Nederland is te traag met de invoering van IPv6. Dat zegt voorzitter Erik Huizer van de Task Force IPv6. Volgens Huizer zou de overheid een voortrekkersrol bij de implementatie van IPv6 moeten spelen.
IPv6 is ontworpen om het aantal beschikbare internetadressen uit te breiden. Dat is nodig omdat de voorraad adressen van IPv4, het huidige protocol, binnen enkele jaren zou zijn uitgeput. Routers en servers die momenteel volgens IPv4 werken, kunnen tegelijkertijd IPv6 draaien, zodat ze straks kunnen communiceren met machines die alleen over een IPv6-adres beschikken. Op dit moment wordt IPv6 echter nog nauwelijks toegepast, zo vertelde Huizer aan Computable, grotendeels omdat de overheid IPv6 te weinig stimuleert.
"De overheid kan zelf het goede voorbeeld geven, door IPv6 verplicht te stellen bij elke aanbesteding waarbij het internet is betrokken", zegt Huizer. Weliswaar heeft de overheid een Task Force IPv6 ingesteld, onder voorzitterschap van Huizer zelf, maar die kan geen ijzer met handen breken. "Het is eigenlijk een clubje vrijwilligers dat tot Task Force is gebombardeerd, vrijwel zonder budget", klaagt Huizer.
De Europese Commissie wil dat in 2010 minstens een kwart van de internetgebruikers is overgestapt naar IPv6, maar volgens Huizer zijn ook de andere EU-landen traag met de invoering.