WWI Isonzo - Italian Front
Isonzo geeft gamers die op zoek zijn naar een leuke Eerste Wereldoorlog-shooter een game die ze best een tijdje zoet kan houden. De game is minder hardcore dan Hell Let Loose, maar stukken lastiger dan Battlefield 1 en kiest daarmee dus een soort middenweg. Toch zal Isonzo voor menig gamer best moeilijk zijn, zeker in het begin. Vijanden spotten is lastig en je hebt zelden door vanuit welke hoek je wordt beschoten. Na een tijdje voel je de flow van het spel echter beter aan en wordt Isonzo leuker, zeker wanneer je meer wapens vrijspeelt. Sommige effecten hadden wat heftiger mogen zijn en de manier waarop progressie wordt geboekt, maakt het nieuwe spelers onnodig lastiger. Daarnaast blijft Isonzo visueel een stapje achter bij wat de nieuwste games in het genre op dit moment laten zien. Binnen dat kader weet BlackMill echter een overtuigende weergave van een gevecht uit de Eerste Wereldoorlog neer te zetten. Wel had de game wat meer content mogen bevatten, want een spelmodus met drie maps is wat karig. Dat maakt de dertig euro die voor de game wordt gevraagd aan de hoge kant, zeker als je nagaat dat een heel aantal van de beschikbare pakjes die je soldaten kunnen aantrekken, apart moeten worden bijgekocht via dlc. Dat hoeft het spelplezier niet in de weg te staan, maar zou wel kunnen bijdragen aan wat waarschijnlijk Isonzos grootste probleem is: er zijn zelfs op drukke momenten maar vijf of zes echt goed gevulde servers. Dat baart zorgen, want het is de vraag hoeveel dat er over enkele weken of maanden nog zullen zijn.
Pluspunten
Denk je aan shooters die zich afspelen in de Eerste Wereldoorlog, dan denk je wellicht als eerste aan Battlefield 1 en, als je ook de wat minder grote games volgt, aan Hell Let Loose. Het zijn twee totaal verschillende games waarvan de setting misschien wel de enige overeenkomst is. Battlefield 1 was gericht op een mainstreampubliek, terwijl Hell Let Loose juist de gamer zoekt die een uitdaging wil en hierdoor meer een niche aanspreekt. Wie op zoek is naar een gulden middenweg heeft sinds vorige maand een andere optie: WWI Isonzo - Italian Front. Het spel is gemaakt door de Nederlandse studio BlackMill Games, die onlangs werd overgenomen door uitgever Focus Interactive. Isonzo is de derde game in een reeks van Eerste Wereldoorlog-games, waarin eerder Verdun en Tannenberg verschenen.
Update: oeps, Hell Let Loose is een WO I-game, geen WO I-game. Slordig! Het gaat ons echter vooral om de meer hardcore insteek van dat spel versus de meer casual stijl van Battlefield 1. Isonzo valt daar min of meer tussenin, dat was het punt dat we probeerden te maken, maar van eenzelfde setting is dan natuurlijk geen sprake.
De bergen in
Wie bekend is met Verdun en Tannenberg, zal in Isonzo vrij snel zijn weg vinden. De flow van de gameplay is zeer vergelijkbaar en dat geldt in grote lijnen ook voor de moeilijkheidsgraad. De game is niet zo hardcore als Hell Let Loose, met name doordat de user interface in Isonzo wat meer houvast biedt dan in dat spel, maar je bent veel kwetsbaarder dan in mainstream shooters als Battlefield. Let je even niet op, dan is er ergens in de omgeving vast en zeker een vijandelijke scherpschutter die jou in het vizier heeft. Eén kogel is vaak al dodelijk, waardoor je continu moet opletten of je niet al te ongedekt door de maps rent. In Isonzo is dat op zichzelf al lastig, want de game speelt zich af in onherbergzaam gebied. Logisch, want de rivier Isonzo - tegenwoordig beter bekend als de Soča - begint aan de zuidkant van de Julische Alpen en mondt 138 kilometer verder uit in de Golf van Triëst. Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog vormde de rivier een natuurlijke grens tussen Italië en Oostenrijk-Hongarije. Het gebied rond de rivier was tussen juni 1915 en november 1917 het decor van niet minder dan twaalf grote veldslagen.
Met het benoemen van het gebied is meteen een belangrijk verschil tussen Isonzo en zijn voorgangers genoemd, want het terrein beïnvloedt de gameplay verregaand. Verdun was een shooter die zich concentreerde in en rond loopgraven, en Tannenberg nam spelers mee naar een oostelijker front, waarbij verplaatsingen al een grotere rol speelden. Isonzo neemt ons dus mee de Italiaans-Sloveense heuvels en bergen in. Op sommige maps is het hoogteverschil tussen de locaties waar de aanvallers en verdedigers beginnen flink groot, wat allerlei interessante opties biedt. Van bovenaf heb je immers prachtige uitzichten, wat veel overzicht oplevert. Beneden kun je je echter vaak beter verstoppen en zie je de vijanden die boven op de berg over hun dekking heen kijken best goed. Het is dus zeker niet zo dat de Jedi de partij die het hoger gelegen gebied heeft, het gevecht altijd wint.
