Op de Vrije Universiteit Amsterdam is gebruikgemaakt van een serious game om de brandveiligheid van een hotel te testen. Gebleken is dat de proefpersonen bij de game een hoger stress-, haast- en noodgevoel hadden dan bij de praktische test.
Voor het onderzoek werd gebruikgemaakt van ADMS-BART. Deze serious game is ontwikkeld door het NIFV en maakt gebruik van een interactieve simulatie. De game reageert op acties en reacties van de proefpersonen. In het kader van het onderzoek zijn 153 tests gedaan, waarvan 83 in een echt hotel en 70 in een identiek virtueel hotel. Bij iedere test waren minimaal 20 personen van 18 tot 80 jaar betrokken.
"Het verhoogde stress-, haast- en noodgevoel komt doordat we het virtuele hotel gevaarlijker konden maken", vertelt Margrethe Kobes van de Vrije Universiteit aan Tweakers.net. Kobes promoveerde op 25 oktober aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen in het vakgebied crisisbeheersing en fysieke veiligheid. "In praktische situaties weten proefpersonen dat zij meedoen aan een onderzoek. Dit moet, omdat ze anders in paniek kunnen raken. We mogen ze bijvoorbeeld niet langs een open vlam laten lopen. In de virtuele omgeving kan dit wel, zonder dat de proefpersonen gevaar lopen."
Het onderzoek richt zich onder andere op de validatie van de onderzoeksmethode. Volgens Kobes is het gebruik van serious gaming in haar vakgebied wereldwijd vrij uniek en nieuw. Ook denkt ze dat serious gaming in de toekomst veel kan betekenen in het onderzoek naar brandveiligheid: "Nu kijkt de brandweer naar een plattegrond om een evacuatieplan te maken. Met deze techniek kan de brandweer zelf door een gebouw lopen om een plan te maken. Ze kunnen bijvoorbeeld analyseren of vluchtroutes gevonden worden door proefpersonen. Dit is mogelijk, zelfs als een gebouw nog niet klaar is."
"Dat we de virtuele wereld kunnen gebruiken om de brandveiligheid te verbeteren weet ik zeker, maar hier geldt de wet van de grote getallen", zegt Kobes, "Meer onderzoek zorgt ervoor dat de onderzoeksmethode eerder wordt geaccepteerd in de wetenschappelijke gemeenschap en daarbuiten."