Inleiding
Samengevat
Het derde toetsenbord van Mountain, de Everest 60%, is zoals de naam verklapt een zeer compact toetsenbord met 63 toetsen. Onder de pbt-keycaps zitten Mountains eigen, hot-swappable switches, die net als de stabilizers zijn ingevet. Samen met geluiddempende maatregelen als rubber in de behuizing en foam rond het pcb levert dat een extreem stil toetsenbord op. De bouwkwaliteit heeft dan ook een nieuwe piek bereikt na de Everest Max. Wie de numpad niet kan missen, kan een meeleverbaar exemplaar aan het toetsenbord bevestigen. Zo profiteer je van het compacte 60%-formaat en het cijferinvoergemak van een numpad. De prijs is met maximaal 210 euro voor een complete set met hip setje pbt-keycaps schappelijk en voor 140 euro haal je enkel het 60%-keyboard met zwarte pbt's in huis. Nadelen zijn er ook: de software voor macro's, bindings en lichteffecten is er alleen voor Windows en andere toetsenbordformaten zijn vooralsnog niet beschikbaar.
Nadat Mountain in 2018 was opgericht, bleef het logischerwijs nog enige tijd onbekend. Daar kwam rap verandering in toen het zijn eerste Mountain Everest-toetsenborden op de markt bracht. Aanvankelijk via een Kickstarter, maar later ook gewoon te koop. De Everest Max is een modulair toetsenbord met een tenkeyless, of tkl ontwerp, als basis, en een numpad en Media Dock die erop geklikt kunnen worden. De Everest Core is een wat eenvoudiger, fullsize toetsenbord, dat optioneel als barebone zonder switches en keycaps verkrijgbaar is. Aan die modellen wordt nu een derde toetsenbord toegevoegd: de Mountain Everest 60%.
De naam van het toetsenbord verraadt al een klein beetje welk formaat het heeft. Het 60%-toetsenbord, met in dit geval 63 toetsen, is een zeer compact en een steeds populairder formaat onder keyboard-afficionados. Je levert vanzelfsprekend de numpad in, maar ook de bovenste rij functietoetsen is verdwenen. Verschillende fabrikanten hebben diverse indelingen, maar Mountain kiest voor een pijltjescluster in de rechteronderhoek, waardoor de indeling iets wegheeft van een compact tkl bord.
Indachtig het innovatieve, modulaire karakter van de Mountain Everest Max heeft ook de Everest 60% een modulaire numpad, die je aan hetzij de linker- hetzij de rechterkant van het 60%-bordje kunt bevestigen. Daarnaast is het toetsenbord voorzien van eigen switches met pbt-keycaps. Naast de modulariteit is de grote claim to fame van de Everest 60% echter de constructie. Daarbij is gestreefd naar een extreem stil toetsenbord en, spoiler alert, dat is gelukt.
Het toetsenbord is in diverse varianten, met of zonder numpad en met drie smaken switches direct via Mountain te koop. Daarnaast kun je uit een flink aantal keycaps met populaire kleurcombinaties kiezen. Het basistoetsenbord, met enkel de Everest 60%, switches naar keuze en standaard zwarte keycaps, kost 140 euro. De afneembare numpad kost 50 euro extra, dus 190 euro in totaal. Wil je een setje Mineral-pbt-keycaps erbij, dan kost dat 210 euro in totaal. We hebben de Mountain Everest 60% met numpad en standaardkeycaps getest.
/i/2005045456.png?f=imagenormal)
Nader bekeken
De Max is vergeleken met de 60%-versie een instapmodel. Het ontwerp, of in ieder geval de constructie, lijkt grotendeels gelijk, met een abs-schaal als onderkant en een aluminium bovenschaal met geïntegreerde, dito topplate. Daartussen zit bij de 60%, net als bij de grote variant, een lichtdoorlatende laag kunststof om de rgb-verlichting te tonen. Het gevoel tussen de twee toetsenborden als je ze oppakt, verschilt echter enorm. De tkl Max voelt aan als een standaardtoetsenbord: vrij licht, maar dankzij de sandwichconstructie wel stevig. Als je echter de 60%-versie oppakt, wekt dat direct een bijzonder solide indruk dankzij het gewicht en de solide bouw.
