Wie dacht dat de ponskaart ouderwets is, blijkt het mis te hebben. Nadat de kaarten met gaten werden vervangen door met name toepassingen van elektromagnetisme, houdt IBM zich volgens Reuters nu bezig met een opvolger voor de al 110 jaar oude technologie. Qua omvang zijn er echter vanzelfsprekend weinig overeenkomsten meer te vinden. In tegenstelling tot de betrekkelijk grote pakketten die vroeger gebruikt werden, zijn de nieuwe ponskaarten ondenkbaar klein. De gaatjes zijn ongeveer tien nanometer groot, wat ongeveer te vergelijken is met een zesduizendste deel van een menselijke haar. De nano-naald kan op deze manier zo'n drie miljoen gaatjes op een kaart ter grootte van een postzegel krijgen. Naar verwachting zal het project, getiteld Millipede oftewel duizendpoot, ergens achterin 2005 uitmonden in mechanische geheugenchips die vijf tot tien gigabytes aan informatie kunnen bevatten.
De data zal binair opgeslagen worden, op de bekende manier van een gaatje of geen gaatje. Hiervoor wordt een plastic oppervlak gebruikt, dat zich aan de bovenkant van de in ontwikkeling zijnde chips bevindt. Dit laagje plastic bevindt zich bovenop wat silicium, de stof die onder andere ook gebruikt wordt voor de fabricage van processoren. Aan de bovenkant hangen ongeveer duizend minuscule voorwerpen, die te vergelijken zijn met de arm van een grammofoonplaat met een hete naald erin. Deze armen zijn van twee verschillende materialen gemaakt, die niet allebei evenveel uitzetten bij een hoge temperatuur. Zo wordt bij vierhonderd graden Celsius de arm iets gebogen, waardoor de naald in het plastic geduwd wordt en er een gaatje ontstaat. Door nogmaals de naald tegen het oppervlak te duwen, maar dan iets naast het gat, warmt het materiaal op en vult het gat zich weer. Op deze manier is het dus mogelijk om meerdere keren nieuwe data over bestaande gegevens heen te schrijven. Om te lezen wordt de temperatuur van de arm met honderd graden verlaagd, zodat de naald net iets boven het oppervlak blijft. Vervolgens wordt de weerstand tussen het oppervlak en het silicium eronder gemeten. Aan de hand hiervan is te bepalen of er zich al dan niet een gat onder de naald bevindt. Hoewel de techniek nog niet op dezelfde snelheid kan werken als concurrerende technieken, ziet IBM toch genoeg toepassingen. De tijd zal moeten uitwijzen of deze op zich interessant klinkende technologie het zal gaan halen.