en 2) die een iets ongunstiger antennepad hebben doordat dit door een splitter en signaaldemper loopt, krijgen minder doorvoersnelheid dan de clients met een marginaal betere verbinding. Toch lijkt met name in de eerste 20 seconden de stabiliteit nog niet bereikt. Eigenlijk gaat het om de eerste 35 seconden, omdat het scenario al 15 seconden actief is voordat we de resultaten vastleggen.
Multiclienttest met gedempte clients
In het tweede multiclientscenario dempen we de verbinding van twee clients. Die vragen hierdoor meer radiotijd; als die onevenredig wordt gegund, behouden de gedempte clients een goede doorvoersnelheid, maar hebben clients met een goede verbinding daar last van.
In dit scenario zijn de resultaten wederom opmerkelijk. In de downlinkrichting is de bandbreedteverdeling niet helemaal eerlijk. De gedempte clients worden niet gelijk behandeld en de ongedempte clients verliezen daardoor ten opzichte van het eerste scenario best wel wat doorvoersnelheid. In de uplinkrichting wordt het helemaal bont gemaakt: de ene client verliest de verbinding en de ander krijgt vrijwel geen data verzonden. Daartegenover krijgen de twee ongedempte clients vrij spel en behalen zeer goede doorvoersnelheden. De U7 tolereert duidelijk geen clients die onevenredig beslag op de radiotijd leggen.
'IGen uit'-interferencetest
Het verkeersbeeld zonder ruis is keurig; er zijn geen zichtbare dips en de U7 Pro XG en U6+ scoren hier heel gelijkmatig aan elkaar. Net als bij de multiclienttest heeft de client die deze test uitvoert iets meer demping op het antennepad, waardoor de voordelen van Wi-Fi 7 al wegvallen zonder extra demping toe te voegen.
'IGen best effort, zelfde kanaal'-interferencetest
Met ruis op hetzelfde kanaal zien we dat de accesspoints verschillen in de aanpak. Op 2,4GHz zet de U7 Pro XG een betere doorvoersnelheid neer dan de voorganger. Op 5GHz is dat aanvankelijk niet het geval: de U6+ kiest voor veel snellere verbindingseigenschappen, maar brengt de doorvoersnelheid in het verloop van de test omlaag. De U7 Pro XG is op 5GHz veel conservatiever en kiest voor een veel lagere doorvoersnelheid.
'IGen voice, zelfde kanaal'-interferencetest
Ruis met hogere prioriteit levert hetzelfde beeld op. Op 2,4GHz presteert de U7 hierbij beter; op 5GHz opereert het accesspoint vanaf het begin van het scenario wederom op een lage bandbreedte, waarbij de algoritmes van de U6 een hogere snelheid ambiëren, maar daar ook sneller op terugkomen. Beide accesspoints leveren uiteindelijk ongeveer dezelfde doorvoersnelheid.
'IGen voice, overlappend kanaal'-interferencetest
Overlappende ruis heeft op beide accesspoints duidelijk effect op de doorvoersnelheid. Op 5GHz zijn de prestaties van beide accesspoints weer aardig gelijk aan elkaar. Op 2,4GHz zien we ook weer dat de U6 actief zoekt en experimenteert met de doorvoersnelheid als er ruis op de lijn komt. De U7 doet dat in geen enkel scenario en lijkt bij het optreden van interferentie snel terug te schakelen naar een conservatief lage, maar 'veilige' doorvoersnelheid.
De algoritmes die verantwoordelijk zijn voor de omgang met ruis lijken bij de U7 te kiezen voor betrouwbaarheid boven doorvoersnelheid.
Conclusie
Zoals we inmiddels vaker gezien hebben bij de accesspoints van UniFi, is de insteek van de algoritmes niet om de maximale snelheid te halen. Je kunt stellen dat stabiliteit erg belangrijk is en het dus goed is dat de UniFi U7 Pro XG niet alle pijlen op één client richt. De keerzijde is dat je eigenlijk vrijwel nooit de maximaal mogelijke snelheden haalt, zelfs als de omstandigheden meer dan optimaal zijn.
Kun je UniFi dat kwalijk nemen? Het antwoord daarop is eigenlijk: nee. In tegenstelling tot veel andere accesspoints, meshsets en routers adverteert Ubiquiti dit accesspoint niet door te schermen met de theoretische maximale snelheid, maar noemt het een ‘highdensityaccesspoint', bedoeld voor drukke omgevingen. Dat de maximale snelheid begrensd wordt door algoritmes, is juist een goede eigenschap om dat doel te bereiken: zo is er altijd wat radiotijd en capaciteit in reserve om clients te serveren, zelfs bij hevige drukte. Bij druk gebruik is het ook zaak om goed bereik te hebben met het accesspoint, want zoals we bij de multiclienttest zien, worden clients met slechter bereik al snel in het verdomhoekje gezet ten faveure van clients waarmee de U7 wél fatsoenlijk kan communiceren.
Daarmee rijst de vraag of dit accesspoint wel geschikt is om in een thuisomgeving te plaatsen. De algoritmes zijn zo ingericht dat dit accesspoint bij wijze van spreken de complete zuidtribune van een (klein) voetbalstadion kan voorzien van een stabiele wifiverbinding. Kwaad kan het natuurlijk niet; je zult thuis niet zo snel de opgegeven limiet van 300+ clients overschrijden en als dat wel gebeurt, heb je een heel andere uitdaging. Het grote nadeel van de U7 voor thuisgebruik is dat het accesspoint altijd reservecapaciteit behoudt voor andere clients, waardoor je eigenlijk nooit de maximale prestaties − verre van zelfs − haalt uit de omstandigheden, terwijl daarvoor in een relatief rustig thuisnetwerk juist vaak ruimte is.
Zijn maximale prestaties van ondergeschikt belang en zoek je een accesspoint dat juist onder drukke of lastige omstandigheden een betrouwbare verbinding levert, dan is de UniFi U7 Pro XG daar het juiste gereedschap voor.
Redactie: Olaf Weijers, • Testlab: Niels van der Waa • Eindredactie: Marger Verschuur