Onderzoek van de Europese Commissie toont aan dat Nederlandse scholieren een goede uitgangspositie hebben als er naar de beschikking over breedbandinternet in de klas wordt gekeken. Zesennegentig procent van alle Europse scholen heeft een internetverbinding, waarvan tweederde breedbandinternet heeft. De Nederlandse scholieren hebben in 92 procent van de gevallen een dergelijke verbinding tot hun beschikking, alleen leerlingen uit Denemarken, Estland en Malta hebben met 95 procent vaker breedbandtoegang. De scholieren uit Griekenland hebben het met 13 procent het slechtst. Kijkt men naar het percentage leerkrachten dat de computer inzet tijdens de lessen, dan scoort Groot-Brittanië met 96 procent opvallend goed gezien het breedbandpercentage van 75 procent. Nederland doet het met 90 procent echter ook niet slecht. Gemiddeld moeten Europese scholieren met zijn tienen een computer met internetverbinding delen, maar ook hier scoort Nederland opvallend goed: per honderd leerlingen zijn er gemiddeld 21 computers beschikbaar, waarvan twintig met internet. De Europese Commissie concludeert dat alleen de Deense kinderen het op dit vlak beter hebben met 26,3 procent. In de Verenigde Staten beschikt 95 procent van de scholen over breedbandinternet en moet een computer met vier leerlingen gedeeld worden.

Percentage scholen met breedbandinternet