Eind 2011 waren er zes miljard mobiele aansluitingen, op grofweg zeven miljard aardbewoners. Dat komt neer op 85,7 mobiele aansluitingen per 100 mensen. Wereldwijd hebben er 2,3 miljard mensen toegang tot internet.
De cijfers zijn afkomstig uit een rapport van de International Telecommunication Union, onderdeel van de Verenigde Naties. Van de zes miljard mobiele aansluitingen zijn er grofweg een miljard te vinden in China; de ITU verwacht dat India het aantal van 1 miljard aansluitingen dit jaar zal behalen. In totaal nam het aantal mobiele-telefoonaansluitingen vorig jaar toe met 600 miljoen.
Wereldwijd zijn er twee keer zoveel gebruikers van mobiel breedband dan van vast breedbandinternet: het aantal vaste internetaansluitingen ligt op 600 miljoen, terwijl er wereldwijd 1,1 miljard mobiele breedbandaansluitingen zijn. Dat verschil komt vooral doordat vaak meerdere mensen van één internetaansluiting gebruik maken, terwijl veel mensen een eigen telefoon hebben.
Daarbij verschilt het aantal aansluitingen tussen industrieel ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden. In ontwikkelde landen zijn er per 100 inwoners 25 vaste breedbandaansluitingen, tegen 4,9 in ontwikkelingslanden. Het aantal actieve breedbandverbindingen ligt in de ontwikkelde wereld op 51,3 per 100 inwoners, tegen 8 per 100 inwoners in ontwikkelingslanden.
In totaal hadden eind vorig jaar 2,3 miljard mensen toegang tot internet. In industrieel ontwikkelde landen had 70,2 procent van de inwoners toegang tot internet; in ontwikkelingslanden lag dat percentage op 24,4 procent. Het wereldwijde gemiddelde ligt op 32,5 procent. Uit het rapport blijkt verder dat Nederland een van de meest technologisch ontwikkelde landen is: op de ICT Develpment Index neemt Nederland de zesde plaats in. Dat is na landen als Zuid-Korea, Zweden en Denemarken, maar nog voor Japan, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Afbeelding: International Telecommunication Union.