Offensive-spelmodus
Hoogteverschil speelt niet altijd een rol. Zelfs in de maps waarin je echte bergen tegenkomt, zitten ook stukken waarin je op gelijk niveau vecht. Dat komt doordat Isonzo drie operaties omvat, waarbij elke operatie bestaat uit verschillende hoofdstukken. De Offensive-modus laat de aanvallende partij de verdedigers steeds verder terugdringen. De aanvallers winnen als enkele strategische punten zijn ingenomen en de verdedigers winnen als de aanvallers daar niet in slagen voordat al hun beschikbare respawns op zijn. Lukt het de aanvallers de doelen in te nemen, dan trekt de verdediging zich terug naar een andere linie en verplaatst het gevecht zich naar een nieuwe zone op de map. Deze dynamiek is niet nieuw en al vaker gezien in andere games, maar hij werkt goed voor Isonzo en zorgt in veel gevallen voor spannende potjes.
Die potjes beginnen met de verdediging die wat posities versterkt. Engineers kunnen extra hindernissen plaatsen en machinegeweren opbouwen, snipers kiezen strategische posities, enzovoort. Aanvallers moeten een minuutje wachten, maar kunnen dan beginnen met hun bestorming. Het is een grappig effect; aanvankelijk lijkt de bestorming een kansloze missie. De verdedigers hebben immers goede posities uitgezocht en schieten zo al snel een aardig deel van de vierhonderd beschikbare respawns weg. Toch lukt het de aanvallers bijna altijd wel wat gaten in de linies te slaan en op te rukken. Daarbij worden ze eventueel geholpen door de inzet van extra hulpmiddelen als mortieren, machinegeweren en zwaarder geschut dat door de officieren kan worden ingeroepen.
Wanneer je zo je eerste potje in gaat, en zeker wanneer je nooit eerder een game uit deze reeks hebt gespeeld, kom je waarschijnlijk van een koude kermis thuis. Isonzo is namelijk best lastig als je verwacht lekker naar het front te kunnen rennen om op zoek te gaan naar vijanden. De game vereist een tactischere aanpak dan dat en straft spelers die dat geduld niet kunnen opbrengen keihard af. Als gezegd: een kogel is vaak dodelijk. Daarnaast laat Isonzo nooit zien waar vandaan je bent neergeschoten. Een speler die zich goed verdekt heeft opgesteld, kan dus best lastig te vinden zijn. Dat maakt Isonzo een game die campen in de hand werkt, maar goed: dat is natuurlijk ook wel een realistischere weergave van oorlog dan als een kip zonder kop door levels heen rennen, op zoek naar slachtoffers. In plaats daarvan kun je in Isonzo beter gebruikmaken van dekking en hulpmiddelen die het zicht van je vijand wegnemen, zoals rookgordijnen en gasaanvallen.
Schudden
Dat laatste is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met de Eerste Wereldoorlog en dus zul je ook in Isonzo regelmatig met je gasmaker op lopen. Op die momenten wordt de game lekker intens, want niet alleen loop je door dodelijke gifgaswolken heen, die wolken zorgen ook dat je vijanden in de buurt niet meer ziet. Hierdoor kun je dus ook nog eens verrast worden door plotseling oprukkende soldaten. Een ander effect dat je zeker zult merken, wordt geleverd door inslaand artilleriegeschut of neerkomende bommen. Niet alleen leveren die je mogelijk een snelle dood op, ze leiden er ook toe dat de soldaten die niet in gevaar zijn even niet meer kunnen vechten. De kracht van de explosies zorgt er namelijk voor dat het beeld flink schudt, en dan wel zo heftig dat normaal mikken en schieten er even niet meer bij is. Wellicht is dat realistisch, maar in de game vonden we het vooral irritant.
Dat gezegd hebbende: hoe irritant die momenten ook zijn, ze zorgen onmiskenbaar voor spektakel. De beste actie beleefden we midden in gifgaswoken, waarbij vijanden soms niet meer zijn dan een schim. Wanneer die wolken er niet hangen, ziet de omgeving er natuurlijk een stuk mooier uit. Isonzo kan zich niet meten met de mooiste games van dit moment. Kijk bijvoorbeeld eens goed naar de gezichten van de soldaten; die zien er niet bepaald natuurlijk uit. De animaties ogen verder vrij houterig. Zeker wanneer de soldaten bergop rennen, ziet het er meer uit alsof ze over de grond glijden en daar toevallig stappende bewegingen bij maken, dan dat ze echte stappen maken. Echt vervelend is dat echter niet en het scheelt dat de spelomgevingen er verder goed uitzien. Let bijvoorbeeld eens op details als de bakstenen in de gebouwen die je tegenkomt, of de effecten van de verschillende speciale aanvallen, die zorgen dat de blauwe hemel soms amper meer te zien is door alle verschillende rookeffecten van overvliegende projectielen. Dat is precies zoals historici gevechten uit de Eerste Wereldoorlog wel omschrijven. Op dit vlak levert Isonzo dus overtuigend werk af.
