Het Amerikaanse Openbaar Ministerie en de FBI vragen niet altijd om een gerechtelijk bevel wanneer ze e-mail van burgers lezen. Dat blijkt uit documenten die een Amerikaanse burgerrechtenorganisatie in handen heeft. De autoriteiten beroepen zich op een verouderde wet.
Eerder al bracht de American Civil Liberties Union aan het licht dat de Amerikaanse belastingdienst niet altijd om een gerechtelijk bevel vroeg bij het lezen van e-mail, en uit interne handleidingen die de organisatie in handen heeft blijkt dat ook de FBI en het Openbaar Ministerie niet altijd om een dergelijk bevel vragen.
Daarbij beroepen ze zich volgens de ACLU op de Electronic Communications Privacy Act, die volgens de FBI tot gevolg heeft dat 'consumenten geen redelijke verwachting van privacy moeten hebben' wanneer ze informatie naar een network provider stuurt. Daardoor zou de FBI alleen een gerechtelijk bevel nodig hebben voor e-mail die nieuwer is dan 180 dagen en die nog niet is gelezen. Het probleem is echter dat die wet uit 1986 stamt, lang voordat internet en het web doorbraken.
In 2010 oordeelde een rechter nog dat voor het lezen van e-mail wel degelijk een gerechtelijk bevel nodig is, maar die uitspraak gold slechts in vier staten. Overigens wist de ACLU bij een rechter te achterhalen dat in 6 van de 93 afdelingen van het Openbaar Ministerie geen e-mails worden gelezen zonder gerechtelijk bevel. Daaronder was de afdeling in Noord-Californië, waar een groot deel van de internetrechtszaken wordt gevoerd. In een reactie tegenover Cnet zegt een woordvoerder van de FBI dat de dienst zich altijd aan de Amerikaanse wet houdt.