De Samsung Galaxy S III is als eerste telefoon na de iPhone wereldwijd uitgerust met hetzelfde design en grotendeels dezelfde specificaties. Tot nu toe verschilden smartphones in de VS, China en Japan uiterlijk altijd van Europese versies.
Dat de Galaxy S III er overal hetzelfde uitziet, duidt erop dat Samsung grote controle kan uitoefenen op providers; in andere delen van de wereld bepaalden providers tot nu toe hoe smartphones van alle merken behalve Apple eruitzien. Zo hebben sommige varianten van de Galaxy S II geen fysieke Home-knop en een groter scherm. Veel telefoons verschijnen niet eens wereldwijd; fabrikanten maken dan verschillende telefoonmodellen voor verschillende landen. Dat de Galaxy S III overal hetzelfde uiterlijk heeft, duidt op een verschuiving van macht in de telecommarkt.
Er zijn wel verschillen in hardware tussen de versies van de Galaxy S III in Europa en Azië enerzijds, en die in Japan en de Verenigde Staten anderzijds. In die laatste landen is de processor niet langer een quadcore-Samsung Exynos 4412, maar een dualcore-Qualcomm S4. De S4 heeft ondersteuning voor lte, iets dat de Exynos ontbeert. Bovendien hebben de Japanse en Amerikaanse varianten een werkgeheugen ter grootte van 2 in plaats van 1GB. Ook verschillen uiteraard de ondersteunde netwerktechnieken en frequentiebanden. Vijf varianten voor de Amerikaanse markt zijn zondagnacht als laatste aangekondigd.
Telefoons verschillen in diverse landen in uiterlijk en functionaliteit, onder meer vanwege de verschillende voorkeuren van mensen en providers, en vanwege verschillen in netwerken. Zo gebruiken Japanse providers eigen netwerktechnieken, terwijl ook in China de antennes moeten verschillen van de Nederlandse versies.
De enige smartphone tot nu toe die er wereldwijd hetzelfde uitziet, is de iPhone, maar die wordt door sommige providers in de Verenigde Staten en China niet verkocht. De Galaxy S III is wel bij alle grote providers in die landen te koop.