Met behulp van dna zijn wetenschappers erin geslaagd om logische poorten te bouwen die het fundament voor een biologische computer op moleculaire schaal moeten vormen. Uit experimenten bleek dat de poorten konden functioneren.
Voor het onderzoek werd de E.coli-bacterie gebruikt, die vaak bij wetenschappelijke experimenten wordt ingezet, zo blijkt uit een publicatie van Britse wetenschappers in het vaktijdschrift Nature Communications. In het dna van de bacterie werden twee genen ingebouwd die als input moesten dienen voor een logische poort. Wanneer beide tot expressie komen wordt een derde gen geactiveerd, dat als de output dient. Daarmee simuleren de wetenschappers een elektronische AND-poort. Dergelijke logische poorten dienen als de basis voor computers, waarbij elektronische schakelaars de AND-poort vormen.
Volgens de onderzoekers zijn hun bouwstenen modulair. Zo werd er een NOT-poort gebouwd, waarna deze werd samengevoegd met de AND-poort tot een NAND-poort. Daarnaast kan door het veranderen van promotors, die het aflezen van genetische code aanzetten, de output worden aangepast.
De biologische logic gates moeten de basis gaan vormen voor een biologische computer. Het voordeel boven elektronische varianten is dat een biocomputer op veel kleinere schaal gebouwd kan worden, aldus de wetenschappers. De biologische processors kunnen bijvoorbeeld in het lichaam gebruikt worden, waarbij ze concentraties van stoffen meten en bijhouden, of speuren naar kankercellen of pathogenen. Wel merken de wetenschappers op dat de stap van de eerste logische poorten naar een volledig biologische computer nog lang kan duren.