Enkele van de oprichters van Siri, het bedrijf dat Apple overnam en waarvan het de technologie inzette op zijn iPhones sinds de 4s in 2011, werken aan een nieuw systeem voor een digitale assistent. Die moet zelf code gaan genereren om taken uit te voeren.
Als een gebruiker iets vraagt waardoor een combinatie van meerdere databases nodig is, bijvoorbeeld 'hoeveel inwoners heeft de geboortestad van Abraham Lincoln', probeert het systeem zelf code te genereren om die taak ook in de toekomst uit te voeren, zo blijkt uit een verhaal van Wired. In dat verhaal ontbreken veel technische details, terwijl de claims juist groot zijn: zo zou het systeem binnen een fractie van een seconde zelfstandig code kunnen programmeren om databases van verschillende online diensten aan elkaar te knopen.
Vermoedelijk legt Viv, zoals het systeem heet, in eerste instantie het resultaat voor aan gebruikers ter verificatie en als voldoende gebruikers zeggen dat het klopt, voert het systeem die actie steevast op die manier uit. Google werkt op ongeveer dezelfde manier aan verbetering van zijn spraakinvoer. Digitale assistenten bestaan inmiddels op alle smartphoneplatforms, maar die zijn volgens experts beperkt tot routinematige commando's.
Viv zou net als bluetooth en wifi een technologie moeten zijn die werkt in veel verschillende apparaten van verschillende fabrikanten, zo zeggen de oprichters. Ze gaan werken met een systeem van licenties op de technologie. De oprichters van Siri verkochten hun bedrijf aan Apple in 2010, waardoor de digitale assistent die ze maakten alleen werkt op Apples hardware; dat willen ze nu voorkomen.
Wanneer Viv voor het eerst op de markt moet komen en of het dan al zo werkt als beloofd, is vooralsnog onbekend. Het bedrijf is lang niet de enige die zich bezighoudt met digitale assistentie: op alle grote mobiele platformen is momenteel al zulke software aanwezig van de maker van het besturingssysteem zelf.