De geallieerden tegen het Ottomaanse leger
Titel |
Gallipoli |

|
Platform |
Windows, PlayStation 5, Xbox Series X/S |
Ontwikkelaar |
BlackMill Games |
Uitgever |
BlackMill Games |
Releasedatum |
2026 |
Wat hebben Verdun, Tannenberg en Isonzo met elkaar gemeen? Inderdaad, het zijn allemaal gebieden waar tijdens de Eerste Wereldoorlog hevig is gevochten. Het zijn ook de titels van de eerste drie games in de shooterserie van de Nederlandse ontwikkelstudio BlackMill Games. In de eerste drie games kwamen fronten in Frankrijk, Polen en Italië aan bod. De vraag was dan ook niet of er nog een volgend deel in de serie zou komen, maar welk front hierna aan de beurt zou zijn. Het antwoord op die vraag: Turkije. Dit vierde deel zet de Gallipoli-campagne centraal.
Tussen februari 1915 en januari 1916 vochten de geallieerde strijdkrachten van Frankrijk, Engeland en Rusland tegen het Ottomaanse leger, dat gesteund werd door Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. De gevechten eindigden toen de geallieerden zich terugtrokken, nadat er aan beide kanten ruim 250.000 slachtoffers te betreuren waren. De slag om Gallipoli en de overwinning op de Franse en Engelse legers zijn een punt van trots voor veel Turkse burgers. Dat merken de ontwikkelaars van BlackMill trouwens ook. Volgens hen is er duidelijk meer interesse vanuit landen die betrokken zijn bij de fronten die zij centraal zetten in hun games. In dit geval gaat het dan logischerwijs om Turken, maar ook vanuit Australië is er veel interesse, alleen dan vanuit een minder feestelijk oogpunt. Er vochten in Gallipoli namelijk meer dan 300.000 Australische soldaten mee met het Britse leger, van wie er 60.000 stierven en nog eens 150.000 gewond raakten of gevangengenomen werden. 25 april, de dag van de geallieerde landing op het Gallipoli-schiereiland, is in Australië een nationale herdenkingsdag.
Expeditieoorlog
Gallipoli brengt de spelserie naar een nieuw oorlogstheater en dat theater heeft nieuwe eigenschappen. Een van de meest in het oog springende veranderingen is dat we voor het eerst een woestijnomgeving krijgen. Dat biedt mogelijkheden voor camouflage, wat soms vanzelf gaat. Als de wind opsteekt, moet je in de woestijn rekening houden met slecht zicht of zelfs een complete zandstorm. Die zitten dan ook in Gallipoli. Ik heb de game kort kunnen spelen en weet niet zeker of ik al een echte zandstorm heb meegemaakt, maar ik had meermaals last van slecht zicht. Dat was tijdens deze speelsessie vooral een probleem, omdat de bots – ja, Gallipoli bevat bots, zodat de frontlinie altijd goed gevuld is – in de game nog niet goed afgesteld waren en geen last hadden van het verminderde zicht. In de uiteindelijke game biedt slecht zicht ook een kans om ongezien vijanden te benaderen, maar dat zat er tegen deze bots helaas nog niet in.
Grotere maps
Wat opvalt, is dat de maps groter zijn dan je gewend bent. Dat komt doordat de manier van oorlogsvoeren hier anders is. Legers waren vaak ver van hun basis verwijderd. Soldaten moesten grote afstanden afleggen en bevoorraden ging niet makkelijk. Het gevoel van vechten in een expeditieoorlog moet voelbaar zijn in Gallipoli. Ik heb dat op het gebied van bevoorrading nog niet ervaren; meestal ben je al dood voor je kogels op zijn. De afstanden lijken groter. Ook daar heb je weinig last van, want spawnen doe je vaak niet ver van de frontlinie of zelfs bij een van je teamgenoten.
:strip_exif()/i/2007700576.jpeg?f=imagearticlefull)
Teamplay is een vast onderdeel van deze serie en in Gallipoli gaat dat nog iets verder. De game verdeelt spelers in vijf teams van vijf, en die teams zijn niet allemaal hetzelfde. Zo kan jouw team toegang hebben tot artilleriegeschut. Andere teams hebben dat niet, maar misschien wel de mogelijkheid om luchtsteun in te roepen. Zo heeft elk team een eigen stijl en voordeel in het gevecht. Samenspel is ook belangrijk. Nieuw in Gallipoli is dat spelers eerst 'downed' kunnen worden als ze niet fataal gewond zijn. Andere soldaten kunnen je oplappen, en dat scheelt een respawn.
Dat is belangrijk, want respawns kosten punten. Er verandert veel met Gallipoli, maar één ding niet: de spelmodus. De games van BlackMill werken altijd met een verschuivende frontlinie, waardoor de gevechten zich rond bepaalde punten concentreren. Van andere spelmodi willen de makers voorlopig niets weten. De tragere, tactische manier van vechten hoort bij de serie. Hier zijn alle gameplayelementen op gebouwd en het wordt ook gedicteerd door hoe de wapens uit die tijd werken. Je hebt geen submachinegun om mee rond te rennen. Gallipoli houdt vast aan de manier waarop de potjes ook in de vorige games werkten.
