Het Duitse Jülich-onderzoekscentrum huisvest sinds gisteren de snelste supercomputer van Europa - een IBM Blue Gene /L met een snelheid van 46 teraflops, oftewel 46 biljoen floating point-berekeningen per seconde. De computer heeft 16.384 processors aan boord en beschikt over een werkgeheugen van 4 terabyte. Met de installatie van de supercomputer verliest Barcelona zijn leidende positie; die stad moet het met zijn IBM-'MaereNostrum' met een 'magere' 40 teraflops doen. De Jülicher-krachtpatser blijft evenwel ver achter bij de supercomputer van het Amerikaanse ministerie van energie, die goed is voor 367 teraflops en daarmee de snelste ter wereld is. Vorig jaar was Groningen enige tijd de vestigingsplaats van Europa's rapste computer, totdat de Spanjaarden alle processors in hun MaereNostrum hadden geschoven.
Volgens onderzoeksvoorzitter van het Jülich-onderzoekscentrum professor Joachim Treusch zal de vraag naar supercomputerrekentijd in Europa de komende vijf jaar verduizendvoudigen, en zal derhalve de capaciteit van het rekencentrum de komende jaren nog verder worden uitgebreid. Het centrum werkt nauw samen met IBM aan de ontwikkeling van de volgende generatie supercomputers. De aan het John von Neumann-Instituut verbonden professor Thomas Lippert zegt dat voortgang op het gebied van zowel computerarchitectuur als parallelle algoritmiek het binnen drie jaar mogelijk zal maken om op efficiënte wijze de petaflops-grens te doorbreken.
Het Jülich-onderzoekscentrum doet rekenwerk voor meer dan tweehonderd Europese onderzoeksgroepen op diverse gebieden, zoals klimatologie, geneeskunde en (bio)-informatica. Ieder project mag een aanvraag doen voor rekentijd, wat vervolgens door een wetenschappelijke commissie beoordeeld wordt. De projecten moeten wel een vreedzame doelstelling hebben, zo laat een woordvoerder weten.