De compacte 60% heeft ook geen noemenswaardige bovenrand en is veel symmetrischer dan de Max, die natuurlijk het Media Dock moet huisvesten op de bovenrand. Ook de topplate van de 60% ziet er, voor zover zichtbaar, een stuk beter uit dan bij de Max. Die laatste had sporen van het frezen, wat natuurlijk een prachtige getuigenis is van het productieproces, maar de geanodiseerde topplate van de 60%-variant is toch een stuk strakker.
/i/2005045458.png?f=imagenormal)
Aan de onderkant is de kleine variant eveneens een stuk strakker. Omdat Mountain ervoor gekozen heeft drie USB type-C-poorten aan te brengen aan de bovenrand, kun je kiezen waar je je kabel inprikt. De Max heeft de gangbaardere optie met een centrale poort en kabelgootjes, zodat je kunt kiezen of je kabel links, rechts of uit het midden komt. Bovendien heeft de Max kabelgoten die naar onderen lopen, zodat de hele onderkant wat gecompartimenteerd oogt. De 60% heeft een opgeruimde onderkant, afgezien van logo's, een typesticker en rubberen voetjes.
Die voetjes zijn, net als bij de Max, afneembaar aan de achterzijde. Een aardig sterke magneet zorgt voor de verbinding. Ook de voetjes zijn van geanodiseerd aluminium en voorzien van een kartelrand. Ze zijn vrijwel identiek aan die van de Max en ook uitwisselbaar, mocht je beide toetsenborden hebben. Als je het toetsenbord platter wilt zetten, kun je de voetjes simpelweg verwijderen en als de helling groter moet zijn, kun je een tweede, extra set magnetische voetjes toevoegen.
Wat niet uitwisselbaar is, is de numpad, of het Media Dock van de Everest Max, hoewel beide met USB C-connectors worden verbonden. Voor het Media Dock is geen plaats aan de bovenrand van de 60%, en de twee numpads zijn anders 'gekeyed'. De USB-C-connector wordt in beide gevallen geflankeerd door twee uitlijningspinnen, maar de onderlinge afstand daarvan verschilt tussen de Max en de 60%. Wat wel gebleven is, is het schuifje aan de onderkant van de numpad waarmee je een USB-connector met flankerende pinnen hetzij links, hetzij rechts naar buiten laat komen. Met het schuifje in het midden trek je beide connectors in en kun je ze met meegeleverde kapjes afdekken.
Dergelijke afdekkapjes zitten ook op het 60%-toetsenbord, waar ze de USB-connector en gaten voor de uitlijningspinnen afdekken. We schrijven 'afdekkapjes' in het meervoud, want opnieuw kun je de numpad zowel links als rechts op je toetsenbord aansluiten. Met de numpad rechts heb je iets dat op een standaardtoetsenbord begint te lijken. Uiteraard heb je nog altijd geen los arrowcluster of een rij functietoetsen; een 60%-toetsenbord is een stuk compacter. Bij de Max met numpad gekoppeld krijg je daarentegen wel het equivalent van een fullsize toetsenbord. Aangezien dat echter als basis een tkl toetsenbord heeft, ben je daarmee minder mobiel en neemt het aanzienlijk meer ruimte op je bureau in.
Praktijk
We hebben het tot dusver over het uiterlijk gehad, maar het echte verschil tussen de Mountain Everest Max en de Everest 60% merk je als je de toetsen beroert. Ten eerste heeft de Max, en de Core-versie, waarop de Max gebaseerd is, abs-keycaps. De 60% heeft matte pbt-keycaps. Die keycaps zijn doubleshot, zodat een backlight van de switches wordt doorgelaten. De legenda's zijn klassiek, eenvoudig en niet te druk.
Onder die keycaps zitten de switches en waar de Everest Max nog standaard Cherry MX-switches gebruikte, zijn dat bij de 60% custom Mountain-switches geworden. Ze zijn nog steeds Cherry-compatible, maar wie ze precies maakt, is onbekend. Net als het Max-bord heeft de 60%-variant hot-swappable switches, waarbij je zowel driepins- als vijfpinsswitches in het pcb kunt prikken. De Max accepteert alleen driepinsplate-mounted switches; in de 60% kun je ook pcb-mounted switches onderbrengen. Mountain biedt je drie switchopties: een tactile switch van 55cN, een lineaire van 45cN en een lineaire speedswitch van eveneens 45cN.