Snel progressie tegen bots
Een ander puntje dat irritatie opwekt, is de manier waarop de progressie werkt in Isonzo. Je moet veel spelen om wapens en andere dingen te unlocken en daarbij moet je vaak ook nog wat uitdagingen halen. Dat is op zichzelf helemaal niet erg. Isonzo is echter een lastige game om 'in te komen'. Als je ervaren spelers dan ook nog het betere materiaal en de fijnere pakjes geeft, wordt het verschil tussen beginners en ervaren, goede spelers groter dan het zou hoeven zijn. Dat maakt de beginfase voor nieuwe spelers behoorlijk pittig. Algemene tip: mocht je al te vaak worden afgeknald, check dan even of je niet toevallig een klasse speelt waarvan het pak blauw is. Die zijn namelijk veel beter te zien dan de grijze/groene pakken van de andere klassen, dus wellicht is een switch dan handig. Wil je je progressie trouwens een beetje versnellen, dan kun je ook een privégame starten met een wachtwoord erop. De game zal dan gevuld worden met bots, maar telt wel mee voor je progressie. Op die manier kun je snel stijgen in level en in echte potjes de wapens gaan hanteren die je het liefst wil gebruiken. Een alternatieve optie is om van server te switchen en daarbij ‘offline’ te selecteren. Ook dat levert je een potje tegen bots op.
Terwijl je zo langzaam maar zeker beter wordt en steeds meer plezier krijgt in een potje Isonzo, zul je echter nog iets anders opmerken: er zijn niet zo heel veel mensen die het spelen. De gamereeks kan leunen op een aardig fanatieke community, maar die community is niet zo groot. Het overkwam ons regelmatig dat er maar een of twee potjes echt goed gevuld waren. Je kunt weliswaar switchen naar de servers die bedoeld zijn voor andere continenten, maar daar is het meestal niet drukker dan op de Europese servers. De voornaamste achilleshiel van Isonzo lijkt daarmee simpelweg de populariteit te zijn. De reden daarvoor? Uiteraard beschikt BlackMill niet over de marketingbudgetten van partijen als EA, dus de game is relatief onbekend. Daarnaast geldt dertig euro voor zo’n onbekende titel als best een fors bedrag; het is net te veel geld om de game zonder nadenken gewoon maar te proberen. Daar komt bij dat het spelaanbod van feitelijk één spelmodus en drie zes maps niet overdonderend groot is. Wellicht dat het spelersaantal nog een boost krijgt als de prijs van de game iets zakt, anders zou het best kunnen dat er over een tijdje geen actieve potjes meer te vinden zijn.
Conclusie
Isonzo geeft gamers die op zoek zijn naar een leuke Eerste Wereldoorlog-shooter een game die ze best een tijdje zoet kan houden. De game is minder hardcore dan Hell Let Loose, maar stukken lastiger dan Battlefield 1 en kiest daarmee dus een soort middenweg. Toch zal Isonzo voor menig gamer best moeilijk zijn, zeker in het begin. Vijanden spotten is lastig en je hebt zelden door waar vandaan je beschoten wordt. Na een tijdje leer je de flow van het spel beter aanvoelen en wordt Isonzo leuker, zeker wanneer je meer wapens vrijspeelt. Er zijn wat effecten die iets heftiger hadden mogen zijn, en de manier waarop je progressie boekt maakt het nieuwe spelers onnodig lastiger. Daarnaast blijft Isonzo visueel een stapje achter bij wat de nieuwste games in het genre op dit moment laten zien. Binnen dat kader weet BlackMill echter een overtuigende weergave van een gevecht uit de Eerste Wereldoorlog neer te zetten. Wel had de game wat meer content mogen bevatten, want een spelmodus met drie zes maps is best weinig. Dat maakt de dertig euro die voor de game wordt gevraagd aan de hoge kant, zeker als je nagaat dat een heel aantal van de beschikbare pakjes die je soldaten kunnen aantrekken, apart moeten worden bijgekocht via dlc. Dat hoeft het spelplezier niet in de weg te staan, maar zou wel kunnen bijdragen aan wat waarschijnlijk Isonzos grootste probleem is: er zijn zelfs op drukke momenten maar vijf of zes echt goed gevulde servers. Dat baart zorgen, want het is de vraag hoeveel dat er over enkele weken of maanden nog zullen zijn.
Pluspunten
:strip_exif()/i/2005409446.jpeg?f=imagearticlefull)