Vanaf januari 2014 krijgen uitvinders de mogelijkheid om met een enkele aanvraag een patent voor bijna alle EU-landen te krijgen. Dat moet de kosten van de aanvraag van een patent fors verminderen. Over het akkoord is in totaal maar liefst dertig jaar onderhandeld.
Het 'Europese patent' is dinsdagmiddag goedgekeurd door het Europees Parlement, zo laat een woordvoerder van de Europese Unie weten. Het patent geldt in 25 van de 27 EU-lidstaten. Een aanvrager kan vanaf januari 2014 in één keer een patent voor al die landen aanvragen en hoeft dat niet meer bij de afzonderlijke patentbureaus van alle lidstaten te doen.
Het aanvragen van een Europees patent is op papier allang mogelijk, maar het grote verschil is dat een 'Europees patent' tot nu toe in elke lidstaat van de Europese Unie apart moest worden ingediend, in de plaatselijke taal. Met de introductie van het nieuwe stelsel is dat niet langer nodig: een goedgekeurd patent is dan geldig in alle landen die deelnemen.
Het nieuwe Europese stelsel moet de kosten van de aanvraag van een patent fors omlaag brengen: waar dat nu nog circa 36.000 euro kost, zou dat in het nieuwe stelsel iets meer dan 4700 euro moeten zijn. Patenten moeten in drie talen worden opgesteld: Engels, Duits en Frans. Kleine en middelgrote bedrijven, stichtingen en universiteiten kunnen de kosten voor het vertalen van patenten vergoed krijgen.
Patenten moeten straks nog steeds worden aangevraagd bij het Europese Octrooibureau. Alleen Spanje en Italië doen nog niet mee met het nieuwe patentenstelsel, omdat ze boos zijn dat patenten straks niet in het Spaans of Italiaans te lezen zijn. Deze twee landen kunnen later nog instappen; of dat gebeurt, is nog de vraag.
Het doel van een breed Europees patent, waarover dertig jaar is onderhandeld maar dat al in de jaren zestig voor het eerst werd geopperd, is vooral om de kosten omlaag te brengen. Daarmee zouden Europese bedrijven beter moeten kunnen concurreren met bedrijven in landen als de Verenigde Staten en Japan.