China wil dat zijn binnenlandse chipindustrie in 2030 wereldwijd de grootste is. Dat blijkt uit een beleidsdocument van het Chinese Ministerie voor ICT. Niet alleen hoopt het land op meer inkomsten, ook wil het liever niet afhankelijk zijn van buitenlandse hardware.
China wil zijn dominantie op de chipmarkt onder meer bereiken met een gunstig economisch beleid en een 'financieel platform' om de lokale chipindustrie te stimuleren. Dat schrijft Computerworld op basis van het beleidsdocument. Wat er met een 'financieel platform' wordt bedoeld is niet geheel duidelijk, maar het is aannemelijk dat het om het verstrekken van subsidies gaat.
Hoewel China wereldwijd al de grootste fabrikant van elektronica is, loopt de chipsector achter; in 2013 moest het land 231 miljard dollar, oftewel 170 miljard euro, aan chips importeren. Het land verwacht dan ook dat het meer winst kan maken op de productie van elektronica als de chips niet door buitenlandse, maar door Chinese bedrijven worden geproduceerd.
Een ander aspect speelt echter ook mee: als China de chips zelf maakt, zal dat de 'binnenlandse veiligheid vergroten', schrijft het ministerie. China heeft al eerder aangegeven weinig vertrouwen te hebben in Amerikaanse hardware, omdat onthullingen van NSA-klokkenluider Edward Snowden er op wijzen dat de Amerikaanse inlichtingendiensten backdoors laten inbouwen in hardware.
China verwacht dat zijn eigen chips wereldwijd zullen worden gekocht, maar of dat lukt is de vraag: vooral in de Verenigde Staten wordt Chinese apparatuur gewantrouwd. Zo wordt Huawei, dat naast telefoons ook netwerkapparatuur maakt, ervan beschuldigd mee te werken aan spionage door de Chinese overheid. Het bedrijf, wiens netwerkhardware in Nederland vaak wordt gebruikt door telecomproviders, heeft dat altijd ontkend.