Onderzoekers van de Cornell University hebben een ontwerp voor een beeldsensor ontwikkeld waarbij de pixels de richting van de invallende lichtstralen kunnen bepalen. Met deze lightfield-sensor kan het brandpunt achteraf worden bepaald.
Het onderzoeksteam onder leiding van Alyosha Molnar van de Cornell University heeft een beeldsensor ontwikkeld waarmee het mogelijk is om niet alleen de intensiteit, maar ook de hoek van het invallende licht op de pixels te registeren.
De zogeheten angle-sensitive pixels zijn gemaakt met een normaal 130nm-cmos-procedé en hebben een opbouw met twee op elkaar gestapelde lagen met minuscule gleuven boven een fotodiode. De eerste tralielaag levert een bepaald diffractiepatroon op, terwijl de tweede laag het licht in meer of mindere mate blokkeert dan wel doorlaat.
Met behulp van een fouriertransformatie is dan de afstand tot een object te berekenen. Ook is hiermee achteraf het focuspunt in beeld te bepalen. Het idee lijkt op dat van de Lytro, maar die laatste lightfieldcamera maakt gebruik van een tralielaag en een matrix van microlenzen om zich een 3d-beeld voor te stellen.
Ook denkt Molnar dat zijn methode beter is dan de Lytro-technologie, omdat de hoek van de lichtstralen eenvoudiger en met minder rekenkracht is te herleiden. Vooral voor video zou de oplossing van Molnar beter zijn.
Het testexemplaar van de cmos-beeldsensor van Molnar beschikt over 150.000 asp-pixels en deze hebben een grootte van 7μm. Hoewel de resolutie nog relatief laag is, kan dit verhoogd worden door de chip groter te maken.