De switches van grote modifiers (backspace, enter, L-shift en spatiebalk op de 60%, en de enter en plus op de numpad) worden geflankeerd door Cherry-stabilizers. Net als de switches worden die stabilizers in de fabriek gesmeerd met Krytox GPL 205 Grade 0-vet om gerammel tegen te gaan. Ook worden de stabs clipped, wat ze extra stabiliteit moet geven.
Zwaardere pbt-keycaps en ingevette onderdelen moeten een soepel en stiller toetsenbord opleveren, maar met de Everest 60% gaat Mountain nog een paar stappen verder. Onder in het pcb ligt een geluiddempende mat van foam en in het abs van de behuizing zijn bovendien dempende siliconenrubberen blokken bevestigd. Een tweede foamlaag ligt boven op het pcb om het geluid van vooral de toetsaanslag extra te dempen.
Dit werkt in de praktijk uitstekend. Het keyboard is extreem stil, niet alleen voor een mechanisch toetsenbord, maar ook vergeleken met eigenlijk elk ander toetsenbord. Een van de beste voorbeelden daarvan is de spatiebalk. Dat is meestal de luidste toets, wegens de afmetingen en de behoorlijke kracht van de duim die hem aanslaat. In de Everest 60% is de spatiebalk stiller dan menig andere toets op andere toetsenborden. Een doffe plof is het enige geluid. Wie wegblijft van mechanische toetsenborden wegens het geluid, heeft met de Everest 60% dat excuus niet meer.
Als je de numpad - essentieel voor wie graag data invoert in Sheets of Excel - erbij koopt, heb je bijna het equivalent van een fullsize toetsenbord. De indeling is natuurlijk wel anders en vooral het arrowcluster zit op een andere plek dan je gewend bent bij een groot keyboard. Ook als je de rechtershift gebruikt op een ANSI-toestsenbord zul je even moeten wennen aan de 1U-shift van een 60%; als je van een ISO-indeling komt, ben je al aan een kleine shift gewend.
Software
Om het toetsenbord te programmeren en lichteffecten in te stellen, heb je de Base Camp-software nodig. Die is enkel voor Windows beschikbaar. Als Mac- of Linux-gebruiker vis je dus achter het net, al kun je het toetsenbord nog wel gewoon gebruiken. De software laat je vijf profielen instellen, die je kunt kopiëren zodat je niet vanaf nul hoeft te beginnen. Je kunt kiezen welk van de profielen actief is als het toetsenbord 'opstart'.
UIteraard kun je ook eenvoudig macro's en shortcuts aanmaken. Zo kun je de bindings makkelijk aanpassen en uiteraard zaken regelen zoals de Windows-toets uitschakelen. Voor Windows-gebruikers is dat allemaal prima, maar we hadden graag een OS-onafhankelijkere oplossing gezien, of ten minste versies voor andere besturingssystemen. Je kunt overigens wel profielen schakelen met Fn Q en Fn E en met Fn ← en Fn → schakel je tussen rgb-effecten. Met Fn <> pas je de helderheid van de leds aan, dus ook zonder software beschik je over redelijke functionaliteit. Wel fijn aan de software is dat er geen accounts nodig zijn en je kunt kiezen om de software bij het opstarten in te schakelen.
Testresultaten
We hebben de Mountain Everest 60% en de losse numpad getest met onze texture-analyser. Dat apparaat heeft een druksensor die langzaam naar beneden beweegt en zo van elke toets kan meten hoeveel kracht erop wordt uitgeoefend en hoever de toets beweegt. Daarbij meet de analyser ook het actuatiepunt, dus het punt waarop een toetsaanslag wordt geregistreerd. We meten voor elke toets de kracht die nodig is om tot het actuatiepunt te komen, de kracht die we uitoefenen tijdens actuatie en de kracht na de actuatie totdat de toets niet verder kan worden ingedrukt. Ook de afstanden tot het actuatiepunt en tot het zogeheten bottom-outpunt worden gemeten. De kracht meten we in centinewtons en de travel in tienden van millimeters.
