Het kabinet heeft een omstreden voorstel om de politie hackbevoegdheden te geven, voor advies verstuurd naar de Raad van State. In het voorstel wordt ook geregeld dat bepaalde verdachten kunnen worden gedwongen hun encryptiesleutels op te geven.
Nu het wetsvoorstel naar de Raad van State is verstuurd, is de wetgeving dichterbij gekomen. Dat adviesorgaan van het kabinet brengt een niet-bindend advies uit, waarna de Tweede en Eerste Kamer zich erover buigen. Een van de meest vergaande en omstreden voorstellen is om het de politie mogelijk te maken computers van verdachten te hacken, om zo inlichtingen te kunnen verzamelen.
Volgens het kabinet is dat nodig omdat veel internetverkeer is versleuteld en daardoor lastig kan worden afgetapt. Door het apparaat zelf te hacken, kan de communicatie worden onderschept voordat ze wordt versleuteld. Daarnaast mogen bestanden van computers worden gehaald en encryptiesleutels achterhaald. Ook mogen smartphones worden gehackt, bijvoorbeeld om iemands locatie te achterhalen. Verder mogen gegevens ontoegankelijk worden gemaakt, bijvoorbeeld als op een server verboden content staat.
De politie mag de bevoegdheid niet zomaar inzetten: zowel een officier van justitie als een rechter-commissaris moet toestemming geven. Desondanks is de bevoegdheid omstreden; onder meer burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom heeft zich tegen het wetsvoorstel gekeerd, maar ook hoogleraar computercriminaliteit Bart Jacobs, die het hacken door de politie een gevaar voor de integriteit van rechtszaken noemt. Een omstreden onderdeel is daarnaast dat de politie ook apparaten mag hacken waarvan de fysieke positie niet te achterhalen is en die zich dus in het buitenland zou kunnen bevinden. Daarmee kan andere wetgeving van andere landen worden geschonden.
Het wetsvoorstel bevat daarnaast de mogelijkheid om verdachten van bezit van kinderporno en terrorismeverdachten te dwingen hun encryptiesleutels af te geven. Ook daarvoor moet zowel de officier van justitie als de rechter-commissaris toestemming geven, maar volgens critici is dat in strijd met het principe dat niemand aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken. Wie niet meewerkt, kan worden vervolgd voor het niet voldoen aan een ambtelijk bevel.