Inleiding
Kort na het verschijnen van Ubuntu 8.10 en Fedora 10 is openSuse 11.1 ten tonele verschenen. Deze van oorsprong Duitse distro is al jarenlang een van de betere Linux-distributies. Suse kwam in januari 2004 in handen van Novell, die twee betaalde versies voor de zakelijke markt levert: Suse Linux Enterprise Desktop en Suse Linux Enterprise Server. De gratis versie, openSuse, wordt onderhouden door de opensource-community en maakt de snelste ontwikkeling door.
Een belangrijke ontwikkeling in de aanloop naar versie 11.1 is dat openSuse heeft besloten om zijn OS voortaan onder de tweede versie van de gpl-licentie uit te brengen, waardoor de distributie vrijelijk kan worden verspreid. Voorheen bundelde openSuse nog software met beperktere licenties, zoals de Flash-plugin, Java en diverse mediacodecs. Daarnaast zijn de bestuurders van de openSuse-organisatie voor de eerste maal democratisch gekozen door mede-ontwikkelaars. Het vorige bestuur was nog door Novell samengesteld.
OpenSuse 11.1 bouwt door op de fundamenten van versie 11, die in juni van dit jaar uitkwam. De nieuwe versie biedt ondersteuning voor liefst vier desktopomgevingen: de 'klassieke' KDE 3.5.10, de verse KDE 4.1.3, Gnome 2.24.1 en Xfce 4.4.3. Daarnaast is uiteraard alle software die je in een volwassen distributie kan verwachten aanwezig en bijgewerkt naar de meest recente versienummers. Tweakers.net nam de laatste release candidate onder de loep. We testten zowel een live cd-versie als een volledige installatie vanaf dvd.
Installatie
Nieuw in Gnome
Wanneer we de vers geïnstalleerde Gnome 2.24-omgeving voor de eerste maal booten, krijgen we een vraag voorgelegd van de systeemtool Smolt: of we zo vriendelijk willen zijn om ons hardwareprofiel anoniem door te sturen naar het Smolt Project. Dat is geen onverstandige keuze, want Linux-ontwikkelaars kunnen met de verzamelde informatie druk uitoefenen op fabrikanten die nog steeds weigeren om Linux-drivers te ontwikkelen of inzage te geven in de werking van hun apparatuur. Daarnaast kunnen ontwikkelaars van drivers er hun voordeel mee doen. Niet alleen openSuse steunt Smolt, ook Fedora doet mee.

OpenSuse heeft op de Gnome-taakbalk een uitgekleed startmenu geplaatst, dat beter bekend is als Novells Slab-menu. Deze keuze komt de overzichtelijkheid ten goede. Veelgebruikte applicaties zijn direct aan te klikken, terwijl minder populaire programma's vlot met een sleutelwoord opgezocht kunnen worden. Hetzelfde mechanisme wordt gebruikt om naar documenten en locaties te zoeken. De Software Manager, de tool om nieuwe software aan een systeem toe te voegen, doet zijn werk naar behoren. De tool mist echter de community ratings die we bij de collega's van Ubuntu vinden.
/i/1229461410.png?f=thumb)
Yast, de bekende configuratietool van Suse, is uiteraard ook weer in openSuse 11.1 te vinden. De interface is in Gnome ziet er gelikt uit en werkt rap, en vervangt bovendien een serie configuratieschermen die we uit andere distro's gewend zijn.

Natuurlijk zijn ook alle tools uit de eredivisie van de opensourcewereld vertegenwoordigd. Zo vinden we applicaties als webbrowser Firefox, muziekduizendpoot Amarok, instant messenger Pidgin en de brandtool Brasero. Bijzonder is de meegeleverde versie van Openoffice.org 3.0, waar door Novell de nodige patches aan zijn toegevoegd. Hierdoor passen de dialoogvensters beter in de Gnome-omgeving, kunnen media-objecten via het Gstreamer-framework aan documenten worden toegevoegd en zijn in presentaties 3d-overgangen mogelijk. Tenslotte kan muziek- en videospeler Banshee syncen met de G1-smartphone die op Googles Android OS draait.
Nieuw in KDE
Onder de motorkap
OpenSuse 11.1 draait op de Linux-kernel met versienummer 2.6.27, een kleine verbetering ten opzichte van de .25-versie waar 11.0 mee werd opgescheept. In de nieuwe kernel is met name de ondersteuning voor diverse wifi-chipsets verbeterd; ook worden meer webcams herkend. Net als de recente Ubuntu- en Fedora-releases bevat de distro de verbeterde network manager. Om printers aan te sturen is het Common Unix Printing System, beter bekend als Cups, geüpgrade naar 1.3.9.

Ontwikkelaars kunnen aan de slag met de Mono 2.0.1-ontwikkelomgeving. Deze opensource-implementatie van Microsofts .Net-framework kan een groot aantal databases aanspreken. De met openSuse meegeleverde release richt zich vooral op het pletten van eerdere bugs. Daarnaast is het versienummer van de scripttaal Python omhoog getild naar 2.6. Ontwikkelgereedschappen als Eclipse of Monodevelop kunnen uit de repositories worden gehaald. Tenslotte is de verouderde Java-ontwikkelsoftware van Sun vervangen door openJdk.
Om de veiligheid van het OS verder te vergroten is er voor autorisatie ondersteuning voor vingerafdrukherkenning ingebouwd. Voor virtualisatie biedt openSuse Virtualbox aan.
Conclusie
Het openSuse-team heeft met versie 11.1 een solide en snelle Linux-distributie uitgebracht die zonder meer kan concurreren met populaire distro's als Ubuntu en Fedora. Met name de KDE-omgeving weet zich te onderscheiden van de concurrentie, omdat de gui vakkundig is bijgeschaafd en vlot werkt. Nostalgische types kunnen zelfs nog terugschakelen naar de KDE 3.5-omgeving. Ook de Gnome-omgeving weet te overtuigen, mede door de bijdragen van Novell die onder meer in het startmenu en OpenOffice.org 3.0 zijn verwerkt.
Verder verdient de installer een compliment: niet vaak was een Linux-installatie zo eenvoudig en inzichtelijk gemaakt, zonder dat er concessies werden gedaan aan de configuratiemogelijkheden voor gevorderde gebruikers. Op het gebied van hardware-ondersteuning en het bundelen van software gaat versie 11.1 gelijk op met de andere distributies. Dat is niet zo vreemd, omdat de basis grotendeels dezelfde is.
Een puntje van de kritiek is het installeren van nieuwe software: hoewel er voldoende pakketten binnen de repositories beschikbaar zijn, missen we het rating-systeem van Ubuntu. Verder ontbreekt een eenvoudige optie om persoonlijke mappen te versleutelen. Solide en brede driverondersteuning blijft een teer punt, dat voor veel gebruikers nog altijd in de weg van een definitieve overstap naar Linux staat. Een lichtpuntje is wel dat steeds meer fabrikanten inzien dat ze niets te verliezen hebben door drivers of sourcecode aan de opensource-gemeenschap ter beschikking te stellen, en de ondersteuning van openSuse voor het Smolt Project kan deze ontwikkeling mogelijk doen versnellen.