De resultaten per toets geven we weer in plattegronden van de toetsenborden. We maken ook vergelijkingsgrafieken van de resultaten, waarbij we als vergelijkingsmateriaal toetsenborden uit het luxere segment meenemen, zoals de compacte 65% Leopold FC660M, de tkl Leopold FC750R, twee fullsize Varmillo's en de eveneens rond 200 euro geprijsde Steelseries Apex Pro, K100 van Corsair en Logitech G915. In de grafieken geven we alleen de testresultaten van het 60%-toetsenbord weer; de testdata van de numpad beperken we tot de 'plattegronden' van de individuele toetsen.
De Mountain Lineair-switches in het Everest 60%-keyboard zijn gespecificeerd op 45cN actuatiekracht en we meten keurig 44cN, met een lage standaarddeviatie of afwijking. Ook uitschieters zien we nauwelijks, zowel voor het actuatiepunt als tijdens de daadwerkelijke actuatie van de switches.
Het actuatiepunt van de switches ligt op 2,0mm met een bottom-out op 4,0mm. Die 2mm wordt keurig gehaald, met slechts een paar uitschieters naar boven en beneden. De afstand tot bottom-out meten we op gemiddeld 3,9mm en daarover hebben we niets te klagen.
- Gemiddelde kracht vereist voor actuatie
- Stdev-kracht vereist voor actuatie
- Hoogste kracht vereist voor acuatie
- Laagste kracht vereist voor actuatie
- Gemiddelde kracht vereist tijdens actuatie
- Stdev-kracht vereist tijdens actuatie
- Hoogste kracht vereist tijdens actuatie
- Laagste kracht vereist tijdens actuatie
- Gemiddelde actuatieafstand
- Hoogste actuatieafstand
- Laagste actuatieafstand
- Gemiddelde totale afstand
Ten slotte zetten we alle metingen waarvan bovenstaande grafieken gemiddelden weergeven, nog even op een rij door middel van onze 'plattegronden'. Zo kun je de actuatie, travel en kracht per toets zien.
- Mountain Everest 60%
- Mountain Everest numpad (v2)
Conclusie
De Mountain Everest 60% is van een compleet ander kaliber dan de eerste Mountain Everest Max. De bouwkwaliteit en de toetsaanslag zitten eerder tegen merken als Leopold en Varmillo aan en daar voorbij. Elke fabrikant kan natuurlijk een toetsenbord een lijvig gevoel geven door een plaat metaal onder in de behuizing te schroeven, maar het gewicht van de Everest 60% is aan functionele elementen te danken.
Zo is de geluiddemping uitstekend, dankzij de foampadding en de zware siliconenrubberen vulling van de behuizing. De ingevette switches en stabilizers geven, samen met nette pbt-keycaps, een stille aanslag en geven het toetsenbord een luxe gevoel. De testresultaten laten overigens zien dat het invetten en een fatsoenlijke kwaliteitscontrole geen nutteloze tijdsbesteding zijn. De metingen laten een keurig consistente actuatie zien, zowel wat de kracht als wat de travel betreft.
We gaven al even aan dat de Everest 60% een heel ander toetsenbord is dan de originele Everest Max. Dat toetsenbord scoorde al uitstekend, onder meer dankzij het unieke schermpje, maar de kleine variant is stukken beter in waar het bij een toetsenbord echt om gaat: het tikcomfort. Bijna alles klopt, van de hot-swappable switches tot en met de meegeleverde, fatsoenlijke keycaps, de goede bouwkwaliteit en de heerlijke aanslag en het geluid. Toch zijn er ook minpuntjes, zoals de Windows-only-software en de incompatibiliteit van de Everest Max-accessoires met de Everest 60%.
De numpad is wat ons betreft een nuttige aankoop, zeker als je weleens met cijfertjes werkt. De numpad voor de originele Everest Max was los aan te schaffen, maar duurder dan in combinatie met het toetsenbord. Of dat voor de numpad van de Everest 60% ook zal gelden, is nog onbekend, maar het ligt voor de hand.
Er zouden vooralsnog geen plannen zijn om een nieuwe fullsize variant te maken, maar we kunnen ons goed voorstellen dat de Max aanzienlijk minder verkocht gaat worden na het verschijnen van de 60%. Dat geldt zeker als je bedenkt dat beide toetsenborden, mits je de numpad erbij koopt, in dezelfde prijsklasse zitten, maar dat de 60% kwalitatief een grote stap vooruit heeft gezet. Het toetsenbord krijgt van ons dan ook een welverdiende Excellent-award.