Met een adviesprijs van 80 euro is de NZXT H3 Flow redelijk budgetvriendelijk geprijsd. De echte budgetkasten zijn wel wat goedkoper, maar presteren over het algemeen wat minder en niet onbelangrijk: de H3 voelt niet echt als een budgetkast. De afwerking en bouwkwaliteit zijn in lijn met de overige kasten uit de H-serie, al is het metaal misschien wat minder dik. De kast voelt niet slap en alles is netjes afgewerkt.
De uitrusting is ook behoorlijk budgetgeoriënteerd. Zo levert NZXT enkel een 120mm-exhaustfan mee en zul je zelf voor koeling moeten zorgen als je wat capabelere hardware dan een licht kantoorsysteem inbouwt. Daarmee maakt NZXT een wat vreemde split: enerzijds wordt de kast geprofileerd voor redelijk krachtige systemen, met compatibiliteit voor 280mm-radiators en flinke videokaarten, maar anderzijds ontbreken basics als een audiojack op het frontpanel (dat met een A- en een C-poort al vrij karig is) en een intakerooster voor je voeding.
Het gebrek aan meegeleverde koeling is zo erg nog niet, want als er meer van de luide casefans meegeleverd waren, zou de kast nóg minder stil zijn. Dat is een nadeel van de H3 Flow: er is nauwelijks geluiddemping, wat de kast behoorlijk luid maakt. Zelf stille fans uitzoeken om de H3 naast je te tolereren is dus wel aan te raden. De open, weinig geluiddempende bouw heeft dan weer als voordeel dat de H3 Flow goed koelt voor zo'n klein kastje: zelfs met het 600W-systeem heeft de kast weinig moeite.
Voor een budgetbuild in een kleine, compacte kast heb je weinig meer nodig dan de kast, maar wil je een kleine krachtpatser bouwen, dan zul je extra koeling moeten inbouwen. De open structuur maakt warmteafvoer makkelijk maar zorgt ook voor veel geluid, tenzij je stille of in ieder geval langzame fans monteert. Zeker met het oog op die tweede buildoptie is de keus om de voeding om te draaien en de audiojack weg te laten een vreemde.
Redactie: Willem de Moor Testlab: Joost Verhelst Eindredactie: Marger Verschuur