Wetenschappers uit verschillende landen hebben magnetisch geheugen ontwikkeld dat slechts één molecuul, bestaande uit 51 atomen, nodig heeft om een bit op te slaan. Moderne harde schijven gebruiken drie miljoen magnetische atomen per bit.
De wetenschappers construeerden het molecuul door een magnetisch ijzeratoom te midden van vijftig andere atomen te plaatsen. Deze vijftig atomen werken als een organische schil om het ijzeratoom, waardoor de informatie wordt beschermd. Door deze organische schil ondervindt het ijzeratoom geen last van het superparamagnetische effect. Dit effect houdt in dat bits magnetisch instabieler worden naarmate ze kleiner worden. Als een bit te klein wordt, kan de warmte van de omgeving al voldoende energie leveren om de magnetische richting van het materiaal 'om te klappen'. De superparamagnetische limiet waarbij dit effect optreedt, bepaalt de maximale datadichtheid van de opslagtechnologie.
Daarnaast heeft het molecuul nog een andere interessante eigenschap. De magnetische richting van het ijzeratoom wordt veranderd met behulp van een elektrische puls in plaats van een magnetisch veld. Onder invloed van deze puls verandert ook de weerstand van het molecuul. Daarom kan de waarde van de bit met een weerstandsmeting worden uitgelezen.