Nieuwe, op ondersteuning gerichte klassen
Mocht je, net als ik, de WO I-games van BlackMill pittig vinden, dan biedt Gallipoli misschien uitkomst. De game voegt twee klassen toe aan de standaardverzameling die meer gericht zijn op ondersteuning. Dit is een manier voor spelers die minder goed zijn in raak schieten – toch belangrijk voor een shooter – om toch belangrijk te zijn voor een team. Baanbrekend is de inhoud van deze rollen niet, want het gaat om een Medic-klasse en een Ammo-klasse. Die laatste kan andere soldaten voorzien van kogels, terwijl de Medic-speler sneller kan reviven dan andere klassen. In andere shooters zitten deze rollen vaak al op een bepaalde manier, maar in Gallipoli kun je ze ook kiezen.
:strip_exif()/i/2007700582.jpeg?f=imagearticlefull)
Stofwolken en betere lichteffecten
Op audiovisueel gebied doet Gallipoli uiteraard vooral veel denken aan zijn voorgangers. BlackMill gebruikt de basis van die games voor deze nieuwe game, die net als zijn voorgangers Unity gebruikt. Ik heb de games in deze serie nooit als grafisch indrukwekkend ervaren. Dat is een beetje oneerlijk, want het ligt voor de hand dat je de games vergelijkt met bijvoorbeeld Battlefield 1, dat is gemaakt door een veel grotere ontwikkelstudio met veel meer mogelijkheden. Daarnaast is de insteek van die games ook anders. Battlefield is een product voor de massa, gericht op spektakel. Verdun, Tannenberg, Isonzo en ook Gallipoli zetten geloofwaardigheid boven pracht en praal. Wat je ziet, mag dan niet zo mooi zijn als wat je in andere games ziet, maar het is wel historisch accuraat.
Ondergaande zon
Daarbij zou ik Gallipoli tekortdoen als ik de grafische verbeteringen die er zijn, niet zou benoemen. In de trailer zien we bijvoorbeeld al wat toffe watereffecten die niet eerder een rol speelden in de serie, en ook de lichteffecten hebben wat werk ondergaan. Dat is mooi te zien wanneer de zon ondergaat. De tijd tikt door in Gallipoli en je zult merken dat tijdens een gevecht de zon opkomt of juist ondergaat, wat voor sfeervolle plaatjes zorgt. Wordt het eenmaal donkerder, dan zorgen vuurtjes en explosies voor mooie lichteffecten.
:strip_exif()/i/2007700570.jpeg?f=imagearticlefull)
Een andere technische vernieuwing is dat er meer nadruk ligt op destructibility en de rol die puin en stof spelen op het slagveld. Ik noemde al even dat ik niet wist of ik in een zandstorm zat of niet. Dat komt doordat inslaand mortiergeschut en andere explosies in Gallipoli flink wat stof doen opwaaien, en die stofwolken ontnemen je ook een deel van je zicht. Die wolken worden steeds dikker, dus dat verandert de omstandigheden hoe dan ook. De destructibility is niet overal van toepassing, maar veel elementen in de omgeving kunnen door zwaarder geschut weggeknald worden. Dat kan handig zijn, want zo ontneem je je vijand wellicht wat dekking.
Tikje houterig
Toch heb ik, ondanks de verbeteringen die er zeker zijn op visueel gebied, moeite om Gallipoli echt mooi te vinden. Daarin speelt mee dat ik niet erg onder de indruk ben van de animaties van de soldaten om je heen. Het oogt allemaal een tikje houterig. Dat zal veteranen van deze spelserie niet afschrikken, want dit is hoe het altijd is geweest, en nogmaals: dit oordeel komt ook voort uit het hebben van een referentiekader dat voor een aanzienlijk deel bestaat uit AAA-games. Die vergelijking is niet helemaal fair en de doelgroep van Gallipoli is ook niet hetzelfde als die van dat soort games. BlackMill omschrijft Gallipoli als een game die ergens op twee derde van de lijn zit, als je een lijn zou maken die begint bij casual, op spektakel gerichte shooters en eindigt bij ultiem realistische shooters. Een zekere mate van toegankelijkheid moet gewaarborgd blijven, maar een geloofwaardige nabootsing van een gevecht uit de Eerste Wereldoorlog is net zo belangrijk.
Voorlopige conclusie
Ik heb een haat-liefdeverhouding met deze serie en waarschijnlijk verandert dat met Gallipoli niet. De setting spreekt me enorm aan en ik vind het leuk om te spelen, maar ik ben er nog nooit goed in geweest en dat verandert waarschijnlijk ook niet snel. Waar dat aan ligt? Mijn skills natuurlijk. Zonder gekheid: de ene game ligt je beter dan de andere en ik heb nooit een echte klik gevoeld met deze Eerste Wereldoorlog-games. Toch spreekt Gallipoli me dus wel weer aan. Dat de game aandacht besteedt aan een in West-Europa onderbelicht deel van de Eerste Wereldoorlog, vind ik al mooi. Daarnaast zag ik intense actie en vind ik de manier waarop verschillende teams verschillende verantwoordelijkheden hebben, ook leuk gedaan. Ik vestig mijn hoop dus voorlopig maar op de nieuwe, op ondersteuning gerichte klassen. Wellicht kan ik daarmee een grotere rol van betekenis spelen op het slagveld van Gallipoli dan in Verdun, Tannenberg en Isonzo het geval was. Gallipoli komt in 2026 uit voor Windows, Xbox Series X/S en PlayStation 5. De game ondersteunt crossplatformplay, dus spelers op die verschillende platforms kunnen ook online tegen elkaar spelen.
Redactie: Jurian Ubachs Eindredactie: Monique van den Boomen