Intel heeft zijn chipsets voor de komende generatie processors, met codenaam Ivy Bridge, geïntroduceerd. De Series 7-chipset, met codenaam Panther Point, is ook geschikt voor Sandy Bridge-processors en biedt usb 3.0-ondersteuning.
Voor de eindgebruiker is het grootste merkbare verschil met de Series 6-chipset de toevoeging van vier usb 3.0-poorten in de Series 7-chipset. Vergeleken met de Cougar Point-chipset is de snelheid van de dmi-bus tussen chipset en cpu met 4GB/s gelijk gebleven, en de chipset beschikt over acht pci-express 2.0-lanes. De pci-express 3.0-ondersteuning van het platform wordt door de processors gerealiseerd; met Sandy Bridge-processors in de Series 7-moederborden wordt die standaard dus niet ondersteund.
De Series 7-chipset beschikt verder over vier sata-300-poorten en twee sata-600-poorten; bij de zakelijke chipsets ligt de verhouding op vijf om één. Opmerkelijk genoeg is de tdp van de chipsets iets toegenomen ten opzichte van die van de vorige generatie. De Z77-chipset, de high-end versie van Panther Point, heeft een tdp van 6,7W. De Z68-chipset, de high-end Cougar Point-tegenhanger, heeft een tdp van 6,1W. Ook de mobiele varianten hebben een gelijke of net iets hogere tdp van 3,9 of 4,1W, tegenover 3,4 en 3,9W voor de vorige generatie.
Zowel 32nm-Sandy Bridge-processors als 22nm-Ivy Bridge-processors passen in de socket lga1155-voetjes. Intel heeft een flink aantal Panther Point-chipsets: voor de desktop zijn de B75-, H77-, Z75- en Z77-chipsets uitgebracht. Twee versies voor de zakelijke markt, de Q75- en Q77-chipsets, volgen nog. De mobiele chipsets zijn de HM77-, HM76-, HM75 en UM77-chipsets, en de QM77- en QS77-chipsets voor zakelijk gebruik. Intel heeft zeven moederborden met de chipsets uitgebracht; andere fabrikanten brachten hun borden al in maart uit.