De bakker en de boer kunnen zonder probleem hun brood en melk aan de consument verkopen. Zolang ze het recept (sourcecode) erbij leveren kunnen ze geld verdienen zonder de GNU filosofie onrecht aan te doen.
Op zich waar voor open source in het algemeen maar dit gaan niet op voor GPL software en dus de GNU filosofie.
Bij GPL (GNU public License) mag de bakker geen brood verkopen (programma) aangezien hij om het brood te maken het recept (sourcecode) heeft gebruikt. Volgens de GPL zou hij het brood weg moeten geven. Hij mag wel geld vragen voor het plastic zakje waar het inzit maar dus niet voor het brood zelf! Dit geld dus ook voor linux distributies. Je betaald voor de CD, verpakking en de paar commerciele programma's maar (in theorie) niet voor Linux zelf.
Een belangrijke vrijheid wordt dus bij de GPL weggenomen. De vrijheid van de programmeur (of de bakker) om te doen en te laten met zijn product wat hij wil. Andere Open Source licenses geven de ontwikkelaar dat recht dus wel. Dit verschil lijkt klein maar is natuurlijk vrij groot. Bij de GPL heeft de klant van de bakker het recht alles wat de bakker maakt zomaar mee te nemen. Bij de Apache license heeft de bakker het recht om geld te vragen voor zijn werk en zijn aanpassingen aan het recept geheim te houden. Dus programma's die onder dat soort licenties verspreid worden hebben meer vrijheden dan GPL programma's
*The freedom to run the program, for any purpose (freedom 0).
* The freedom to study how the program works, and adapt it to your needs (freedom 1). Access to the source code is a precondition for this.
* The freedom to redistribute copies so you can help your neighbor (freedom 2).
* The freedom to improve the program, and release your improvements to the public, so that the whole community benefits (freedom 3). DUS MET OF ZONDER SOURCECODE.
* De mogelijkheid om een inkomen te generen uit jou werkzaamheden
De keuze is wiens vrijheid belangrijker is: De vrijheid van de gebruiker die OSS toch vaak als "free beer" ziet, of de vrijheid van de programmeur die kan bepalen of hij zijn werk weg wil geven voor het grotere goed of zijn kennis ten gelde wil maken zodat hij meer kan programmeren en nog betere programma's kan maken.
De verschillende OSS licenties laten beide keuzes toe.